Delfts exoskelet zet eerste stappen
Dwarslaesiepatiënt Ruben de Sain heeft eind vorige week de eerste stappen gezet met het nieuwe exoskelet van Project MARCH, een studententeam van de TU Delft.
De komende weken oefent De Sain verder met het pak, de MARCH II, en wordt het gefinetuned. Begin oktober doen De Sain en de studenten mee aan een wedstrijd in Düsseldorf.
Tweede lichting
In maart van dit jaar presenteerden de studente de schetsen van hun ontwerp (lees: ‘Nieuw exoskelet voor dwarslaesiepatiënt’). De afgelopen maanden hebben ze het ontwerp in detail uitgewerkt, de onderdelen besteld of gemaakt en het hele apparaat in elkaar gezet.
De studenten zijn de tweede lichting die in een jaar een volledig nieuw exoskelet hebben gebouwd. Vorig jaar haalde Project MARCH I door pech net niet de deelname aan de eerste Cybathlon (lees: ‘Nederlands succes op eerste bionische Olympische Spelen’).
Het nieuwe exoskelet is bedoeld voor mensen met een dwarslaesie, die door een beschadiging in hun ruggenmerg geen gevoel meer in hun lichaam hebben beneden een bepaald punt. Zij zitten noodgedwongen in een rolstoel, zowel fysiek als sociaal een onprettige en onwenselijke situatie. Daar proberen de 31 studenten van team Project MARCH wat aan te doen. Hun apparaat zit strak bevestigd aan de benen van de gebruiker, waardoor elektromotoren de functie van spierkracht overnemen.
Voorgangers
‘We hebben natuurlijk gebruikgemaakt van de kennis van onze voorgangers. We hebben steeds de tussentijdse ontwerpen aan hen gepresenteerd en ook zitten er een paar van onze voorgangers in onze raad van advies’, zegt Marise de Baar, pr-persoon van het team.
Ten opzichte van vorig jaar zijn er wel een paar belangrijke veranderingen. De gewrichten zijn veel kleiner geworden, doordat de motoren er nu in zitten. Verder is de user interface in de kruk geplaatst, waarmee de gebruiker kiest tussen bijvoorbeeld ‘Staan’, ‘Lopen’ of ‘Traplopen Omhoog’. En het rugzakje met de accu en de elektronica is nog maar half zo groot.
Wennen
De Sain gebruikt in het dagelijks leven een commercieel verkrijgbaar exoskelet. Voor hem was het behoorlijk wennen toen hij in augustus de eerste keer met het apparaat van Project MARCH aan de gang ging. ‘Hij had wat problemen met zijn evenwicht en dat is te begrijpen. Inmiddels is dit verholpen, deels door aanpassingen aan ons apparaat en deels door gewenning aan zijn kant’, vertelt De Baar.
Oorspronkelijk was het plan om een systeem in te bouwen dat feedback zou geven aan de gebruiker over de stand van de benen; die voelt hij immers niet. Maar dat bleek moeilijk uitvoerbaar. De Sain nam vibraties niet goed waar, omdat hij zich nog erg moet concentreren tijdens het lopen met het pak. Voor geluid gold hetzelfde en signalen gebaseerd op licht blijken overdag niet goed te werken. ‘Vandaar dat we hebben besloten deze optie nog even weg te laten. Ruben heeft wél wat gevoel in zijn heupen en krijgt daarvan voldoende feedback.’
Aanpassingen
Momenteel traint De Sain twee keer per week met het nieuwe pak. Daaruit volgen dan wensen voor kleine aanpassingen, die de studenten vervolgens doorvoeren; dat gaat vooral om wijzigingen in de besturingssoftware. Een van de studenten oefent dan eerst met het pak voordat De Sain er weer mee aan de slag gaat.
Het team werkt op deze manier toe naar de Cybathlon Experience, die van 4 tot en met 7 oktober wordt gehouden in Düsseldorf, Duitsland. Als onderdeel van een grote beurs vindt daar een wedstrijd plaats voor de gebruikers bionische hulpmiddelen. De Sain moet dan vier hindernissen afleggen die lastig zijn voor een exoskelet, zoals opstaan uit een diepe zitbank en lopen over ongelijk terrein. ‘Het zou leuk zijn om te winnen, maar het gaat ons erom dat we samen met Ruben de vier hindernissen kunnen nemen. Dan is het voor ons geslaagd.’