In zijn boek Abundance (‘overvloed’) beschrijft Peter Diamandis, een van de oprichters van Singularity University, hoe we de komende twintig tot dertig jaar alle grote problemen in de wereld oplossen. Hij voorziet als direct gevolg van de exponentiële groei van ons technisch kunnen dat er voldoende water, voedsel, onderwijs en gezondheidszorg zal zijn voor de 11 miljard mensen die onze wereld ooit bevolken.

De basis voor die overvloed ligt volgens hem voor een groot deel in gratis energie die in de toekomst beschikbaar komt. Tot mijn eigen verbazing zijn er weinig wetenschappers die er nog aan twijfelen dat over enkele decennia energie zo goed als voor niets wordt opgewekt. En steeds vaker wordt dat toegeschreven aan de snel goedkoper wordende zonnecellen; die verslaan al jaren alle voorspellingen in positieve zin.

Het energieprobleem verschuift van een opwekprobleem naar een opslagprobleem

Daar komen wat typisch Nederlandse problemen en kansen bij kijken. Een probleem is dat we nogal ver van de evenaar af wonen; er woont maar ongeveer 1 % van de wereldbevolking dichter bij één van de polen. Dat geeft aardig wat verschil in zonne-energie-instraling tussen de seizoenen; in de praktijk ongeveer een factor zeven. Dus we moeten óf zeven keer meer zonnecellen installeren dan in de zomer nodig is (waar we zelfs met de Noordzee erbij geen ruimte voor hebben), óf stroom importeren, óf kijken naar een combinatie van duurzame bronnen.

Uit dit probleem ontstaat ook een kans. Het energieprobleem verschuift namelijk van een opwekprobleem naar een opslagprobleem. De gratis energie komt hoogstwaarschijnlijk beschikbaar in elektrische vorm. Om die op te slaan, zijn batterijen een goede optie voor auto’s en voor het opvangen van dag-nachtcycli. Voor zomer- wintercycli en andere vervoersmiddelen zoals vliegtuigen, vrachtwagens en schepen geldt dat echter niet.

De kerncompetentie van oliebedrijven is niet om fossiele brandstof op te pompen, maar om energiedragers, waar ter wereld die ook ontspringen, bij de gebruiker te krijgen

De natuur is opmerkelijk genoeg ook nooit voor batterijen gegaan. Daar wordt steevast gekozen voor energiehoudende koolstof-waterstofketens zoals suikers, oliën en vetten. Ik voorspel dat wij dat ook gaan zien in ons toekomstig energiesysteem. Sommigen denken dan aan pure waterstof, maar ik vermoed dat we verder knutselen tot we makkelijker te hanteren brandstofketens hebben. Dit vergt nog veel onderzoek en een combinatie van drie competenties waar Nederland in de top meedoet: hightech, chemie en energietechniek. In Eindhoven wordt bij DIFFER (Dutch Institute for Fundamental Energy Research) samen met de TU Eindhoven en andere partners onderzoek verricht naar het gebruik van plasma om CO2 op te waarderen naar CO, de essentiële stap in het hele proces, en dat geeft nu al veelbelovende resultaten. Want feit is dat de eerste kilo’s duurzame brandstof al zijn geproduceerd en met exponentiële ontwikkeling kan het hard gaan in de toekomst.

Slecht nieuws voor Shell en consorten? Integendeel. De kerncompetentie van oliebedrijven is niet om fossiele brandstof op te pompen, maar om energiedragers, waar ter wereld die ook ontspringen, bij de gebruiker te krijgen in de meest geschikte vorm. Dat is meer dan ooit nodig in een wereld met energie in overvloed. Droom gerust mee, want de meesten van u zullen die wereld nog meemaken. Nu maken we nog elektriciteit van brandstof, straks maken we brandstof van elektriciteit. En dat vergt omdenken.

Carlo van de Weijer is directeur van het strategisch onderzoeksgebied Smart Mobility aan de TU Eindhoven en tevens werkzaam bij TomTom.