Met een gecombineerde dijk-duinconstructie aan de kust bij het Zuid-Hollandse Monster gaan onderzoekers van de TU Delft monitoren hoe verschillende combinaties van zand en harde elementen eroderen tijdens storm.

UPDATE 8-1-2025: Testduin maandag al weggewaaid

‘We denken dat het duin binnen twee tot drie maanden volledig zal vervagen’, zei onderzoeker Daan Poppema nog in het nieuwsbericht van de TU Delft over de plaatsing van het duin. Dat bleek nog sneller te kunnen. Door de vier opeenvolgende stormen die het duin – dat expres op een kwetsbare plek was neergezet – te verduren kreeg, is het nu al verwaaid. Wat rest zijn de containers en stelconplaten.

Niet iedereen zal blij zijn geweest met het weer van de afgelopen dagen, maar bij de TU Delft waren een aantal onderzoekers vermoedelijk zeer tevreden met de stormachtige wind. Halverwege december 2024 hebben waterbouwbedrijven Van den Herik en Boskalis namelijk in opdracht van de TU Delft een testduin voltooid, bedoeld om de afslag van verschillende duintypen bij storm te bestuderen. De harde wind kwam dus precies op tijd voor deze experimenten.

Hybride

Het testduin van honderd meter lang bevindt zich op het strand van Monster in Zuid-Holland, schrijft de TU Delft in een nieuwsbericht. Het is verdeeld in vier verschillende hybride dijk-duinconstructies – dus vier verschillende combinaties van een duin van zand en een hardere zeewering van beton of metaal.

Beeld: Daan Poppema, TU Delft

Om het duin te maken werden duizenden kubieke meters zand verplaatst. Als harde elementen gebruikten de bouwers ofwel zeecontainers ofwel een dijkhelling van betonnen platen (stelconplaten), schrijft bouwbedrijf Van den Herik op zijn website. Hiermee maakten Boskalis en Van den Herik een stuk zandig duin zonder verharding, een stuk ‘dijk-in-duin’ waarbij de harde dijkhelling onder het zand zit, een stuk dijk, waarbij de harde dijkhelling bovenop het zand ligt, en een kering-in-duin, waarbij het duin een harde kern van containers heeft.

Beeld: Daan Poppema, TU Delft

Meten

Door de interactie tussen de harde en zandige elementen verloopt de duinafslag bij storm voor elk type duin anders, al is niet bekend hoe dit precies werkt. Het veldexperiment, Hybrid Dune genoemd, heeft als doel dit proces beter te begrijpen.

Hiervoor zijn zowel het testduin als de kustlijn voorzien van meetinstrumenten, zoals sensoren die de waterstroming, hoogte van de golven en erosie van het zand registreren. Bij storm worden met drones en LiDAR extra metingen van de duinafslag verricht.

Praktijk

Het versterken van duinen met harde elementen is niet nieuw. Er bestaan bijvoorbeeld al dijk-in-duin-constructies bij de Zuid-Hollandse dorpen Noordwijk en Katwijk, bij Scheveningen, en bij het Zeeuwse dorp Groede. Tien jaar geleden verrees bij Katwijk zelfs een duin waarin zowel een dijk als een parkeergarage verpakt zitten. Ook zitten er hier en daar onbedoeld harde constructies verstopt in het duinzand – zoals bunkers uit de Tweede Wereldoorlog.

Dijken zijn erosiebestendiger dan duinen, maar het voordeel van duinen is dat ze onderdeel van het natuurlandschap vormen en mee kunnen groeien met de zeespiegelstijging.

Het duin in Monster ligt op een kwetsbare plek, dichtbij de hoogwaterlijn. Hierdoor is het waarschijnlijk dit jaar al mogelijk om iets te zeggen over de effecten van extreme weersomstandigheden op de verschillende duin-dijk-constructies.

Eind februari of in maart wordt de gehele constructie – of wat daar van over is – weer van het strand verwijderd. Dan is het experiment afgerond, en  gaan de onderzoekers de meetresultaten analyseren en modelleren.

 

Openingsbeeld: TU Delft