We moeten én kunnen snel over op elektrisch rijden, betoogt Auke Hoekstra, onderzoeker aan de Technische Universiteit Eindhoven en directeur van onderzoeksbureau Zenmo, in een column voor De Ingenieur.

 

Vanaf 2035 mogen nieuwe auto’s in Europa geen CO2 meer uitstoten. Dat zijn de Europese Commissie en het Europarlement in oktober overeengekomen. Voor  Rob Roos van de partij JA21 gaf dit aanleiding tot een opiniestuk in De Telegraaf – ‘Elektrificatie wagenpark wordt nachtmerrie’, waarin hij claimt dat het EU-doel onhaalbaar is.

Hij uit echter een flinke reeks aan onjuistheden. Om te beginnen stelt Roos dat het verbod op verbrandings­motoren honderdduizenden banen kost bij de grote autobouwers. In werkelijkheid zullen bijna alle consumenten voor 2030 elektrisch gaan rijden omdat dit aanzienlijk goedkoper wordt in aanschaf en gebruik. Het voorgestelde verbod is vooral belangrijk omdat het Europese fabrikanten dwingt de kop uit het zand te halen.


Elektrische auto's verbruiken minder energie

Als alle auto’s in de EU elektrisch worden, is 20 tot 25 procent meer elektriciteit nodig, zo schrijft Roos, en dat is ongewenst in een energiecrisis waarin het gebruik van fossiel moet worden afgebouwd. Dit is beschamende misleiding. Ten eerste gebruiken elektrische auto’s juist vier keer minder energie dan brandstofauto’s.

Ten tweede kan elektriciteit uit vele bronnen komen, maar komt de energie voor brandstofauto’s vrijwel geheel van fossiel. Zo stoten elektrische auto’s in Europa nu al drie keer minder broeikasgassen uit gedurende hun levensduur, de productie van de accu meegerekend.


Stroomnet vernieuwen en uitbreiden

Verder vergt de elektrificatie van personen­auto’s een dure versterking van het elektriciteits­net en dat is een ‘onhaalbare kaart’, stelt Roos. Hier klopt niets van. Voor de energietransitie moeten we het stroomnet hoe dan ook vernieuwen en uitbreiden.

Bovendien staan auto’s 95 procent van de tijd stil en zullen ze ‘slim laden’ gebruiken: ze stemmen dan het opladen af op momenten dat stroom goedkoop is, zodat er geen piek op het elektriciteitsnet is wanneer zon en wind overvloedig zijn. Een win-win-win voor consument, elektriciteitsnet en duurzaamheid. Nederland is wereldmarktleider op dit gebied.


Elektrische auto's slechts 20 procent zwaarder

Dan zouden elektrische auto’s helemaal niet schoner zijn, volgens Roos, omdat ze 40 procent zwaarder zijn, waardoor er meer schadelijke deeltjes van de remmen en de banden afkomen. Alweer mis.

Ten eerste zijn de huidige elektrische auto’s gemiddeld slechts 20 procent zwaarder. En het gewicht van de batterij halveert ruwweg elke tien jaar terwijl de aandrijflijn van een elektrische auto juist honderden kilo’s ­lichter is. Ver voor 2035 zullen de elektrische auto’s dus juist lichter zijn. Ten tweede spreekt Roos hier over fijnstof, maar we stappen juist over op elektrische auto’s omdat ze nu al drie keer minder CO2 uitstoten.


Minder fijnstof van de remmen

Bovendien remmen elektrische auto’s op de motor en komt er daardoor juist veel minder fijnstof van de remmen af. Bij fijnstof moet je vooral kijken naar de kleinste en lichtste deeltjes en dan blijken remschijven en uitlaatgassen per gram veel erger te zijn dan bandenstof.

Ten slotte stelt Roos dat voor al die elektrische auto’s vele malen meer lithium, kobalt, grafiet en nikkel nodig zijn en we ons daarmee afhankelijker maken van dictaturen. Hij vergeet te vermelden dat we voor wegtransport ook olie gebruiken. Die kunnen we niet recyclen en het is in geld en gewicht duizenden keren meer. En juist voor olie zijn we afhankelijk van landen als Rusland en Saudi-ArabiĂ«.


Tekst: Auke Hoekstra, onderzoeker aan de Technische Universiteit Eindhoven en directeur van onderzoeksbureau Zenmo
Foto: Depositphotos