Tienduizenden bedrijven en instellingen wachten op een aansluiting op het elektriciteitsnet. Behalve op versterking van het huidige net moet er dan ook volle bak worden in gezet op slimmere aansturing, stelt onderzoeker Roel Dobbe van de TU Delft, met daarbij een doorslaggevende rol voor AI en oog voor bestaanszekerheid.

 

Eind oktober presenteerde minister van Klimaat en Groene Groei Sophie Hermans haar energie- en klimaatbeleid. EĂ©n van de woorden die ze telkens herhaalde, was netcongestie. Ons stroomnet is steeds vaker overbelast.

Daar hebben huishoudens last van, maar ook de elektrificatie van de industrie loopt vertraging op. Waar congestie voorheen werd voorkomen door het netwerk tijdig te versterken – een proces dat asset management wordt genoemd – beseffen netbeheerders nu dat, door gebrek aan tijd en geld voor fysieke versterkingen, de focus moet komen op digitale aansturing van het netwerk, ook wel systeemoperatie genoemd. Daarbij wordt de consumptie of opwekking van elektriciteit op gerichte punten in het netwerk actief bijgestuurd door gebruik te maken van de flexibiliteit van consumenten, die energie op een ander moment van de dag kunnen gebruiken óf leveren.

AI: veerkracht en flexibiliteit

Uit ons onderzoek blijkt dat het met kunstmatige intelligentie (AI) mogelijk is het net veel beter te benutten. Hoe? Door vooraf te voorspellen waar congestie kan ontstaan en daarop het gedrag van lokale energiegebruikers aan te passen. Zo kunnen energiestromen binnen het netwerk worden gestuurd om overbelasting te voorkomen.

Daarnaast maakt AI het mogelijk de aansturing van het net te decentraliseren, door alleen gebruik te maken van lokaal beschikbare gegevens, zoals temperatuur, luchtvochtigheid en energieverbruik of productie van dat moment.

Met je eigen informatie kun je met AI aansturing van je batterij, laadpaal, zonne- of warmtepompinstallatie ‘leren’ en zo het gedrag van een centrale optimalisatie nabootsen. Gek genoeg zijn congestiepatronen heel goed lokaal te voorspellen. Als iedereen vervolgens met behulp van lokale metingen zijn gedrag een beetje  aanpast, kunnen er op netwerkniveau congestieproblemen worden voorkomen.

Het goede nieuws is dat zulke ‘gedistribueerde energiediensten’ ook bijdragen aan privacybescherming, doordat netbeheerders niet continu real-time gegevens nodig hebben. Daarnaast is een meer gedecentraliseerd energie systeem op termijn veerkrachtiger tegen natuurrampen of cyberaanvallen. Maar waarschijnlijk het belangrijkste: door deze lokale ‘aanstuurbaarheid’ verdwijnen veel van de huidige congestieproblemen. AI biedt dus een oplossing. De vraag is: wat houdt minister Hermans tegen om de eerste succesvolle AI-minister te worden?

Zoals we ons langzaam realiseren, brengt AI echter ook sociale uitdagingen. Slimmer sturen in het netwerk met AI en algoritmen brengt politieke keuzen met zich mee. Wie moet wanneer zijn verbruik of opwek aanpassen? Hoe compenseren we partijen voor hun bijdrage? Hoe voorkomen we dat alleen mensen met een warmtepomp, zonnepanelen of thuisbatterij profiteren? Hoe creëren we de juiste voorwaarden voor datauitwisseling en sturing van installaties, terwijl we tegelijkertijd privacy en cybersecurity borgen?

Systeemkundige en AI-specialist Roel Dobbe van de TU Delft. Foto: TU Delft

Energie is sociaal

Deze maatschappelijke vraagstukken doen zich momenteel op veel plekken voor. Ons onderzoek in Amsterdam laat zien dat er een groeiende kloof ontstaat tussen wie wel en wie geen zonnepanelen op zijn dak heeft; vooral huurders en mensen met lagere inkomens staan flink op achterstand. Tegelijkertijd stelt het kabinet voor de salderingsregeling af te schaffen zonder dat er is nagedacht over hoe huishoudens die nooit hebben kunnen profiteren, eerlijk kunnen worden gecompenseerd om de energiekloof te dichten. Energiebeleid vergt dus ook sociaal beleid.

Hermans’ voorganger, Rob Jetten, heeft stappen gezet om de congestieproblematiek te beteugelen. Zo is er een nieuwe richtlijn gekomen voor het ‘sociaal prioriteren’ van de wachtlijst voor aansluitingen, waarbij organisaties die bijdragen aan het oplossen van congestie voorrang kunnen krijgen. Daarnaast is er een Energiewet aangenomen. Toch zien we dat bij beide initiatieven nog onvoldoende is nagedacht over te verwachten negatieve effecten voor kwetsbare groepen. Ons onderzoek laat zien dat dergelijke regels heel verschillend kunnen uitpakken in verschillende gebieden.

De Raad van State was uitermate kritisch over het gebrek aan maatregelen voor ‘kwetsbare afnemers’ in Jettens wetvoorstel. Daar zijn wel amendementen uit gekomen, maar het ontbreekt nog aan een integraal beeld over de wijze waarop bestaanszekerheid kan worden meegenomen in de energietransitie. 

Bestaanszekerheid voor elektriciteit

De huidige aanpak vergroot de onzekerheid bij burgers en bedrijven, wat weer kan leiden tot frustratie en ver traging van de energietransitie. Daarnaast verkleint erdoor de kans dat we de belofte van AI voor systeemoperatie rap en succesvol kunnen waarmaken. Netbeheerders worden namelijk gehinderd door grillig beleid en het gebrek aan duidelijkheid. Er is dus dringend behoefte aan een concreet plan voor slimme investeringen, en dan op zo’n manier dat iedereen kan meeprofiteren en de ongelijkheid niet toeneemt. Door slimme AI-gebaseerde sturing kan de bestaande capaciteit van Ă©Ă©n bedrijf of huishouden ook worden gebruikt om een ander aan te sluiten of te laten verduurzamen. Daarvoor zijn wel breed gesteunde afspraken nodig.

Maken we die niet, dan kunnen AI en digitalisering juist leiden tot meer onrecht en schade voor burgers en bedrijven. Laat dit dus vooral een oproep aan de minister zijn: bouw een breed gedragen sociale basis voor het realiseren van slimme netten en ga aan de slag met het vormgeven van bestaanszekerheid voor de  energietransitie.

Gebruik AI daarbij als hulpmiddel, maar niet als doel op zich.

Tekst: Roel Dobbe. Hij is als systeemkundige en AI-specialist verbonden aan de TU Delft.
Openingsbeeld: Depositphotos