Duitsland is veel verder met de transitie naar duurzame energie dan Nederland. Als iemand weet hoe dat komt en wat Nederland dus beter kan doen, is het Harry Lehmann, directeur van de divisie “Milieuplanning en duurzame strategieën” van de Duitse Umweltbundesamt. Hij is één van de architecten van de Duitse Energiewende, die wereldwijd geprezen wordt. Lehmann was vrijdag 13 mei in Nederland, voor een bijeenkomst van de Springtij, een netwerkclub voor duurzame energie.


Als de Duitse Energiewende een voetbalwedstrijd is, dan is het nu rust. ‘Halbzeit’ heet dat in het Duits. De Duitsers mogen trots zijn. Voortvarender dan de meeste andere landen hebben onze Oosterburen de winning van duurzame energie ingevoerd (Lees ook: Duitsland Walhalla voor energietransitie).

Maar het karwei is nog lang niet klaar. Bruinkool is nog steeds een belangrijke energiebron en het land worstelt om de CO2-uitstoot nog verder te laten dalen. De tot nu toe behaalde CO2-reductie ligt iets boven de 30 % ten opzichte van 1990. In 2020 moet dat 40 % zijn en het ultieme doel was altijd om in 2050 een CO2-reductie te hebben van 95 % (wederom vergeleken met 1990).

Hóe het land die tweede grote slag wil gaan maken, daarover ging in maart van dit jaar een conceptrapport naar de Duitse ministeries. ‘Ook wil onze regering deze zomer een besluit nemen of we blijven mikken op die 95 % of dat we ons doel wat omlaag bijstellen naar 90 of zelfs 85 %’, vertelde Lehmann afgelopen vrijdag op de expertmeeting die Springtij hield in Pakhuis De Zwijger in Amsterdam.


Regie

Lehmann is als directeur bij de Duitse Umweltbundesamt, het nationale agentschap voor milieu, mede verantwoordelijk voor het plannen van de energietransitie. Uit zijn presentatie kwamen enkele redenen naar voren waarom Duitsland zoveel verder is dan ons land.

Centraal daarbij staat de term “regie”, die in Duitsland sterk aanwezig is. De regering heeft een strategie opgesteld waar zij jarenlang aan vasthoudt. Alle politieke partijen voelen de urgentie van het klimaatprobleem en er is dus brede steun voor deze aanpak. Daardoor maakt het niet uit dat een regering wisselt; de energietransitie kan gewoon doorgaan. In Nederland kan een regeringswissel ervoor zorgen dat subsidies worden beëindigd of de maximumsnelheid op snelweg plotsklaps omhoog gaat.


Benzine slurpende wagens

Natuurlijk is het niet alleen maar halleluja in Duitsland. De sectoren bouw en vervoer blijven achter bij de gewenste besparingsdoelstellingen. Het retrofitten van oude, bestaande gebouwen blijkt langzamer te gaan dan gehoopt. En de Duitsers blijken erg verknocht te zijn aan hun grote, benzine slurpende wagens. ‘Gelukkig is deze houding aan het veranderen. Jonge mensen hechten veel minder aan het bezitten van een auto. Ook vind ik dat we de belastingvoordelen voor de traditionele autobouwers zouden moeten afschaffen. En een derde mogelijke maatregel is het verbeteren van het openbaar vervoer in en rond steden’, aldus Lehmann.


Gevestigde belangen

De meeste aanwezigen waren het er wel over eens: het grootste gevaar (of de vertragende factor) voor de energietransitie komt van de gevestigde belangen. Bedrijven die volledig zijn ingericht op het uit de grond halen van olie en gas. Of autobouwers die tot nu toe alleen hebben ingezet op wagens op benzine en diesel. Maar er is verandering op komst. ‘De grootste vier energieboeren van Duitsland zitten in hun Kodak-periode, als u begrijpt wat ik  bedoel’, merkte wetenschappelijk directeur Wouter van Dieren van Springtij op. ‘Ze snappen niet dat ze te laat zijn met veranderen. Ze gaan uitsterven als dinosaurussen. En dat is prachtig, want het laat zien dat de wens van de burgers uiteindelijk een realiteit wordt.’ Dat de grote oliebedrijven in zwaar weer gaan komen, meldde onlangs ook de invloedrijke Britse denktank Chatham House.
 

Harry Lehmann. Foto Steffen Proske.

Waarom doet Duitsland het beter dan Nederland? Vijf inzichten van Harry Lehmann


INGENIEURS

Lehmann: ‘Om te beginnen is Duitsland echt een ingenieursland. We zien een probleem en we weten heel goed hoe we dat stapsgewijs moeten aanpakken. Nederland is van oudsher een land dat zich richt op handel.’

 

STURING

‘Daarnaast accepteren Duitsers sturing van bovenaf, door de overheid, beter. Nederland is een liberale markteconomie – de markt zal het wel oplossen – , terwijl de Duitse economie meer overheidssturing kent.’

 

ROMANTIEK

‘Wij hebben in Duitsland echt een romantisch beeld bij onze natuur. Wij houden van onze groene plekjes, dat zit heel diep. Dat willen we beschermen.’

 

BETROKKEN BURGERS

‘Duitsland staat bekend om zijn burgerinitiatieven, van groepen burgers die zichzelf organiseren omdat ze het ergens niet mee eens zijn. Neem nu het centrale station van Stuttgart, dat grondig verbouwd moet worden. Dat riep een storm van protesten op en heeft de plannen beïnvloed.’ Dezelfde proactieve houding heeft geleid tot tal van coöperaties van burgers en boeren, die bijvoorbeeld zelf hun windmolen financieren en uitbaten.


OUTREACH

‘Ambtenaren van de federale overheid die zich bezighouden met de energietransitie spreken vaak op scholen en voor groepen gemeenteambtenaren.’ Dat is goed voor het overbrengen van de juiste informatie aan burgers en daarmee vermoedelijk ook voor het draagvlak onder mensen. ‘Daardoor voelen de Duitse burgers een grotere sense of urgency dan de Nederlandse.’