Ons land heeft unieke mogelijkheden voor het ontwikkelen van de waterstofeconomie, stelt hoogleraar Ad van Wijk. Groene waterstof wordt een van de dragers van een duurzame energievoorziening, en we hebben de kennis, infrastructuur en industrie om daarmee aan de slag te gaan.

Van Wijk stoelt zijn optimistische waterstofvisie op de prijsdaling voor stroom van zon en wind. ‘Er zijn op dit ogenblik locaties waar het produceren van energie uit wind of zon minder kost dan met de goedkoopste fossiele brandstof. Zo is in de Dubai elektriciteit met zonne-energie opgewekt tussen de 2 en 3 dollarcent per kWh, terwijl hier op de Noordzee het eerste project in Duitsland zonder subsidie al op stapel staat. En die prijsontwikkeling is nog niet op zijn eind. Bloomberg New Energy Finance voorziet tot 2040 een verdere prijsdaling van meer dan 50 %. Met zulke lage kosten wordt duurzame energie niet meer schaars en het goedkoopst.’


Drager van duurzame energie

In het energiesysteem van de toekomst telt straks vooral waar die het goedkoopst is te produceren. ‘We gaan duurzame energie winnen op de plekken waar dat het meest voordelig kan, en vervolgens brengen we die energie naar plekken waar die het meeste oplevert. En hoe doen we dat transport? Precies, met waterstof. Groene waterstof wordt zo de drager van duurzame energie die zich gemakkelijk laat transporteren en die we voor allerlei doelen kunnen inzetten, variërend van de brandstofcel tot en met industriële processen.’

Bij Van Wijk wordt die waterstofproductie uit duurzame bronnen een doel op zich. Er zijn op de wereld immers altijd wel landen die groene waterstof nodig hebben omdat ze een tekort aan elektriciteit uit zon en wind hebben. ‘Bovendien: elektriciteitsgebruik is maar een kwart van ons totale energieconsumptie. Een kwart is voor transport, een kwart voor woningverwarming en een kwart voor industriële processen.’ En juist voor die andere toepassingen leent waterstof zich zo goed. ‘Waterstof is een grondstof van veel chemische producten en er is prima de hitte mee te produceren die tal van industriële processen nodig hebben. En voor zwaar transport is het de beste groene brandstof in combinatie met een brandstofcel.’


Continu stromaanbod

Noord-Nederland heeft voor de waterstofeconomie een aantal belangrijke voordelen. ‘De productie van waterstof kan alleen goedkoop als er een continue stroomaanbod is. En dat aanbod is te vinden in de Eemshaven. Daar landen de NorNed-stroomkabel tussen Nederland en Noorwegen (700 MW), de kabel van het offshore windpark Gemini (600 MW) en vanaf 2019 de Cobrakabel tussen Denemarken en Nederland (700 MW) aan. En omdat Noorwegen zijn energie deels met waterkracht opwekt, kan dat land voor het benodigde continue stroomaanbod zorgen.

Voor dat waterstof moet er vervolgens een afzetmarkt zijn. ‘Deels is die te vinden in het noorden, bij het chemiecomplex in Delfzijl. De grootste afzetmarkt ligt voorlopig in Rotterdam, Geleen of in Duitsland bij de chemieclusters, dus daar moet die waterstof ook heen. En dat brengt een tweede unieke positie van Noord-Nederland in beeld: het gasleidingennet. Vanuit Groningen gaan meerdere gastransportleidingen met grote capaciteit naar het zuiden. Een deel van die capaciteit komt vrij wanneer we in Groningen minder aardgas gaan produceren. Laten we dat leidingnetwerk behouden voor onze energietoekomst door een gedeelte ervan nu al om te bouwen tot een waterstofnet. Veel hoeft dat niet te kosten. Enkele tientallen miljoenen euro’s is voldoende om een grote transportleiding van de Eemshaven naar Rotterdam om te bouwen.’

De waterstofeconomie met een jaarproductie van 270.000 ton. Klik voor de pdf.

Lees hier het hele interview met Ad van Wijk.