Na twee jaar rekenen komt netbeheerder TenneT met concretere plannen om energie-eilanden op zee te bouwen. Conclusie: de eilandjes moeten relatief klein worden, en om alle offshore-stroom te verwerken moeten er in 2050 tien in de Noordzee liggen.

Vandaag presenteerde TenneT (of om preciezer te zijn het consortium North Sea Wind Power Hub) de conclusie van jarenlang onderzoek naar een energie-eiland. Hoewel er nog veel onzekerheden zijn, weet de beheerder in ieder geval zeker dat elk eiland maximaal 10 tot 15 gigawatt aan elektriciteit moet kunnen verwerken. Meer dan dat, en het wordt lastig om alle turbines aan te sluiten op het eiland. Als het minder vermogen aan kan wordt het bouwen van elk eilandje te duur.

Het idee voor een energie-eiland stamt al uit 2016, maar was toen nog weinig concreet. Inmiddels heeft het consortium berekend hoeveel zo'n eiland ongeveer kost en hoe het idee uitgevoerd kan worden.

 

Geldbesparing

Ook berekenden de ingenieurs van TenneT dat het mogelijk is om zo'n eiland 'voor maatschappelijke kosten' aan te leggen. Hoewel het duurder is in de aanleg dan gangbare infrastructuur, zeker als de eilanden verder van de kust liggen, zal geld worden uitgespaard doordat de kabels meteen dienst doen als internationale stroomaansluiting.

Dit wiel-en-spaaksysteem, zoals TenneT het noemt, is de manier om de nieuwe energie-infrastructuur efficiënt te houden in de toekomst. Stroomuitwisseling tussen landen zal, wanneer er 180 gigawatt aan offshore wind op de Noordzee is, essentieel zijn. De eilanden kunnen als doorgeefluik dienen: ze verzamelen stroom van omliggende turbines en voeren die door naar land. Door kabels naar - bijvoorbeeld - Nederland én Duitsland aan te leggen, kan er ook meteen stroom getransporteerd worden tussen de landen.

Die uitwisseling tussen landen is nodig omdat de turbines niet 100 % van de tijd voor stroom zorgen. Er is bijvoorbeeld soms geen wind of turbines hebben onderhoud nodig. Ongeveer de helft van de tijd wordt de kabel van het eiland naar het vasteland dan ook niet optimaal benut. Door de kabel ook voor internationaal stroomtransport te gebruiken, haal je 80 % gebruikstijd. De kabel wordt dan beter benut en verdient zichzelf sneller terug. Ook bespaar je op lange kabels voor elke turbine of set van turbines.
 

Waterstof

Ten slotte kunnen er ook installaties op de eilanden komen die stroom omzetten in waterstof. Transport van gas is volgens berekeningen 10 tot 20 keer goedkoper dan stroomtransport en scheelt dus ook geld. De aanleg van infrastructuur voor windparken wordt met een eiland 30 % goedkoper, denkt TenneT.

 

Ontwerp onbekend

Hoe de eilanden er uit moeten zien, is nog onduidelijk. Aanvankelijk was het idee om een echt eiland aan te leggen door zand te dumpen. Maar nu verkent TenneT ook andere oplossingen: afgezonken caissons of zelfs 'gewone' platforms; zie de illustratie hieronder. Welke methode het beste is hangt af van de locatie, waterdiepte en ecologische impact.
 


De aanleg van een dergelijk eiland zal minstens tien jaar in beslag nemen. Het vereist dat de landen rond de Noordzee afspraken maken over wie wat betaalt en hoe de stroom verdeeld wordt. Het is, kortom, een lang proces. Daarom vraagt TenneT nu al aandacht voor het idee. 'Als de eilanden in 2050 af moeten zijn kan je niet in 2045 een beslissing nemen', vertelt projectmanager Michiel Müller.

Beeld: NSWPH

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.