Column

‘Voorsprong door techniek.’ Echt waar?, vraagt redacteur Jim Heirbaut zich af.

Het is misschien een beetje vroeg om al de balans op te maken, maar het knettergekke jaar 2020 staat voor mij in het teken van persoonlijke bescherming.

Mijn tandarts, die jaren terug al vaststelde dat nachtelijk tandenknarsen tot stevige slijtage aan het ivoor in mijn mond had geleid, vond het eindelijk tijd voor een beschermplaat. Nu ligt naast mijn bed een stuk plastic dat ik vlak voor het slapengaan naadloos op de bovenkant van mijn gebit klik. Ik kwijl mezelf een drijfnat kussen, maar mijn tanden zijn veilig.
 

Expats

Behalve mijn tanden bescherm ik tegenwoordig ook mijn hoofd; ik zoef met een fietshelm op door de straten van Amsterdam. Ook dat had ik niet geloofd als je me het een jaar geleden had verteld. Een helm, dat was iets voor motorrijders, mensen op scooters en fietsende expats uit Duitsland of de Verenigde Staten. Zag je iemand op een stadsfiets met een helm op, wist je zeker dat het geen Nederlander was.

Maar ik ben van mening veranderd. Dat begon met een naar bericht. De schoonzoon van een goede vriendin fietste in Zuid-Limburg met hoge snelheid een heuvel af, miste een stopbord en knalde op een auto. Zijn lichaam ligt sindsdien in puin; of hij ooit nog de oude wordt, is de vraag.

De druppel was toen mijn dochter van acht – heeft sinds haar peutertijd al een fietshelm – ineens vroeg: ‘Pap, waarom moet ik op de fiets een helm op en jij niet?’ Ik had er geen goed antwoord op. Een kekke helm gekocht en sindsdien nooit meer zonder dat ding van huis.
 

Lapje

Maar het toppunt van ‘raar’ is wel het feit dat ik tegenwoordig met een stoffen lapje voor mijn neus en mond naar bakker en buurtsuper ga. Die had ik zeker niet zien aankomen begin van het jaar.

Ik doe het omdat het mondkapje misschien/waarschijnlijk/hopelijk/mogelijk enige bescherming biedt tegen het oppikken van SARS-CoV-2-virusdeeltjes in de lucht. En andersom, mocht ik corona onder de leden hebben, dan vangt het textiel hopelijk wat ziekmakende deeltjes op die ik uitstoot.

Ik neem bij dit nieuwe virus, waarover nog lang niet alles bekend is, graag het zekere voor het onzekere

En zo heb ik dit jaar het een en ander geleerd over persoonlijke bescherming.

Mijn gebitsbescherming werkt zeker, want tandenknarsen is simpelweg onmogelijk met dat kreng in je mond. Mijn fietshelm biedt mij waarschijnlijk enige bescherming, maar niet als ik de pech heb net verkeerd terecht te komen.

En van dat mondkapje weet ik helemaal niet zeker of het iets doet, de wetenschap is het er nog niet over eens. Toch neem ik bij dit nieuwe virus, waarover nog lang niet alles bekend is, graag het zekere voor het onzekere.

 

Foto Robert Lagendijk

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.