De waterbouw gaat zich meer richten op ‘bouwen met de natuur’ en het gebruik van data, zo bleek tijdens de jaarlijkse Waterbouwdag in Rotterdam. Tegelijkertijd blijft het traditionele werk van het verzetten van grond en storten van kubieke meters beton.

De opgave voor de waterbouwsector is net zo wezenlijk voor ons land als eenvoudig te formuleren: zorg voor droge voeten. Maar de wijze waarop dat moet gebeuren, wordt alleen maar complexer, zo bleek tijdens de jaarlijkse Waterbouwdag die het Koninklijk Instituut van Ingenieurs gisteren organiseerde in Rotterdam. Dat begint al met klimaatverandering, die met zeespiegelstijging en extreme buien de opdracht van droge voeten veel lastiger en meer onberekenbaar maakt, zo bleek uit de woorden van Gerard van der Steenhoven, hoofddirecteur van het KNMI. Het afsmelten van de ijsvlakte van Antarctica lijkt te versnellen. ‘Het kan betekenen dat we mogelijk eerder met nieuwe klimaatscenario’s komen dan gepland, in 2021.’ Nu gaat het KNMI uit van een meest waarschijnlijke zeespiegelstijging  van 80 cm in 2100, dat zou in die nieuwe scenario’s wel eens meer kunnen worden.


Early Warning voor heftige regenbuien

En wat te doen met extreme regenbuien? Want het is denkbaar om met verbeterde riolering, groene daken, open tegels in de tuin en waterpleinen een regenval van 100 mm in een dag te weerstaan, maar wat als er 300 mm valt? ‘Het wordt wel heel kostbaar alles daarop te dimensioneren.’

Van der Steenhoven kondigde aan dat het KNMI hard werkt aan een Early Warning System, het met steeds grotere precisie voorspellen waar en wanneer een heftige regenbui is te verwachten. ‘Dat stelt ons in staat preventieve maatregelen te nemen, bijvoorbeeld de sloten en kanalen extra laag uitmalen, of bepaalde wegen afsluiten.’
 

Indertijd groeide de kust bij zeespiegelstijging

Voor de zeespiegelstijging zou building with nature, ‘bouwen met de natuur’ misschien een antwoord kunnen zijn: gebruik de kracht van de natuur om het land te beschermen. Het meest aansprekende voorbeeld daarvan is de zogeheten zandmotor, een enorme hoeveelheid zand die voor de smalle duinenrij van de Zuid-Hollandse kust is gelegd waarbij zee en wind zorgen voor verspreiding van het zand langs de kust, waarvan ook natuur en recreatie profiteren (lees: ‘Kunstmatige zandbank voor de kust houdt het langer vol’.

Directeur Henk Nieboer van de Stichting Ecoshape die zich inzet voor bouwen met de natuur, memoreerde dat zo’n vierduizend jaar geleden de kust aangroeide, terwijl de zeespiegel steeg. ‘Dat hadden we vooral te danken aan de toevoer van sediment, zand en slib, door de rivieren.’ Die toevoer is door menselijk ingrijpen tot stilstand gekomen, ‘maar denkbaar is dat we die toevoer op een kunstmatige manier kunnen herstellen.’


Herstel mangrovebossen

Nieboer gaf een reeks van voorbeelden van bouwen met de natuur, zoals herstel van de mangrovebossen voor de kust van Java (lees ‘Natuurlijke golfbrekers’, pdf-bestand). ‘Hoe goed we ook kennis opbouwen, verrassingen zijn er altijd, want de natuur gaat zijn eigen gang.’ Zo blijkt bij bepaalde delen van de Javaanse kust dat herstel heel voorspoedig te lopen, bij andere delen daarentegen niet. ‘Dat onderstreept het belang van goede monitoring: volg wat er gebeurt, zodat je processen beter kunt begrijpen en waar nodig de natuur een extra zetje geeft om die kustbescherming wel te krijgen.’


Monitoren

Daarmee sneed Nieboer een thema aan dat ook in andere sessies aan bod kwam: hoe goed monitoren we eigenlijk onze waterbouwkundige werken? Daar is nog een wereld te winnen. Want er zijn weliswaar experimenten geweest met de zogeheten IJkdijk, waarbij met sensoren en glasvezel in de dijk heel precies in kaart werd gebracht wat er gebeurt wanneer een dijk gaat bezwijken, maar dat gebeurt bij de echte dijken nog nauwelijks. Terwijl kennis over wat er in een dijk gebeurt juist zo belangrijk is om zeker te weten of die voor zijn taak is berekend. Zo noemde Peter Damen van het Waterschap Rivierenland en Wouter Zomer van de IJkdijk dat dankzij monitoring een versterkingsoperatie begroot op 15 miljoen euro achterwege kon blijven. Zoals bij installaties sensoren en analyse van big data een steeds grotere rol speelt bij beheer en onderhoud, zal dat in de dijkenwereld ook zijn intrede gaan doen.


Gebruik openbaar beschikbare data

Datagebruik was ook het thema van een van de winnaars van de Universitaire Waterbouwprijs. Maurits Kampen had die gewonnen met zijn afstudeeronderzoek naar de beste manier om in een land als Myanmar de waterveiligheid te garanderen. Moet dat door dijken te versterken, huizen op palen te bouwen of schuilplekken in te richten? In Nederland zijn er gegevens genoeg om een afweging te maken wat het meest efficiënt is, in een land als Myanmar zijn die gegevens nauwelijks beschikbaar, tenminste niet vanuit de verantwoordelijke instanties. Kampen nam daarom zijn toevlucht tot openbaar beschikbare data, zoals van satellieten die heel nauwkeurig hoogteverschillen meten, of die inzicht geven in de vegetatie en de bestaande waterlopen. Op basis daarvan was hij, met alle onzekerheden van dien, toch in staat om ook voor Myanmar vast te stellen: versterking van de waterkeringen is de meest efficiënte manier om de veiligheid te vergroten.


Nederlandse tunnelbouwers in China

Los van bouwen me de natuur en het gebruik van data blijft de waterbouw zich ook bezighouden met het verzetten van grond of het storten van beton, zo bleek uit het verhaal van Hans de Wit, directeur van Tunnel Engineering Consultants, gespecialiseerd in afzinkbare tunnels. Het bedrijf  is betrokken bij de aanleg van een verbinding tussen Hongkong en Macau in China over zee, waarvan 25 km brug en bijna 6 km tunnel. Het zegt iets dat de Chinese opdrachtgevers juist dit Nederlandse bedrijf inschakelen. En het laat zien dat ook dat soort werk nog steeds nodig blijft.


Verankerde kademuren

Ook de winnaar van de HBO-Waterbouwprijs, Jordy Schutte, had een afstudeerscriptie op dat vlak. Nu bij Rotterdam de Nieuwe Waterweg en de haven in de Botlek worden verdiept, wilde het Havenbedrijf weten wat de gevolgen zijn voor de kademuren. Versteviging daarvan blijkt nodig te zijn, en Schutte ontdekte daarbij een slimme methode die eerder in Italië is toegepast: de kademuur onderin verankeren aan de waterbodem. Volgens een eerste schatting scheelt dat de helft van de kosten.

Openingsfoto: de winnaars van de Waterbouwprijs Maurits Kampen (links) en Jordy Schutte. Foto Pieter Magielsen.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.