Mijn ex stamt uit een familie met een lange traditie van onverwoestbaar geloof in Duitse kwaliteit. Misschien heeft ze mij destijds gekozen, omdat het met zo’n achternaam wel goed moet zitten.

Ze belde dat haar wasmachine het niet meer deed. Of ik er eens naar wilde kijken. Ik vroeg wat voor een het er was, zodat ik mij vast kon inlezen.

‘Die Miele!’, zei ze.

Dat kon toch niet het apparaat zijn dat ik ooit had overgenomen van een welgestelde vriendin, die een nieuw huis betrok met inbouwkeuken en deze daarom over had?

‘Die is twaalf jaar oud’, zei ik.

Ja, maar het is een Miele … En had ik mijn eigen wasmachine ook niet met succes gerepareerd? Dat laatste was waar. Mijn roem als wasmachinefluisteraar was mij blijkbaar vooruitgesneld.

Ik besefte dat ik een gevaarlijk schemergebied had betreden. Net zoals ik vroeger werd gebeld door vrienden van vrienden en hun vriendinnen bij computer- of netwerkproblemen, zou ik nu met een gereedschapskistje de ronde doen door mijn kennissenkring om wasmachines, drogers en ander witgoed te herstellen. Ik bedacht ter plekke de vloek van de handigheid.

Ik bedacht ter plekke de vloek van de handigheid

Het probleem was het inlaatventiel, een spruitstuk dat het binnenkomende water naar drie verschillende slangen voor drie verschillende fases van de wascyclus stuurt. Mijn ex ging een nieuwe bestellen.

Behalve mijn pasverworven roem als witgoedhersteller was er nog een reden waarom ze mij belde. Ze wist namelijk wel wat het antwoord zou zijn van de reparatiedienst.

‘Twaalf jaar oud? Mevrouwtje, met voorrijkosten …’

Tja, de vervangingseconomie. Zelf aan je apparaten knutselen wordt ontmoedigd met stickers die bij verwijdering verlies van garantie en ander verschrikkelijks beloven, en tegen de tijd dat die garantie
voorbij is, is reparatie weer te duur.

Je kunt nog zoveel groene stroom en mensvriendelijk ijzer sourcen, maar op deze manier schiet het niet op met de duurzaamheid. Misschien moet op onze spullen niet alleen een sticker waarop staat hoe energiezuinig ze zijn, maar ook een die de repareerbaarheid aangeeft.

Een poging in die richting wordt gedaan door ifixit, een wiki waar reparaties worden uitgelegd en repareergemak onderzocht. De site was oorspronkelijk gericht op computers en aanverwanten, maar inmiddels duiken de eerste handleidingen op voor witgoed en auto’s.

Een gidsje voor de Miele van mijn ex vond ik niet, maar je kunt het zo gek niet bedenken of iemand heeft wel eens een inlaatventiel van een Novotronic 935 vervangen en dat gedeeld. Maar blijkbaar is de Miele van mijn ex te oud, want ondanks Google was ik een roepende in de elektronische woestijn.

Blijkbaar is deze Miele te oud, want ondanks Google was ik een roepende in de elektronische woestijn

Gelukkig zijn wasmachines eenvoudige apparaten en zo schroefde ik op een avond de Miele open, verwijderde het bezweken onderdeel en verving het door het nieuwe. Water aansluiten, stroom er weer
op en wassen maar.

Ik had het samen met mijn zoon gedaan en we stonden een beetje schaapachtig naar elkaar te grijnzen toen de lichtjes op het display aangingen, we plechtig ’60 graden bont’  indrukten en er niets gebeurde.

‘Staat de kraan wel open?’, vroeg mijn zoon.

Controle leerde dat dat het geval was. We haalden alles weer uit elkaar. Er was eerlijk gezegd niet zoveel dat we fout hadden kunnen doen. Het ventiel heeft één inlaat, drie uitlaten en een contactstripje
waarop een blokje paste. Dat blokje kon er maar op een manier op.

‘Hebben we de slangen dan verwisseld?’, zei ik.

We besloten alle mogelijke configuraties door te lopen. Vervanging van het ventiel had nog geen kwartier geduurd, maar we waren nog eens twee uur bezig om het probleem op te sporen. Zonder
succes.

‘We zetten die oude er weer in en kijken wat die doet’, zei ik.

De oude gaf weliswaar een foutmelding bij een grote was (‘te weinig water’), maar deed halve wasjes nog wel. Een kwartier later werkte de machine. We bekeken elkaar met diepe en gekwelde fronsen.
Ik wierp een blik op de verpakking van het nieuwe onderdeel. Er stonden vier typenummers van wasmachines op, maar niet dat van de onze. Mijn zoon oefende een aantal scheldwoorden, ik zoog op een bloedende vinger.

‘Ze bezwoeren dat deze moest passen’, zei mijn ex.

‘Passen is één ding’, zei ik, ‘werken iets anders.’

Ik besloot dat dat mijn motto voor dit jaar zou zijn.

 

Marcel Möring is schrijver. Hij debuteerde in 1990 met de roman 'Mendels erfenis'. In 1993 won hij met de roman 'Het grote verlangen' de Ako Literatuurprijs. Zijn roman In Babylon kreeg in 1998 de Gouden Uil.