De komende jaren moeten er honderden offshore windturbines worden bijgebouwd. Een Zoetermeerse onderneming heeft een installatieschip ontworpen dat die operatie een stuk efficiënter kan uitvoeren. 


Door onze zucht naar duurzame energie verandert de Noordzee langzaamaan in een enorm bouwterrein. In 2030 moet 75 procent van het huidige elektriciteitsgebruik offshore worden opgewekt. Dat vereist de bouw van vele honderden windturbines op zee. 

Er zijn verschillende typen funderingen voor dergelijke offshore windturbines, maar verreweg de populairste blijft de monopile: een enkele stalen buis die diep de grond in wordt geboord en waarvan het bovenste deel boven het water uitsteekt. Daarop wordt vervolgens de turbinemast geplaatst.


Makkelijkste optie

'Er wordt wel gesproken over drijvende windturbines en die zullen er ook zeker op grote schaal gaan komen. Ook staan er turbines op jackets, op maat gemaakte, open onderbouwconstructies die uit de olie- en gaswereld komen en vaak worden gebruikt als onderstel voor transformatiestations in windmolenparken', zegt Koen van der Perk van offshore installatiespecialist Penthus in Zoetermeer, een pas eerder dit jaar opgericht bedrijf. 'Maar de monopile geniet als het maar even mogelijk is de voorkeur en is de makkelijkste en goedkoopste optie, met het minste onderhoud.'

De schepen die momenteel worden ingezet voor de bouw van windparken, zijn uiterst veelzijdig, zegt Van der Perk. Zo zijn er jackupschepen, drijvende hefplatforms met een grote kraan die behalve voor het installeren van turbines ook voor de funderings- en andere werkzaamheden kunnen worden ingezet. Hetzelfde geldt voor kraanschepen: die zijn geschikt voor allerlei soorten doeleinden. 

'Dat klinkt handig, maar feitelijk vaar je rond met een heel Zwitsers zakmes, terwijl je bij het neerzetten van monopiles al die gereedschappen niet nodig hebt', zegt Van der Perk. 'Alles wat we niet nodig hebben, is weggelaten.'


Zo efficiënt mogelijk

Zijn bedrijf, Penthus, besloot een schip te ontwerpen dat slechts één ding kan, maar dan wel zo efficiënt mogelijk: het installeren van monopiles.

'We gingen niet uit van een bestaand schip en wat daarmee mogelijk zou zijn, maar we begonnen bij nul: wat moet een installatieschip van monopiles kunnen, hoe kunnen we dat proces zo efficiënt mogelijk vormgeven? Vervolgens bouwden we daar een schip omheen.' Dinsdag 5 juli maakte Penthus het ontwerp wereldkundig.


Korte bouwtijd

Het resultaat is de Aneta, Grieks voor simpel. 'Het uitgangspunt was het schip zo simpel mogelijk te houden, met alleen plek voor noodzakelijke apparatuur en optimale gewichtsverdeling, zodat het schip zo klein mogelijk kon blijven.'

Het nieuwe schip heeft diverse voordelen boven de bestaande installatieschepen, zegt Van der Perk. Zo liggen de bouwkosten een stuk lager dan bij de gebruikelijke schepen. 

De bouwtijd is hooguit 24 maanden, waar dat voor bestaande schepen zeker drie jaar of meer is. Juist in een markt waar de vraag naar zulke schepen snel toeneemt, moet dat in de markt de doorslag gaan geven, verwacht Van der Perk.

Najaar 2023 wil Penthus het eerste schip daadwerkelijk gaan bouwen, maar nu al heeft het bedrijf twee licenties verkocht aan het Amerikaanse Bleutec Industries, dat er al vanaf 2024 mee aan de slag gaat in windfarms voor de Amerikaanse kust.


Beeld: Penthus

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.