column

Wat wil het kabinet met AI? Met Prinsjesdag voor de deur schetst Dénelise L'Écluse, voorzitter van de Adviesraad voor Women in AI, vier uitgangspunten voor toekomstig beleid. 


Nederland is een vruchtbare broedplaats voor startups, jong talent en de ontwikkeling van nieuwe technologieën. Dit maakt ons land tot een uitstekend lanceerplatform voor innovatie op het gebied van kunstmatige intelligentie (AI). Initiatieven zoals AiNed, Women in AI Netherlands en KickstartAI zijn in het leven geroepen om op dat vlak vooruit te blijven lopen. 

Het is echter de vraag of dit genoeg is. Toenmalig minister van Economische Zaken en Klimaat Micky Adriaansens gaf al aan dat Nederland, evenals Europa, achterloopt op Azië en de Verenigde Staten op het gebied van AI. Een recent onderzoek naar AI-regulering, waar ik vanuit BSI Group bij betrokken was, bevestigt deze trend. Nederland scoort net als het Verenigd Koninkrijk en ­Japan zeer laag op het gebied van ‘volwassen’ gebruik van AI. Daarnaast toont recent onderzoek aan dat minder dan een derde (28 procent) van de Nederlandse bedrijven een AI-strategie heeft. 

Met het hoofdlijnenakkoord zijn er nog veel onzekerheden over de plannen van het nieuwe kabinet op het gebied van AI. Ondanks de grote uitdagingen wordt AI slechts één keer genoemd in het akkoord. De focus ligt daarbij uitsluitend op AI-gebruik door de overheid zelf. Andere sectoren blijven onbesproken. 

Verhoogde internationale samenwerking zal de innovatieve ontwikkelingen in Nederland ­stimuleren

Met de benoeming van Zsolt Szabó als staatssecretaris Digitalisering, heeft Nederland de kans om actief betrokken te raken bij de ontwikkelingen op het gebied van innovatieve AI. Gezien het feit dat er een akkoord op hoofdlijnen ligt, en hij daarmee ruimte krijgt om verder invulling te geven aan het voorliggende beleid, roep ik de nieuwe staatssecretaris op een duidelijke visie te ontwikkelen, op basis van de volgende drie uitgangspunten.  

Ten eerste is het essentieel dat de visie het belang van onderwijs en training op het gebied van AI benadrukt om zo technologie breed toegankelijk te maken voor iedereen in onze samenleving. Volgens ons onderzoek biedt slechts 26 procent van de bedrijven in Nederland een significante training aan voor werknemers in het veilig, ethisch en effectief gebruiken van AI-tools en het beheersen van risico's. 

Ten tweede moet de staatssecretaris de nadruk leggen op het belang van internationale samenwerking. Verhoogde internationale samenwerking zal de innovatieve ontwikkelingen in Nederland ­stimuleren.

Ten derde is het noodzakelijk dat hij een helder kader schept om veiligheid, privacy en juridische bescherming te garanderen. Het is positief dat in het hoofdlijnenakkoord wordt benadrukt dat het gebruik van AI door de overheid aan deze ­voorwaarden moet voldoen. Dit geldt echter ook voor andere zakelijke omgevingen.

Het is hoopgevend dat er een staatssecretaris Digitalisering is benoemd en dat er verschillende initiatieven zijn om AI in ons land te bevorderen. Wel is het nu essentieel om een heldere en krachtige visie op AI te ontwikkelen. De nieuw aangestelde staatssecretaris Digitalisering heeft daarin een sleutelrol. Het is tijd om actief aan te haken, in plaats van passief aan de zijlijn te blijven staan.


Tekst: Dénelise L’Ecluse, managing director ­Europe bij British Standards Institution, het nationaal normalisatie-instituut van het Verenigd Koninkrijk. Zij is tevens voorzitter van de Adviesraad voor Women in AI Nederland en lid van het SER Topvrouwen-netwerk.
Beeld: Emily Rand & LOTI / Better Images of AI / AI City / CC-BY 4.0

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.