'Er is ook een materialenrevolutie nodig'
Elke maand zijn er talloze nieuwe boeken, toneelvoorstellingen, podcasts en videoâs. De Ingenieur pikt de interessantste eruit en stelt de maker vijf vragen. Dit keer een boek over de complexe ketens van fossiele grondstoffen, door Ton van Helvoort.
Â
Waarom heeft u dit boek geschreven?
âHet afgelopen decennium heeft de transitie naar duurzame energie veel aandacht gekregen. Maar fossiel â met aan het eind van de keten de uitstoot van CO2 â is ook de basis voor het maken van producten zoals plastics, huizen en autoâs. Om ook maar in de buurt te komen van het Parijsakkoord is daarom ook een materialentransitie nodig. Technologische opties op dat vlak krijgen te weinig aandacht.â
Voor wie is het boek bedoeld?
âHet boek biedt historisch zicht op hĂłe we tot die met âfossielâ verstrengelde economie zijn gekomen en reikt handvaten aan om te analyseren welke emissiearme en circulaire wegen open staan. Ik hoop zĂ©lfs technologen en ingenieurs verrassende inzichten en historische verbanden te bieden. Maar ook zal het beleidsmakers, burgers en milieuactivisten argumenten bieden om te streven naar wat publiek-private samenwerking heet.â
Wat fascineert u in dit onderwerp?
âVoor de Stichting Historie der Techniek (TU/e) heb ik onderzoek gedaan naar DSM, Shell en Unilever. Veel van hun vindingen komen uit het laboratorium waar jonge technici emplooi vonden en zo bijdroegen aan economische groei. Dat ik toegang had tot archiefmateriaal van die multinationals maakte dat ik zicht kreeg op hoe het proces verloopt van laboratorium, via proeffabriek naar productiefabriek. Dat proces is voor de ingenieur niets nieuws, maar blijft grotendeels onzichtbaar in de verhalen over historische innovatie. Meerdere hoofdstukken in het boek gaan over transitieproeven in dergelijke pilot plants.â
Waarom moeten juist ingenieurs dit boek lezen?
âEmissiearme en circulaire producties â die ook worden benoemd als disruptieve, haaks op de fossiele markt staande, technologie â zullen tot stand moeten komen via proeffabrieken en demonstratieprojecten. Deze zijn extreem kostbaar en ingenieurs moeten dergelijke plannen op nationaal en Europees niveau steunen. Dat betekent dat pressie moet worden uitgeoefend op, enerzijds, oliebedrijven om voor die kostbare, duurzame routes te kiezen en, anderzijds, op universiteiten om samenwerking met âfossielâ niet uit de weg te gaan.â
Wat heeft u geleerd tijdens het schrijven?
âMet zân regelgeving biedt Europa mogelijkheden de uitstoot van CO2 onder controle te krijgen; let op dat we het kind (de EU) niet met het badwater weggooien. Maar wees ook scherp op multinationals die via het emission trade system wereldhandel zien in de emissie en het invangen van CO2.â
Â
Ketens van fossiele grondstoffen
Ton van Helvoort
360 Blz.
⏠34,99Â
Dit artikel verscheen eerder in het meinummer 2024 van De Ingenieur.
Openingsfoto: chemische fabriek. Foto Depositphotos