De inmiddels bijna vijftig jaar oude Westerbork Synthese Radiotelescoop heeft een flinke upgrade gekregen. Het gezamenlijke blikveld van de veertien uit de kluiten gewassen schotelantennes is veertig keer zo groot gemaakt.

Westerbork dankt zijn verruimde blik op de hemel aan het feit dat elke schotel niet langer slechts één ontvanger bevat, maar een cluster van 121 stuks, geplaatst in het brandpunt. 'Elke ontvanger kijkt in een net iets andere richting dan de andere en ziet dus ook een net iets ander stukje van de hemel', legt projectmanager ir. Raymond van den Brink uit. 'Dit betekent dat bij het combineren van de signalen een veel groter deel van de hemel is waargenomen.'

Dat grotere blikveld brengt wel een boel extra dataverwerking met zich mee, zegt Van den Brink. 'Per telescoop moeten de gegevens van de 121 ontvangers worden gedigitaliseerd en gecombineerd. Hiervoor hebben we dedicated elektronica, firmware en software ontworpen.' 
 

Stoorzenders

Uitdagingen deden zich voor op allerlei fronten, zegt Van den Brink. 'Een dergelijk instrument kun je alleen ontwerpen met een multidisciplinair team waarbij steeds het randje van de technische mogelijkheden worden opgezocht om het uiterste eruit te persen. Moeilijkste is misschien wel dat alles ook feilloos moet samenwerken.'

Volgens astronoom Boudewijn Hut zit de grootste technische uitdaging hem in het uitfilteren van storende radiobronnen. 'In de omgeving van Westerbork zijn er de laatste jaren behoorlijk wat stoorzenders bijgekomen. Die moeten niet de ontvangers oversturen, dus moet er worden gefilterd. Tegelijkertijd willen we natuurlijk de astronomische signalen niet wegfilteren, anders is het alsof we met een zonnebril naar de hemel kijken.'
 

Eerste beelden

Het instituut voor radioastronomie ASTRON, verantwoordelijk voor de bouw van het systeem, gaf vandaag de eerste beelden vrij die zijn geschoten met de opgewaardeerde telescopenverzameling. Op de foto hieronder is in het midden het dwergsterrenstelsel Leo T te zien, een van de kleinste bekende sterrenstelsels. Linksonder is ter vergelijking aangegeven hoe groot het gebied was dat de Westerbork-telescopen vóór de installatie van APERTIF konden waarnemen; een oppervlak aan de hemel vergelijkbaar met de volle maan (rechtsonder).
 


Overigens betekenen deze eerste beelden niet dat de upgrade van Westerbork nu helemaal af is. 'Momenteel worden alle componenten getest en de bugs opgelost', zegt Van den Brink. 'Dat is misschien wel het moeilijkste en het spannendste deel van het project. Er liggen nog allerlei onbekende hobbels op de route naar fully operational.'


Vierkante kilometer

Met APERTIF geeft ASTRON niet alleen Westerbork flink wat nieuwe onderzoeksmogelijkheden. Het instituut bereidt zich met het project ook voor op de Nederlandse bijdrage aan de Square Kilometre Array (SKA). Deze verzameling radiotelescopen moet vanaf volgend jaar in Zuid-Afrika en Australië verrijzen en zal, zoals de naam al zegt, een gezamenlijk oppervlak van maar liefst een vierkante kilometer hebben.