Nu nog boter bij de circulaire vis
Gebruik voor de circulaire economie de inkoopmacht van overheden, geef producenten productverantwoordelijkheid en zorg voor de noodzakelijke financiële ondersteuning. Dat zijn de drie hoofdpunten van de transitie-agenda’s die gister werden overhandigd tijdens het begin van de week van de circulariteit. Wat nog ontbreekt is boter bij de vis.
Aan enthousiasme en goede wil ontbrak het niet gister bij het drukbezochte evenement van Circulair Nederland, dat - heel passend - plaatsvond in de tot conferentiezaal omgebouwde Fokkerfabriek in Den Haag. Op het podium toonden vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers en overheden zich oprecht aangespoord om aan de slag te gaan. ‘We moeten zorgen dat wat nu al kan, gaat vliegen’, aldus ondernemersvoorzitter Hans de Boer van VNO-NCW. ‘We komen voor de zomer met concrete actiepunten’, vervolgde staatssecretaris Stientje van Veldhoven.
Dat alles gebeurde naar aanleiding van de presentatie van de zogeheten transitie-agenda’s circulaire economie. Die waren uitgewerkt voor de bouw, consumptiegoederen, kunststoffen, maakindustrie en voedsel en biomassa. Per thema was die agenda opgesteld door uitgebreide en divers samengestelde teams. Ook de voorzitters van die teams lieten zich op het podium niet onbetuigd. ‘Met deze agenda gaan we het redden’, zo verwoordde Jos Keurentjes van TNO van het team Kunststoffen.
38 actiepunten
Al dat enthousiasme laat onverlet dat er nog heel veel moet gebeuren om die circulariteit werkelijk van de grond te krijgen. Zo kent de transitie-agenda consumentengoederen maar liefst 38 actiepunten, en in alle agenda’s komen zinnetjes als ‘het maken van plannen’, ‘zorgen voor afspraken, ‘onderzoek doen naar’, ‘het verzamelen van data’ wel erg vaak voor. In een van de agenda’s staat het treffend: ‘Gezien de complexiteit is er helaas niet slechts één knop waaraan we kunnen draaien.’
‘Simpel bestaat inderdaad niet’, zegt hoogleraar duurzaam bouwen Elphi Nelissen, voorzitter van de Transitie-agenda Bouw, in een gesprek voorafgaand aan het evenement. Toch ziet ze voldoende aanknopingspunten. ‘We staan in de bouw voor een grote verduurzamingsoperatie. Als we die zo circulair mogelijk uitvoeren kunnen we meters maken.’ En sinds januari is de Milieuprestatie Gebouwen verplicht, een maat voor de duurzaamheid. ‘Daar kun je gemakkelijk circulaire elementen in stoppen.’ Een opmerkelijk gegeven: een volledig circulaire economie leidt al direct tot 50 % minder uitstoot van CO2, vooral omdat er veel minder productie van grondstoffen nodig is.
Tien procent circulair inkopen
Als belangrijkste hefboom noemt Nelissen het opdrachtgeverschap van de overheden. ‘Zowel in de utiliteitsbouw als de infrastructuur gaat het om vele miljarden. Laat de overheden vanaf 2023 alle bouwopdrachten circulair uitvragen. Dan ontstaat vanzelf een markt en zullen de ondernemers er zeker op inspelen.’
’s Middags op het podium doen de overheden geen concrete toezeggingen. Staatssecretaris Van Veldhoven laat wel weten dat de overheid aan het eind van de kabinetsperiode minstens 10 % circulair gaat inkopen. Het is niet overdonderend, maar tenminste iets. En het is al meer dan er in het regeerakkoord stond, want daarin werd aan circulariteit alleen maar lippendienst bewezen.
Icoonprojecten
Duurzame ondernemer en publicist Anne-Marie Rakhorst benadrukt in een voorgesprek vooral het creëren van draagvlak. ‘Bij consumentengoederen zijn zo veel partijen betrokken. We moeten zorgen dat mensen die iets met circulariteit willen, ermee aan de slag kunnen.’
Ze verwacht dan ook veel van een aantal icoonprojecten. Bijvoorbeeld hergebruik van matrassen. ‘Van de jaarlijks 1,2 miljoen afgedankte matrassen verdwijnt nu nog tweederde in de verbrandingsoven. Daar is dus snel winst te halen.’ Meer op consumenten gericht is het icoonproject ‘Product als een service.’ Rakhorst: ‘We willen met woningcorporaties en aanbieders van elektrische apparatuur een pilot starten. De corporatie biedt samen met de elektronica-aanbieders bewoners het gebruik van een wasmachine, gereedschap of een elektrische fiets aan. De bewoners betalen dan voor het gebruik.’ Georganiseerde deeleconomie zeg maar, maar op een schaal van zo’n tweeduizend huishoudens.
Invest.nl
Een belangrijk instrument noemt Rakhorst producentenverantwoordelijkheid, het systeem van Extended Producer Responsibility. ‘Producenten zijn in dat systeem verantwoordelijk voor de milieulasten van het product gedurende de hele levenscyclus, en niet alleen voor het product zelf.’ Dat vereist dan weer wel regelgeving, afspraken met producenten, kortom een route die ook niet 1-2-3 is afgelegd.
Rakhorst benadrukt dat veel van de agenda uitvoerbaar is, ook met een minimale bijdrage van de overheid. Financiering zou natuurlijk enorm helpen (ondernemersvoorzitter De Boer drong er ook nog maar een keer op aan) maar voorlopig zit dat dat extra geld er niet in. In de Rijksbegroting is er alleen geld voor ‘procesbegeleiding’. Secretaris-generaal Maarten Camps van Economische Zaken liet wel weten dat op dit ogenblik de financieringsbank Invest.nl wordt opgetuigd. ‘Die is er speciaal voor energie- en circulaire projecten.’ Aan welke vorwaarden projecten moeten voldoen om voor financiering in aanmerking te komen moet nog blijken.
Alle vijf de teams hebben aangegeven dat ze aan de slag blijven om de voortgang te bewaken. Dat moet dan vooral op basis van aanmoedigen, want een formele bevoegdheid hebben de teams niet. Maar met de transitie-agenda’s ligt er in ieder geval een route naar een circulaire toekomst op tafel. Nu is het werken aan de voertuigen.