Met de combinatie van de temperatuur van het oppervlaktewater, poldergemalen en warmte- en koudeopslag in de bodem is in een substantieel deel van de warmte- en koudevraag van woningen en gebouwen te voorzien, zo blijkt uit berekeningen van de Unie van Waterschappen en Rijkswaterstaat.

De organisaties maakten de resultaten van hun berekeningen vandaag bekend tijdens de Nationale Klimaattop in Rotterdam.

Rijkswaterstaat en de Unie van Waterschappen kwamen met hun plan om alle energie en infrastructuur van de Nederlandse wateren te gebruiken. De clou van het plan is dat het oppervlaktewater veel warmte-energie herbergt. ’s Zomers is dat water rond de 20 °C en in de winter rond de 5 °C. Daarmee is in de zomer veel warmte en in de winter koelte te winnen, zelfs als men maar voor 6 °C temperatuurverschil aan energie uit het water haalt.


Bodemopslag

Het plan is om het warme/koude water in de zomer/winter te gebruiken om een warmte/koudebron in de bodem 'op te laden'. De warmtebron wordt dan in de winter gebruikt om gebouwen te verwarmen, en de koudebron om die gebouwen in de zomer te koelen.

‘Uiteraard is er nu ook al warmte- en koudeopslag in de bodem, maar het blijkt bij veel gebouwen lastig om de temperatuur van die bodemopslag in balans te houden. Met de aanvulling vanuit het oppervlaktewater is dat wel mogelijk’, zegt ir. Barry Scholten van het energieadviesbureau IF Technology en bedenker van het hele concept. ‘Sterker nog, via het oppervlaktewater kunnen we zorgen voor een heel stabiele voeding van de opslag, waardoor die veel beter functioneert.’


Gunstig milieu-effect

Omdat het veroorzaakte temperatuurverschil beneden de 6 °C blijft, kan het gebruikte oppervlaktewater zonder probleem weer terug in de kanalen en sloten. Met name in de zomer draagt het afkoelen van het gebruikte oppervlaktewater ook nog eens bij aan de ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater. Blauwalgen hebben bij een kouder zomerwater minder kans om explosief te groeien.


Gemalen zijn er toch al

Om het oppervlaktewater voor de opslag te benutten zijn pompen nodig, en Scholten zag daar een mooie combinatie met de apparatuur die toch al op grote schaal in het oppervlakte water staat, namelijk de gemalen die er voor zorgen dat de polders droog blijven. ‘Die pompen draaien alleen bij extreme waterstanden op vol vermogen, en hebben dus capaciteit over om ook de circulatie van het oppervlaktewater naar de bodemopslag te verzorgen.’ Door gemalen te benutten zijn er dus minder aparte installaties nodig.

 

Oppervlaktewater als energiebron voor warmte (grotere prent) en koude (grotere prent). Illustratie Defacto.


Andere koelbronnen

Bij stedelijk gebied langs rivieren is het energiepotentieel van het water vaak direct te benutten, zonder de combinatie met bodemopslag. ‘Het langsstromende water herbergt zo veel energie, dat er direct mee is te koelen.’ Een voorbeeld is de Maastoren op de Kop van Zuid in Rotterdam die de warmte-energie van het rivierwater benut.  

Koelte is ook te halen uit diepe plassen, waar het water onderin een min of meer constante temperatuur heeft van zo’n 5 °C. Zo levert Nuon al ruim tien jaar koelwater dat het op een diepte van 30 m uit de Nieuwe Meer haalt. Dat koelwater wordt gebruikt voor kantoren en woningen langs de Zuidas. Het opgewarmde retourwater wordt via een aantal stappen weer op 15 m diepte aan de plas teruggegeven, waar het zijn warmte afgeeft en weer verder naar de bodem zakt.


Twaalf procent van de warmtevraag

Uit inventarisatie van de bestaande waterlopen en plassen, gemalen, mogelijkheden van warmte- en koudeopslag in de bodem en nabijheid van energievraag van woningen en gebouwen blijkt dat het op deze manier benutten van het oppervlaktewater een enorm energiepotentieel heeft. Er is daarmee in zo’n 12% van de totale warmtevraag van gebouwen (totaal 350 PJ (petajoule)) te voorzien en ruim de helft van de vraag naar koelte (totaal 7 PJ). Verreweg het grootste aandeel wordt daarbij geleverd door de combinatie van oppervlaktewater en gemalen. Scholten: ‘Met zo’n gemaal is het geen enkel probleem om op een afstand van een kilometer gebouwen van warmte en koude te voorzien.’


Gekoelde vis in Urk

De uitvoerbaarheid hangt sterk af van lokale omstandigheden, en is altijd maatwerk, aldus Scholten. Een gunstige bijkomstigheid is dat veel gemalen toe zijn aan renovatie. ‘De combinatie met bodemopslag kan bijdragen aan de financiering daarvan.’

Verder is IF Technology met verschillende waterschappen in gesprek over proefprojecten. Scholten noemt een project in Urk heel kansrijk.  ‘We willen daar het Vissering-gemaal benutten voor levering aan de tientallen visbedrijven in het dorp, die vooral koeling nodig hebben.’

Openingsfoto: Het gemaal Ruge Lollum tussen Harlingen en Bolsward. Foto Wetterskip Fryslân.