Koos Fockens is gepensioneerd elektrotechnisch ingenieur en zendamateur. Dit najaar promoveerde hij op elektromagnetische achtergrondruis die overlast veroorzaakt onder andere voor amateurzenders en noodsystemen als C2000.
 

Doelen & Drijfveren
De wereld een beetje beter maken, dat is de ambitie van veel ingenieurs. Lees hun persoonlijke verhalen in het dossier Doelen & Drijfveren.


‘Op mijn tiende kreeg ik van mijn ouders een bouwdoos voor een buisradio. Na wat aanloopprobleempjes werkte de radio en toen wilde ik meer. Een bekend boek in die tijd was Zoo
 werkt de radio! van E. Aisberg, speels geschreven zodat een beginneling het kon volgen. Dat gaf mij de basiskennis van elektronica in de radiotechniek. Ik kon al Scheveningen Radio en Norddeich Radio Duitsland horen. Ook mocht ik de oude radio van mijn ouders uit elkaar halen en daarmee experimenteren. Op mijn zestiende bouwde ik een kortegolfradio voor zendamateurs. Als zendamateur praat je met andere zendamateurs over de hele wereld. Dat was toen uniek, nu is er internet. Mijn drive is altijd het experiment geweest. Toen ik begon, was enkelzijbandmodulatie in opkomst als vorm van radiotelefonie. Later volgden de telex-over-radio en nieuwe digitale modulatiemethoden. Nog steeds ontstaan er nieuwe technieken.’  


Pionieren

‘Elektrotechniek aan de Technische Hogeschool in Twente was voor mij de logische studiekeuze. Ik wilde de techniek in, radio bleef mijn hobby. Via een hoog­leraar kwam ik midden jaren zeventig bij Nedap terecht, een toeleverancier van fijnmechanische producten en transformatoren, maar die markt liep ten einde en men wilde overstappen op elektronica. Ik begon met de ontwikkeling van een antiwinkeldiefstalsysteem. Daarover was geen literatuur te vinden, dus haalden we de installatie van een concurrent uit elkaar. We begonnen ook vroeg met toepassingen voor RFID, radiofrequente identificatie, een verwante techniek met een breed toepassings­gebied, van de veehouderij tot handsfree toegangscontrole. Ik ben daar gebleven tot mijn pensionering in 2011. Ik had veel vrijheid en kon op mijn eigen manier pionieren. 
Na de eeuwwisseling ontstond het plan voor powerline-communicatie (PLC): razendsnel internet via het elektriciteitsnet. Ik vond het van begin af aan een slecht idee. Elektriciteitsleidingen zijn niet bedoeld om hoog­frequente signalen te transporteren: dan gaan ze als antenne fungeren en zelf hoogfrequente signalen uitzenden. Storingen zijn dan het resultaat, in huis en in de omgeving. In een werkgroep over het niveau van de achtergrondruis bleek al gauw dat er weinig kennis was. Er zijn wel pogingen gedaan om die ruis te meten, maar de uitkomsten waren zo belabberd dat ze nooit zijn gepubliceerd. Uiteindelijk was ik de enige die een meetplaatje kon produceren dat ergens op sloeg.’ 


Atmosferische ruis

‘Puur uit nieuwsgierigheid was ik thuis met mijn antennes elf jaar lang atmosferische ruisniveaus gaan meten, op verschillende frequentiebanden. Daar begon ik zes jaar voor mijn pensionering mee. Na 2013 kregen we als zendamateurvereniging VERON steeds meer klachten van leden dat de elektromagnetische storing snel toenam. Toen zijn we op 59 plaatsen in Nederland gaan meten. VERON wilde daar een wetenschappelijk rapport van hebben. Het idee ontstond er een promotietraject aan vast te knopen, en zo kwam ik weer bij de Universiteit Twente terecht. 
In mijn proefschrift geef ik een aantal aanbevelingen om de achtergrondruis te verminderen. Of daar iets van terechtkomt, ligt aan de politiek. Een van mijn aanbevelingen is dat er een omgevingslimiet moet komen voor man-made-ruis. De Europese regelgeving zegt: gij zult niet storen, maar nu wordt alleen naar de elektro­magnetische emissies van apparaten gekeken. Bij het vaststellen van de standaarden gaat het fout. De industrie heeft in die commissie sterke lobbyisten, de radiowereld is ondervertegenwoordigd. Dit is eigenlijk de rol voor de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur, vroeger het Agentschap Telecom, maar dat valt onder het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. En dat geeft belangenverstrengeling. Ik pleit er dan ook voor dat het agentschap weer onafhankelijk moeten worden.’  


Tekst: Astrid van de Graaf
Portret: Bianca Sistermans