Koolstof reinigt radioactief water
Een speciale verschijningsvorm van koolstof lijkt erg geschikt om het radioactieve zeewater van Fukushima te reinigen. Dat melden onderzoekers uit Rusland en de VS. De koolstof bindt de radioactieve stoffen in het water, dat vervolgens terug de zee in kan. De koolstof wordt verbrand, waarna een kleine hoeveelheid radioactieve as overblijft.
Na de ramp bij de kerncentrale van Fukushima lekte er radioactiviteit de zee in. Om dit proces te stoppen werd een muur van ijs rond de centrale aangebracht (lees artikel ‘IJsmuur rond kerncentrale Fukushima’) . Maar daarmee blijft het probleem van de honderden miljoenen liters radioactief besmet water die bij de centrale zijn opgeslagen.
Daar denken wetenschappers uit Rusland en de VS nu iets op gevonden te hebben. Ze melden in vakblad Carbon dat ze een vorm van koolstof hebben ontwikkeld, die ontstaat door een chemische behandeling met zuur. Het poreuze materiaal is te produceren vanuit twee basismaterialen, door ze met zuur te behandelen.
Olieboorders
Het gaat om twee goedkope, poreuze stoffen: C-seal F en shungite. C-seal F is een vorm van koolstof die door olieboorders aan de boorvloeistof wordt toegevoegd. Shungite is een gesteente dat in Rusland voorkomt in de natuur. Wanneer de stoffen met zuur worden behandeld, krijgen ze een groter effectief oppervlak. Ook zorgt de zuurbehandeling ervoor dat er actieve zuurstof op het oppervlak komt te zitten.
Strontium en cesium
Deze materialen blijken radioactief strontium en cesium uit water te halen, zo laten labtests zien. Dit zijn de twee belangrijkste vormen van verontreiniging die het gevolg waren van de ramp bij Fukushima. Dat water zou in één keer voldoende gereinigd zijn als het door filters met het behandelde koolstof zou lopen. Vervolgens kan het water de zee in. Het koolstof wordt in speciale ovens verbrand, waarna een kleine hoeveelheid radioactieve as overblijft.
Meer details zijn te lezen in het persbericht van Rice University: ‘Treated carbon pulls radioactive elements from water'.