Alle materialen in de woning zijn biobased, tot en met de folies, de bekleding van het platte dak en de regenpijp. Afgelopen week demonstreerde ingenieursbureau Grontmij samen met bouwer Hodes een voorbeeldhuisje.
‘De materialen zijn er op zich wel, maar vrijwel geen leveranciers is erop ingesteld om ze zo te leveren dat je er een woning mee kunt bouwen.’ Het was voor projectmanager ir. Ronald Meurs een vreemde ervaring: er zijn wel bedrijven die in een folder biobased materialen aanbieden, maar als je vraagt om zestien vierkante meter wand dan blijkt dat ze die niet hebben.’
Van twee kanten kreeg Meurs inspiratie om met zijn demonstratiewoning aan de gang te gaan. ‘Leveranciers vroegen of ik niet wat kon met hun biobased materialen, en sommige klanten wilden heel bewust biobased aan de slag.’ Dus besloot hij zelf maar eens zo’n groene woning neer te zetten.
Dat bleek lastiger dan gedacht. ‘Kozijnen van bamboe, dat klinkt logisch, maar probeer maar eens een fabrikant te vinden die daar zijn zaag op stuk wil laten gaan, want het materiaal is keihard.’
Meurs, die al snel samenwerking vond met de Twentse systeembouwer Hodes, had een jaar nodig om alle onderdelen van de woning bij elkaar te krijgen, waarbij hij tegelijk verschillende materialen wilde uitproberen. Zo gebruikte hij voor de buitenwand bamboe, grenen en een composiet van vezels, en als isolatiemateriaal papierpulp, schapenwol en vlas. Om aan de isolatiewaarde van het bouwbesluit te kunnen voldoen zijn de wanden zo’n 30 cm dik. Waar houtbehandeling nodig is gebruikt hij lak op basis van lijnolie. De vloer is bekleed met kurk, bamboeparket en linoleum. De vochtwerende folie in vloer en dak is gemaakt op basis van papier, het platte dak is belegd met biobased bitumen. ‘We hebben zelfs aan de regenpijp gedacht, die is ook van bamboe.’ Dat klinkt logisch, maar vereist wel dat alle tussenschotten in de bamboestengel zijn verwijderd. ‘En dan blijkt weer dat bouwfabrieken helemaal niet op zo’n bewerking zijn ingericht.’
Het demonstratiehuisje van zes bij drie meter is duurder dan bij bouwen met traditionele materialen. ‘Hoeveel is lastig te zeggen en wordt sterk bepaald door de keuze voor alle duurste of alle goedkoopste biobased materialen. En wij realiseerden natuurlijk geen serievoordeel.’ Maar daar was het Meurs ook niet om te doen. ‘Ik wilde aantonen dat je volledig biobased kunt bouwen en zicht krijgen op de praktische problemen waar je tegenaan loopt en hoe je die kunt oplossen.’
Als eerste toepassingen voorziet hij overheden, natuurbeschermingsorganisaties of recreatieterreinen die zich als duurzaam positioneren. ‘Het gaat om opdrachtgevers die bewust voor groen kiezen en daar ook extra geld voor over hebben.’
Nieuwsbrief
Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.