Het gebruik van energie wereldwijd zal na een piek in 2030 verminderen door toenemende elektrificatie, zo blijkt uit de Energy Transition Outlook 2050 die adviesbureau DNV GL vandaag publiceert. Wind- en zonne-energie spelen een grote rol, maar fossiel heeft in 2050 nog altijd een aandeel van 40 %.

De Energy Transition Outlook 2050 die DNV GL vandaag publiceerde, schetst een toekomstbeeld van de wereldwijde energievoorziening in 2050. Het is uitdrukkelijk geen scenario dat allerhande mogelijkheden verkent, maar de best mogelijke voorspelling. ‘We putten uit onze eigen ervaring en hebben honderden experts in de energiewereld geraadpleegd’, aldus Lucy Craig, directeur Technologie en Innovatie van de energietak van DNV GL.


Ontkoppeling

De meest verrassende uitkomst is dat de totale energievraag in 2030 een maximum bereikt, om daarna geleidelijk af te vlakken, ondanks een verdere groei van bevolking en economie. ‘Het betekent dat er wereldwijd voor het eerst in de geschiedenis sprake zal zijn van een ontkoppeling van economische groei en energiegebruik.’
 

Na 2030 vlakt het energiegebruik af, ondanks verdere groei van de wereldeconomie.


Deels heeft dit fenomeen te maken met de aannames die DNV GL doet over die bevolkingstoename en de economische groei. Craig: ‘Wij gaan uit van een totale bevolking van 9,2 miljard mensen in 2050, daarmee zitten we zes procent lager dan de voorspelling van de VN.’ De economie is in 2030 weliswaar met 130 % gegroeid, maar het hoge tempo van de groei van de afgelopen decennia is voorbij.


Efficiencywinst

Dat de energievraag ondanks die groei van de economie zijn piek bereikt, heeft vooral te maken met grootschalige elektrificatie van ons energiesysteem. ‘Voor allerhande doeleinden is elektriciteit een stuk efficiënter dan het gebruik van fossiele brandstoffen.’ Het toekomstbeeld leunt zwaar op die efficiencywinst. Terwijl die de afgelopen decennia gemiddeld 1,4 % per jaar was, gaat DNV GL voor de komende decennia uit van gemiddeld 2,5 % efficiencywinst per jaar.

In het toekomstbeeld van DNV GL verdubbelt de vraag naar elektriciteit, ten koste van met name kolen en olie. En die elektriciteit wordt in toenemende mate geproduceerd uit wind en zon. ‘Dit is de uitkomst van ons model, en is niet iets wat we er van tevoren in hebben gestopt.’
 

Elektriciteit wordt de belangrijkste energiedrager, en verdringt olie en kolen.


Kostprijs bepaalt

Grofweg kijkt het model naar de vraag naar energie (warmte, stroom, voor transport), en kijkt dat welke energiebron die tegen de laagste kosten kan leveren. Cruciaal voor het toekomstbeeld is de veronderstelling dat de kosten voor het opwekken van wind- en zonne-energie verder zullen dalen vanwege leereffecten: naarmate een technologie meer wordt toegepast, nemen de kosten ervan af. Dat is ook precies wat er de afgelopen decennia is gebeurd met wind- en zonne-energie: bij elke verdubbeling van de capaciteit daalden de kosten met 18 %. Voor de toekomst hanteert DNV GL een wat lager percentage.

Wind en zon krijgen een aandeel van elk 13 % in de totale energievoorziening.


Variabele bronnen technisch geen probleem

Toenemend gebruik van wind- en zonne-energie betekent ook een toenemende afhankelijkheid van variabele bronnen. ‘We kunnen dat aan’, zegt Craig stellig vanuit de uitgebreide expertise die DNV GL heeft in de elektriciteitssector. ‘Technisch gezien zijn er mogelijkheden genoeg.’ Het model rekent kosten van bijvoorbeeld een gascentrale die moet bijspringen als wind en zon niet leveren, of een accu die de energie in de nacht moet leveren, ook toe aan de hernieuwbare bronnen. ‘Toch zien we dat de capaciteit aan wind en zon enorm zal toenemen omdat die, ook met die extra kosten, het meest kosteneffectief zijn.’
 

De opwekcapaciteit voor elektriciteit in Europa in 2050. Vanwege de beschikbaarheid van zon en wind zal die vele malen groter zijn dan de piekvraag.


Doelen Parijs niet gehaald

Een andere uitkomst van het model is dat fossiele brandstoffen in 2050 nog steeds een grote rol spelen, met gas in de hoofdrol. Een consequentie daarvan is dat de doelen van het Parijse klimaatakkoord niet worden gehaald: het zogeheten CO2-budget van 850 Gton CO2 om de temperatuurstijging binnen de 2 °C te houden wordt met 700 Gton CO2 overschreden. ‘We hebben geen wensbeeld gepresenteerd, maar een meest waarschijnlijke uitkomst.’

Politieke interventies, die in het model vrijwel geen rol spelen, kunnen de uitkomst veranderen, bijvoorbeeld door het opleggen van een hogere CO2-prijs dan het maximum van $ 60/ton CO2 waar DNV GL nu mee rekent. Zo neemt in het toekomstbeeld ondergrondse opslag van CO2 slechts 2,7 % van de totale uitstoot voor zijn rekening vanwege de hoge kosten van die opslag. Bij een hogere CO2-prijs wordt meer opslag rendabel, en dat is dan een van de manieren om de doelen van Parijs dichterbij te brengen.

Waterstof speelt in de berekeningen nauwelijks een rol. ‘We hebben er uitgebreid naar gekeken, zien er ook veel mogelijkheden voor als energiedrager, maar de kosten zijn vooralsnog veel te hoog om in de energietoekomst een duidelijke rol te spelen.’
 

Openingsfoto: de omslagfoto van Energy Transition Outlook 2050