column

Antiek meubilar is een bedreigde diersoort, stelt columnist en houtliefhebber Marcel Möring.


‘Wat denk je?’, vraagt mijn vrouw.

We staan in de krappe ruimte tussen een enorme, met bladgoud beklede spiegel, twee rekken met vintage kleding, een chaise longue die mij interesseert en een houtkacheltje dat zwart en koud staat te zijn.

‘Leuk’, zeg ik.

‘Leuk?’

Dat had ik niet moeten zeggen. Leuk betekent: ik vind er niets van, ik wil er niets van vinden, ik kan er niets van vinden. Er is een scene in de documentaire over Madonna (In Bed with Madonna) waarin Kevin Costner na afloop van een concert de kleedkamer binnenkomt en op de vraag van Madonna hoe hij het vond antwoordt: ‘We thought it was neat.’ Als hij de kleedkamer heeft ver­laten maakt Madonna een gebaar alsof ze moet overgeven: ‘Neat?’

‘Ik keek naar die chaise longue’, zeg ik.

‘Ja, leuk,’ zegt mijn vrouw, die een soort tango-­pumps ophoudt. De vage angst komt op dat ze op dansles wil in het dorpshuis, waar we met twintig andere leeftijdsgenoten noorde­lijke heupen verleidelijk proberen te laten zijn.

‘Passen ze?’, zeg ik.

Er is altijd de vraag, in dit soort antiek/bric-à-brac/brocanterie-zaakjes, wie de vorige eigenaar was van wat je begeert. Ik vermoed dat het meeste uit boedels komt waarvan de eigenaar niet meer onder ons is.

Het wekt mijn nieuwsgierigheid. Een goede vriend dook lang geleden een boek op uit het grof vuil langs een Amsterdamse gracht. Tussen de pagina’s school een facsimile van de gedichten die Albrecht Haushofer schreef in de Berlijnse Moabit-gevangenis, waar de Nazi’s hem eerst hadden opgesloten en vlak voor de bevrijding executeerden. Mijn vriend vertaalde die gedichten, schreef er een inleiding bij en dat werd een boek dat onlangs werd gepubliceerd. Het is heel mooi geworden, maar ik vroeg mij af wie die pagina’s met gedichten van een lang ver­geten schrijver eind jaren tachtig in een boek had gestopt, en waarom.

‘Welke gracht was het?’, vroeg ik mijn vriend.

Hij wist het niet meer.

Zinloze vraag, natuurlijk, maar op de een of andere manier dacht ik dat straat en huisnummer me op het spoor zouden zetten van het verhaal achter die grofvuilvondst.

Ondertussen laveer ik langs rekken met kleding, antieke meubels, een medicijnkastje waarop een groot rood kruis is geschilderd en verrassend veel bolhoeden. Een handelaar vertelde mij onlangs dat antiek de ultieme vorm van recycling is.

‘Massief mahonie’, zei hij, terwijl hij klopte op een tweehonderd jaar oud Drents meidenkastje. ‘Voor dit geld kun je bij IKEA een uit karton en afvalhout opgetrokken meubeltje kopen dat geen twee verhuizingen overleeft. Daarna kun je dat meubeltje weggooien. Maar dit hier overleeft jou.’

Er is geen dankbaarder materiaal dan hout

Bruine meubels, zoals antieke stoelen, tafels en kasten geringschattend worden samengevat, zijn zo weinig populair dat ze voor een habbekrats worden verkocht. Vaak belanden ze in handen van een influencer die een eiken theekastje uit 1840 met krijtverf bekladt en het hele proces in een YouTubefilmpje vervat dat de hashtags remake en upcycle draagt. 

Soms kopen mensen zoals ik zo’n meubeltje, doen er drie weken over om alle verbindingen te herstellen met huidenlijm, stomen deuken op, maken nieuwe poten of laden en werken alles af met schellak. Daarna geven ze het meubeltje weg.

Verkopen heeft geen zin, want bijna niemand ziet nog de waarde van negentiende-eeuws vakmanschap en massief hout. Antiek meubilair is een bedreigde diersoort.

Niet dat ik zo van antiek houd. Ik ben meer van de lege ruimten met strak post-Bauhausmeubilair. Maar ik houd van het vakmanschap waarmee honderd jaar en langer geleden meubels werden gemaakt, de kwaliteit van het hout en hoe dat is bewerkt. Ik houd er nog meer van om iets te repareren en er is geen dankbaarder materiaal dan hout.

Als je een tweehonderd jaar oud kastje helemaal terug­schuurt tot het blanke hout en daarna met waterbeits en schellak weer een diepe glans van mahonie of eiken geeft, dan is het alsof je iets hebt gered. Het meest houd ik nog van het proces, de nauwkeurigheid van een restauratie, het eindeloze schuren of met een vlijmscherpe beitel nieuwe klauwpootjes of zwaluwstaartverbindingen maken.

Inmiddels heeft mijn vrouw onder het goedkeurend oog van de eigenaresse een rok gepast. Ik kijk naar de chaise longue. Jammer dat daaraan niets te restaureren valt.


Dit najaar verschijnt Marcel Mörings roman Mordechai, het verhaal van een schrijver met een onstilbare honger naar vrijheid.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.