Verloren strijd
Een vreemde vloek heeft bezit genomen van ons leven, want de een na de ander valt uit in ons huis. De staafmixer, de deur van de koelkast, de magnetron, zo’n beetje elk draai-kiepraam, zelfs de tweezitsbank in de kamer. Als ik niet beter wist, zou ik denken dat wij ernstig in het krijt staan bij de geesten van onze voorvaderen, of anders bij de huisgod. Maar wij zijn een stel ongelovige honden en dus moet ik elders een verklaring zoeken.
Acht jaar wonen wij hier. Zouden we zijn beland op het moment waarop alle spullen die we ooit kochten en installeerden hun breekpunt hebben bereikt? Eerder kregen we te maken met massale uitval van gloeilampen, zodat we nu in elke kamer van het huis baden in het soort ledlicht waar je zelfs in een mortuarium niet lekker van wordt. Gelukkig heb ik een winkeltje gevonden waar ze nog illegaal gloeilampen verkopen. Over tien jaar, als die led-rommel op is, kunnen we het weer gezellig maken.
Over tien jaar, als die led-rommel op is, kunnen we het weer gezellig maken
De deur van de koelkast is bezweken aan zijn eigen vacuüm. Eigenlijk zijn het twee deuren, die van het inbouwapparaat zelf en die van de kast waarin dat ding zich bevindt. Die twee zijn losgeraakt van elkaar, omdat de onderdruk in de koelkast zo groot was dat de verbinding het niet hield. Hier ligt een taak voor de schrijver des huizes, want wij zijn wel modern en geëmancipeerd, maar mijnheer Möring moet de vuilniszakken wegbrengen en de spullen repareren. Ik ben er nog niet uit hoe dat werkt, qua moderniteit, maar omdat er niets anders opzit en ik Montessori heb gedaan, doe ik braaf mijn taakjes.
De verbinding tussen de twee deuren bestaat uit plastic strips die in een plastic geleiderail steken en heen en weer kunnen glijden. Die deuren hebben namelijk niet hetzelfde scharnierpunt en moeten dus enigszins onafhankelijk van elkaar kunnen bewegen. Eenvoudig, is niks aan. Maar waarom heeft de fabrikant in vredesnaam voor plastic gekozen?
Ach, ik weet het antwoord wel, het is de vloek van mijn bestaan als zelfherstellende huisman: goedkoopte.
De geleiderail heeft een zekere tolerantie. Dat zal de montage hebben vergemakkelijkt, maar die is ons nu lelijk opgebroken. Zal ik de ruimte verkleinen door de rails te verhitten en iets naar binnen te buigen? Of zou de strijd tegen het koelkastvacuüm dan zo hevig worden dat een of ander gezinslid straks de hele koelkast uit het door mij zelf uit IKEA-onderdelen geknutselde wandmeubel rukt?
Misschien moet ik eerst naar de magnetron kijken.
Ik heb in de afgelopen jaren drie keer onze wasmachine gerepareerd, een keer die van mijn ex, twee keer een raam dat levensmoe was, de oven, de droger en een bank. Ik wil niet zeggen dat de moed mij in de schoenen zakt, maar ik heb wel het gevoel dat ik een verloren strijd voer. Sisyphus die een steen tegen een berg oprolt, dat ben ik. Iemand die dor blad opveegt in de herfst.
Sisyphus die een steen tegen een berg oprolt, dat ben ik
Paneel van de magnetron losgemaakt en onmiddellijk het probleem vastgesteld. Het weigerachtige knopje wordt door een plastic klauwtje op zijn plaats gehouden en van dat klauwtje is een pootje afgebroken. Het is het soort onderdeeltje dat je nooit kunt nabestellen. Het is een onderdeeltje dat beter had moeten zijn. Ik rommel in de gereedschapskist en vind een buigzaam stripje plastic dat ik in het paneel kan klemmen en dat zo het knopje op zijn plaats houdt. Paneel dicht. Magnetron werkt.
‘Oh, wat fijn, schat!’, kraait mevrouw mijn echtgenote opgetogen, want die heeft de magnetron elke dag nodig, omdat zij tegenwoordig aan de havermout is. Ik weet niet waarom. Het schijnt een herwaardering van een vergeten en verguisd product te zijn die breed wordt gedragen in kringen van lieve linkse mensen die met hun gezondheid bezig zijn. Ik houd het zelf op roggebrood en vitaminepillen (omdat ik fruit als een evolutionaire miskleun beschouw), maar geen kwaad woord over de havermoutbrigade.
Toch is het niet zoals ik mij de vooruitgang had voorgesteld. Apparaten die uit elkaar vallen wegens slechte materialen, de pap uit mijn jeugd die terugkeert als powerfood. Misschien moet ik er anders naar kijken. Achteruitgang is ook een vorm van vooruitgang, want als je maar lang genoeg achteruit gaat, kom je vanzelf weer uit waar je was.
Marcel Möring is schrijver. Zijn nieuwe roman 'Eden' verschijnt vandaag 20 oktober.