Geïnspireerd door een vleesetende plant hebben Amerikaanse wetenschappers een extreem glibberig oppervlak vervaardigd. Het materiaal zorgt op termijn wellicht dat de oliestromen in pijpleidingen minder weerstand ondervinden. Ook de ketchupfles gaat in de toekomst wellicht helemaal leeg.
 

De bekerplant komt vooral voor in Zuidoost-Azië. Insecten die zich te ver over de rand van de langwerpige, rechtopstaande kelk wagen, belanden op een hellende, zeer glibberige ondergrond. Daardoor vallen ze in de kelk, die water bevat met enzymen die het diertje langzaam verteren. Zo voorziet de plant voor een deel in zijn voedingsstoffen.

De voor de plant essentiële gladde laag bestaat uit een poreus materiaal, opgevuld met water. Zowel vaste als vloeistoffen kunnen zich nauwelijks aan het materiaal hechten.

Onderzoekers van de Amerikaanse Harvard University hebben deze structuur nu nagemaakt. Ze noemen het materiaal, dat microholtes gevuld met een smerende vloeistof bevat, Slippery Liquid-Infused Porous Surface (SLIPS). Het materiaal stoot veel verschillende stoffen af, zowel vaste als vloeibare.

Verschillende nuttige toepassingen liggen in het verschiet. In de medische wereld bijvoorbeeld hebben katheterslangetjes last van de weerstand van vloeistoffen, hetzelfde geldt voor waterleidingen en oliepijpleidingen. En de ketchupfles gaat in de toekomst wellicht wél helemaal leeg.

Ook boten en vliegtuigen kunnen baat hebben bij een laagje van het materiaal om de aangroei van respectievelijk mosselen en ijs tegen te gaan. Een gladde huid zorgt er namelijk voor dat het brandstofverbruik binnen de perken blijft.