Uit het magazine

Krapte op de arbeidsmarkt kan deels worden opgelost door vaker te kijken naar statushouders en hun mogelijkheden. Welke uitdagingen brengt dat met zich mee en wat levert het op?

 

‘Eén van de belangrijkste dingen die ik in Nederland moest leren, was de taal. Maar Nederlands leren door zelfstudie bleek lastig. Ik pikte er in het begin nog het meest van op tijdens een baantje bij McDonalds.’ Aan het woord is urban planner Mohammed Al-rawhani, geboren in Jemen en nieuwkomer in Nederland. Momenteel is hij werkzaam als projectcoördinator bij ProRail. ‘Dat is deels te danken aan een mentorprogramma van de organisatie Refugee Talent Hub’, vertelt hij op een terras in Delft. ‘Daar leerde ik hoe ik mezelf moet presenteren.’

 

Personeelstekort

De technische sector in Nederland snakt naar personeel. In het laatste kwartaal van 2023 waren er 78.900 openstaande vacatures in de techniek en 26.200 in de ICT, schreef het Techniekpact (een samenwerkingsverband van onderwijsinstellingen, werkgevers- en werknemersorganisaties, regio’s en het rijk) in juni op zijn website. Door dit tekort aan arbeidskrachten lopen projecten in de energietransitie, digitalisering en verduurzaming vertraging op.

Intussen staat een grote groep mensen te popelen om aan het werk te gaan: nieuwkomers met een vluchtverleden. Hiervan zijn er in Nederland in totaal (inclusief kinderen) ongeveer 280.000, volgens de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. Dit betreft bijna 40.000 asielzoekers – mensen die nog geen antwoord hebben gekregen op hun asielaanvraag, 10.000 nareizigers, 100.000 gevluchte Oekraïners en ongeveer 132.000 statushouders: vluchtelingen die een verblijfsvergunning hebben gekregen en hier een nieuwe toekomst moeten zien op te bouwen. Een deel van die mensen heeft een achtergrond in de techniek, en kan dus helpen de personeelstekorten in de sector weg te werken.

 

Dit is niet het volledige artikel. Het hele verhaal staat in De Ingenieur van oktober 2024. Interessant? Neem eens een proefabonnement van drie nummers voor 25 euro.

 

Ongeschreven regels

‘Een no-brainer’, vindt Wilma Roozenboom, directeur van Refugee Talent Hub, een organisatie die nieuwkomers in Nederland en potentiële werkgevers bij elkaar brengt. Bedrijven die nieuwkomers inzetten zijn vaak zeer tevreden met het resultaat, vertelde zij op de bijeenkomst ‘Nieuwkomers & Werk’ die Refugee Talent Hub in juni organiseerde. Bovendien is de maatschappij bij snelle arbeidsintegratie gebaat, net als de economie. Begin dit jaar lieten Refugee Talent Hub en enkele andere partijen een onafhankelijke studie uitvoeren, waaruit blijkt dat het loont om nieuwkomers eerder in de asielprocedure toegang te geven tot de arbeidsmarkt. Wie snel aan de slag kan, doet immers korter beroep op de bijstand en draagt meer loonbelasting en btw af. Bovendien draagt werken bij aan een snellere en betere integratie in de samenleving. Al met al levert dit over een periode van tien jaar twee miljard euro aan extra welvaart op, toonde het onderzoek aan.

Toch blijkt de weg naar de arbeidsmarkt voor nieuwkomers vaak moeilijk te vinden, vooral vanwege taalbarrières, verschillen in cultureel bepaalde gewoonten en ongeschreven regels op de Nederlandse werkvloer. Om die reden bieden werkgevers en opleidingsinstituten steeds vaker voorbereidingstrajecten aan, en zijn er organisaties als Refugee Talent Hub die de nieuwkomers en werkgevers hierbij begeleiden.

