Het eerste eiland van de Marker Wadden is boven water. Het gebied wordt opgespoten met slib en zand uit het troebele Markermeer. Het gaat om een nieuw natuur- en recreatiegebied in het Markermeer, dat bestaat uit zanddammen, moerasgebied en ondiep water.

Op 4 km van de Houtribdijk, die Lelystad met Enkhuizen verbindt, komen de Marker Wadden te liggen. ‘De snijkopzuiger is volop bezig’, meldt ing. Corné Appelo, projectleider bij Boskalis. 'We hebben het eerste eiland boven water.'

Behalve Appelo maakt ook ing. Hans Pohlmann van ingenieursbureau Arcadis deel uit van het kernteam dat de tender voor de aanleg van de Marker Wadden won en de werkzaamheden voor de aanleg van de eerste eilanden heeft voorbereid.

De Marker Wadden worden in essentie een reeks eilanden, omringd door ondiep water, die vooral de natuurwaarde van het Markermeer moeten vergroten.


Voedsel

Met de biodiversiteit in dat circa 4 m diepe zoetwatermeer is het namelijk slecht gesteld. Door voortdurend opwoelend slib is de groei van planten en de populatie van de driehoeksmossel sterk achteruitgegaan, waardoor er ook minder voedsel beschikbaar is in het eens zo vogelrijke gebied.

Zo’n vier jaar geleden lanceerde Natuurmonumenten het plan voor de Marker Wadden. Het idee is: maak met het slib eilanden, zodat én de helderheid van het water verbetert én er meer ruimte is voor natuurontwikkeling en recreatie. Ook de zeiler heeft immers liever een bestemming om naar toe te varen dan alleen open water.
 

Beschermende duinenrij

Het basisprincipe van het ontwerp waarmee Boskalis nu aan de slag gaat, bestaat uit een duinenrij die zorgt voor een luwe zone. Daarachter worden vervolgens de eilanden gemaakt met holocene klei uit de bodem van het Markermeer, zo legt Pohlmann uit. ‘Ook de putten waar we het materiaal vandaan halen, zijn door ons nauwgezet ontworpen. Zo krijgt het talud van de zandwinput een schouder, omdat bekend is dat vissen daar graag overwinteren.’

Afgelopen maand is begonnen met de aanleg van een ringdijk van zand op de bodem van het meer. ‘De snijkopzuiger vult de ruimte ertussen nu op met de holocene klei, die we eerst van de bodem van het Markermeer moeten weghalen voordat we bij het zand komen.’ Een beter woord voor die holocene klei is eigenlijk natte bagger, ‘en dat geldt helemaal als die door de snijkopzuiger is afgeschraapt’.

Is in de Markermeerbodem het zand eenmaal bereikt, dan wordt daarmee de ruim 6 km lange barrière aangelegd die moet zorgen voor de luwtezone. ‘Het was het idee van onze landschapsarchitect om er niet een dijk van te maken, maar een duinenrij, want harde waterkeringen zijn er in het Markermeer al genoeg.’

Alleen het deel van de dam dat op het westen is gericht, krijgt een stenen bekleding. ‘Daar vind je de grootste golfkracht.’ De duinenrij wordt zo’n 20 m breed en komt 3 tot 5 m boven het waterniveau. ‘We hebben hem zo ontworpen dat er de komende twintig jaar geen extra zand nodig is.’


Slibvanger

Een deel van de holocene klei die verder nodig is om de eilanden aan te leggen, wordt niet zomaar weggehaald, maar in de vorm van een lange geul. Die zal namelijk een deel van het slib dat nu in het Markermeer rond wervelt opvangen. ‘We verwachten per jaar 1 m aanslibbing in de geul.’ Dat slib kan dan ook weer worden gebruikt om de eilanden aan te leggen. En zijn de eilanden er eenmaal, dan zal er ook spontaan aanslibbing optreden. ‘Dat proces duurt logischerwijs veel langer.’


Recreatie

Op een van de eilanden komen recreatieve voorzieningen: een haven, een bezoekerscentrum en wandelpaden. ‘We gebruiken vooral zand en hout als materiaal.’ Buiten de wandelpaden is er geen toegang voor bezoekers. ‘We willen dat vogels hier gaan broeden. Het zou er ook veel te gevaarlijk zijn: de draagkracht van de grond wordt net voldoende om te voorkomen dat ganzen erin wegzakken. Om dat te bereiken is speciale aandacht nodig voor het inklinken van het gebaggerde materiaal.’

Een aparte zorg is voorkomen dat op die eilanden een aaneengesloten wilgenbos ontstaat. ‘Tijdens de kiemperiode zorgen we dat er water op de eilanden staat, dan hebben de wilgen geen kans. Uiteindelijk zullen riet en andere waterplanten de begroeiing bepalen.’

Appelo verwacht dat het opspuiten van de in totaal 250 ha omspannende eilanden komend najaar klaar is, daarna volgt de aanleg van de recreatieve voorzieningen. Het eilandenrijk zou uiteindelijk zo’n 10 000 ha groot moeten worden. ‘We hopen dat het Natuurmonumenten lukt de financiering daarvoor tijdig rond te krijgen.’