Blog Frank Biesboer

Wat is de rol van ingenieursbureaus bij de vormgeving van de stad van de toekomst. NLingenieurs vierde gisteren zijn 100-jarige bestaan met een intrigerend symposium.

Bij een jubileumcongres ligt het voor de hand er een parade van hoogtepunten van het werk van ingenieursbureaus van te maken. Stof genoeg zou je zeggen in het zozeer door ingenieurs vormgegeven Nederland. Maar NLingenieurs koos daar niet voor. In plaats daarvan lag een toekomstvraag op tafel: hoe zorgen we dat steden van de toekomst gaan bijdragen aan het realiseren van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties (Sustainable Development Goals), en wat gaat dat betekenen voor de rol van de ingenieur? Dat betekende eerder introspectie dan triomfgeschal.

De bijeenkomst in het Amsterdamse Pakhuis de Zwijger leverde geen staalkaart van mogelijke ingenieursoplossingen, maar receptuur voor de wenselijke aanpak. ‘Ga achter je bureau vandaan’, benadrukte duurzaamheidsondernemer Anne-Marie Rakhorst. ‘Wees nieuwsgierig naar de vraag achter de vraag’, zei planoloog Marije ten Cate van de gemeente Rotterdam. ‘Heb geen angst voor complexiteit, maar zie die als een bron van innovatie’, aldus Arie Voorburg van Arcadis.

Achter deze woorden die eerder lijken te passen op een managementcongres dan een ingenieursbijeenkomst, gaan verschillende inzichten schuil.

► Zorg voor cross-sectorale aanpak

Ten Cate gaf een sprekend voorbeeld. In Rotterdam heeft de Roteb voor de gescheiden inzameling van afval op straateilanden zeven grondcontainers geplaatst. Prachtig voor elkaar. Maar met een program van stedelijke verdichting is de consequentie dat er straks op elke ‘hoek van de straat zo’n eiland komt te staan. Dat gaat ten koste van parkeerplaatsen voor auto en fiets, perkt wandelruimte in, vermindert het verblijfgenot, want die bakken stinken, en legt beslag op de ondergrond die ook nodig is voor warmtenetten, afgekoppelde riolering en wat niet meer. Geïsoleerde oplossingen werken niet meer, uiteindelijk moet alles in samenhang worden aangepakt.

► Betrek de gebruiker erbij

Wie denkt vanachter zijn bureau met een werkbare oplossing te komen, heeft niet begrepen dat de aanpak van het één altijd consequenties heeft voor het ander, dat er altijd een complex geheel is aan partijen en belanghebbenden die uiteindelijk bepalen wat er gaat gebeuren. En de kennis van al die belanghebbenden is nodig om tot wel werkbare oplossingen te komen, en dat geldt zeker voor de direct betrokkenen: bewoners, consumenten, gebruikers. Rakhorst: ‘Zie hun kwaliteit, laat je door hen inspireren.’ Dus kom achter je bureau vandaan.

► Kijk naar de onderliggende vraag

Als Rijkswaterstaat wordt gevraagd een snelweg uit te breiden, dan moet niet de eerste vraag zijn: hoe krijgen we dat technisch voor elkaar, maar moet de eerste vraag zijn: wat is het probleem? Kennelijk is er een bepaalde mobiliteitsbehoefte, is daar misschien ook anders in te voorzien? En waar komt die mobiliteitsbehoefte vandaan? Valt daar iets aan te doen? Kortom, wat is de vraag achter de vraag.

► Aanpasbaarheid is de enige optie

De klassieke aanpak is: we zien meer afval, dus we moeten zorgen voor extra verwerkingscapaciteit bij de gemeente. Maar misschien wordt afval straks wel zo veel waard vanwege de grondstoffen die er in zitten, dat er andere partijen opstaan die slimmere ophaalsystemen bedenken en daar goede zaken mee doen. Hebben we straks nog wel parkeerplekken nodig als zelfrijdende deelauto’s de overhand krijgen? Er verandert zo veel op het gebied van energie, omgaan met grondstoffen, mobiliteit, dat we de toekomst niet kennen. Er is dus ook geen zekerheid dat waar we vandaag in investeren morgen nog gewenst is. Ingenieurs moeten de kunst leren om te ontwerpen voor onzekerheid, op veranderbaarheid en aanpasbaarheid.

Het voorbeeld uit Rotterdam met de gescheiden afvalcontainers maakte het concreet. Net zoals het voorbeeld van Hans Vermeulen van DUS-architecten, bekend van het 3D-geprinte Grachtenhuis, maar die daar vanaf is gestapt en nu werkt aan een catalogus van online te bestellen on demand geprinte bouwonderdelen, momenteel levert hij geprinte vloeren. ‘De koppeling van software aan de maakindustrie zal een megaverandering voortbrengen.’ Otto Schepers van Witteveen+Bos noemde de megafietsenstallen in de centra van Amsterdam en Utrecht als de nieuwste planologische blunder. En Pallas Achterberg van Alliander vindt dat er alleen nog nieuwbouwwoningen mogen komen die volledig hun eigen energie opwekken ‘Als je een huis hebt dat is aangesloten op aardgas dan heb je een huis met een gebrek.’

Zekerheden voor de toekomst zijn er niet, ingenieursbureaus zullen anders te werk moeten gaan. Een mooiere uitdaging kun je je op je 100-jarige symposium nauwelijks indenken.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.