Bij het samenwerkingsproject ITER, waarin 35 landen samen aan een kernfusiereactor werken, heerst volgens een zelfbenoemde klokkenluider een angstcultuur waardoor soms gevaarlijke problemen onderbelicht raken. Gisteren uitte hij zijn zorgen bij het Europese Parlement.


Wat is er bij ITER aan de hand? Regelmatig berichten wij hier over de voortgang van deze testreactor-in-wording voor kernfusie als energiebron, en soms ook over de vertragingen die zo’n groot project door onverwachte technische tegenslagen nu eenmaal oploopt.

Dit keer gaat het echter om iets anders: vermeende misstanden bij de aansturing van het project en een angstcultuur op de werkvloer waardoor deze misstanden onbesproken blijven.

 

Briefing

Op maandagavond vond er bij het Europese parlement een exchange of views plaats, waarbij klokkenluider Michel Claessens, voormalig woordvoerder van ITER, een boekje opendeed over problemen met de planning, de kosten, de veiligheid en de haalbaarheid van het project.

Maar vooral bekritiseerde hij de manier waarop het management omgaat met kritische werknemers, zowel bij de reactor in aanbouw in het Zuid-Franse Cadarache als bij de organisatie Fusion for Energy (F4E) in Barcelona, die verantwoordelijk is voor de Europese bijdrage aan het project.

Volgens Claessens wordt de begroting van het project nu al met miljarden euro’s overschreden en is het bovendien duidelijk dat fusiecentrales zoals die van ITER nooit op grote schaal energie zullen leveren. Zijn beschuldigingen betreffen voornamelijk het toedekken van dergelijke tegenvallers, het onverantwoord omgaan met de risico’s van straling en het gebrek aan ruimte voor kritiek.

Werknemers van ITER leven volgens Claessens in constante angst om verplaatst of ontslagen te worden, zodra ze te veel loslaten over de situatie: alles om gezichtsverlies te voorkomen.

 

Werkdruk

De speciale zitting van de begrotingscontrolecommissie van het Europees Parlement was georganiseerd naar aanleiding van een geval van zelfmoord bij F4E in Barcelona in mei vorig jaar. Na een intern onderzoek concludeerde de staf dat de werkdruk bij F4E niet eenduidig als oorzaak van de dood van de medewerker kon worden aangewezen, al bleek uit een brief van zijn verloofde dat dit een grote rol had gespeeld. Deze verklaring van de staf ging er bij de werknemers niet in, waarna een staking volgde.

Tijdens de zitting erkende Johannes Schwemmer, directeur van F4E, dat de werkdruk bij de organisatie vaak hoog is, en kwam met enkele ideeën om dat te verminderen. Europees vakbondsleider Cristiano Sebastiani bracht daar echter tegenin dat de hoofdoorzaak van de druk niet de hoeveelheid werk was, maar de manier waarop er met de werknemers wordt omgegaan.

 

ITER (International Thermonuclear Experimental Reactor) is een samenwerkingsproject van 35 landen. Het startte in 1988, nadat daar drie jaar eerder toe was besloten door president Michael Gorbatsjov van de Sovjet-Unie en Ronald Reagan van de Verenigde Staten. De samenwerking gold destijds als een van de tekenen dat de Koude Oorlog ten einde liep. Onder de huidige ITER-deelnemers bevinden zich China, Rusland, de Europese Unie, Japan, India en Zuid-Korea.


Reacties

Marco de Baar, die als directeur van het Nederlandse onderzoeksinstituut DIFFER (Dutch Institute for Fundamental Energy Research) in de Raad van Bestuur van F4E zit, wil over individuele gevallen zoals de genoemde zelfmoord niks zeggen, maar benadrukt dat het belangrijk is dat klachten van werknemers worden gehoord. ‘We hebben ook als DIFFER baat bij een gezond werkklimaat bij F4E. In het algemeen kunnen we dus zeggen dat we het goed vinden als daaraan wordt gewerkt. Het is belangrijk dat ITER er snel komt, maar niet ten koste van de werknemers’, zegt De Baar.

Voor een specifiekere reactie verwijst hij door naar de directeur van de Raad van Bestuur van F4E, maar die heeft tot nu toe nog niet gereageerd.

 

Directeur ITER

De algemeen directeur van ITER, Bernard Bigot, reageert furieus op de aantijgingen van Claessens. Volgens hem is Claessens een activist die ITER zwart wil maken. ‘Ieder woord van hem is gelogen. Kom maar langs en praat met de mensen zelf!’, zegt hij bij herhaling door de telefoon.

Een interne enquĂȘte onder de meer dan duizend werknemers van ITER, met een respons van 83 procent, gaf aan dat de werknemers trots zijn op hun bedrijf en zich sterk betrokken voelen, zegt Bigot. ‘En natuurlijk letten we op de veiligheid. We zijn toch niet gek!’

Naar de bijeenkomst met het Europese parlement is hij niet gegaan. ‘Ik was uitgenodigd en was van plan te gaan, toen deze activist uit het niets opeens ook op het programma kwam te staan. Maar door met dit soort mensen in discussie te gaan, geef je ze precies het platform dat ze willen hebben’, zegt Bigot.

 

Stilgelegd

Dat het project vertraagd is en duurder wordt dan begroot was, klopt overigens wel. Dat er zorgen zijn over de veiligheid ook: De Franse atoomwaakhond ASN (Autorité de Sûreté Nucleaire) heeft het werk aan de reactor voorlopig stilgelegd.

Dat is echter niet omdat er op dit moment een risico zou zijn, maar omdat de volgende stap in de werkzaamheden onomkeerbaar is: het aan elkaar lassen van de onderdelen die de tokamak moeten gaan vormen, is vanwege het enorme gewicht van de segmenten niet terug te draaien. De ASN is er momenteel niet van overtuigd dat deze constructie stevig genoeg is. Daarnaast betwijfelt het veiligheidscontrole-instituut of de straling straks niet te hoog wordt voor werknemers die bij de reactor in de buurt moeten zijn.

 

En nu?

De werknemers van F4E pleiten via hun vakbondsleider voor een onafhankelijk onderzoek naar de werkomstandigheden in Barcelona, door het anti-fraudebureau OLAF van de Europese Unie, waarbij gegarandeerd moet worden dat de werknemers vrijuit kunnen spreken.

Claessens vindt dat de EU – de grootste investeerder in ITER – moet ingrijpen, en zorg dragen voor een beter personeelsbeleid en een betere samenwerking met de Franse atoomwaakhond ASN.

De commissie gaat in beraad.

 

Openingsbeeld: De bouwplaats van ITER in Zuid-Frankrijk in 2018. Foto Oak Ridge National Laboratory, Wikimedia Commons, CC BY2.0