Een voorbeeld van zo’n voorbereidingstraject bij een werkgever is de Talent Academy van advies- en ingenieursbureau Arcadis. ‘Wij zijn in 2016 begonnen met het gericht werven van nieuwkomers, om deze doelgroep een kans te bieden op de arbeidsmarkt. Aanvankelijk deden we dat door mensen nogal ad-hoc werkervaringstrajecten aan te bieden, in de hoop dat het uiteindelijk tot een contract zou leiden’, vertelt Virginia Guasp Mangani, coördinator van de Talent Academy, op het kantoor van Arcadis in Amersfoort.

 

Vaste contracten

Dat initiatief groeide uit tot een structureel programma. Inmiddels wordt er bij Arcadis twee keer per jaar een traject uitgerold voor acht tot twaalf vacatures. Hiervoor werkt het bedrijf samen met Refugee Talent Hub, waarvan het in 2016 ook één van de oprichters was. Guasp Mangani: ’Zij doen de werving, wij hebben de vacatures.’

Elke deelnemer aan de Arcadis Talent Academy begint met een leerwerktraject van zes maanden. In die periode gelden de kandidaten als extra personeel boven de formatie, maar werken ze wel meteen in de teams mee aan projecten. Zo leren ze de systemen, processen, software en werkcultuur van het bedrijf kennen. Als het van beide kanten bevalt, stromen ze door naar een reguliere baan.

De belangstelling is groot, vertelt Guasp Mangani. Op elke ronde komen zo’n honderd reacties. ‘Sinds we het in 2020 zijn gaan bijhouden, hebben in totaal zestig statushouders aan dit programma meegedaan. Daaruit zijn 36 vaste contracten voortgevloeid.’

De kracht van programma’s als de Arcadis Talent Academy is het buddy-systeem. Bij Arcadis krijgt de nieuwkomer een manager als mentor die een persoonlijk ontwikkelingsplan met hem of haar maakt, en een buddy op de werkvloer bij wie hij of zij met praktische vragen terecht kan. Guasp Mangani: ‘Die buddy heeft meer tijd. We zijn echt een heel groot bedrijf, ook voor iemand uit Nederland die net begint is het vaak overweldigend. Dan is het fijn iemand te hebben aan wie je direct vragen kunt stellen.’ Daarnaast regelt Arcadis lessen in soft skills en taaltrainingen, specifiek gericht op communicatie op de werkvloer.
 

Badr Ali studeerde geologie toen hij uit Syrië moest vluchten. In 2023 was hij de eerste student die het leerwerktraject voor statushouders van de HAN voltooide. Hij studeerde af in de elektrotechniek en ging werken in de zonne-energiebranche, bij SolarPS. Foto: HAN Applied University

Scholing

Naast bedrijven zijn er ook opleidingsinstituten die nieuwkomers voorbereiden op de arbeidsmarkt. Zo heeft de HAN University of Applied Sciences een speciaal leerwerktraject voor statushouders die in de energietransitie willen werken: ‘Werken en leren met energie’. Het project is een initiatief van HAN Talencentrum, Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF en SEECE (Sustainable Electrical Energy Centre of Expertise) en richt zich op mensen met een behoorlijke vooropleiding in de techniek.

De deelnemers worden voorbereid op een korte hbo-opleiding, een associate degree, waarmee ze in twee jaar tijd een Nederlands diploma kunnen halen in de elektrotechniek, werktuigbouwkunde of gebouwgebonden installatietechniek. ‘Want hoewel buitenlandse diploma’s in veel gevallen internationaal worden erkend, blijken mensen hiermee toch moeilijk aan het werk te komen’, zegt projectleider en coördinator Mieke de Vries.

 

Dit is niet het volledige artikel.

 

Meer lezen over nieuwkomers in de techniek?

Lees het volledige artikel in het oktobernummer van De Ingenieur. Koop de digitale versie voor €9,75 of neem een abonnement!

 

Openingsbeeld: Mohammed Al-rawhani en zijn mentor Jorrit Kootstra van Sweco Nederland. Foto: Rogier Boogaard, Sweco

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.