‘Voorsprong door techniek.’ Echt waar?, vraagt redacteur Jim Heirbaut zich af. Deze maand met houders voor blikjes aan vuilnisbakken op straat.

 

Is het u ook opgevallen? Dat steeds vaker vuilnisbakken op straat open staan, alsof iemand ze hardhandig heeft opengebroken? Waarschijnlijk Ă­s dat ook zo.

In mijn buurt in ieder geval wel, en niet omdat nalatige vuilophaaldiensten zijn vergeten ze na het legen te sluiten, maar omdat ze moedwillig zijn opengerukt of -getrapt. Gemeentewerkers komen wel weer langs om ze te sluiten, maar dat blijkt dweilen met de kraan open want een dag later staan ze weer wijd open.

De reden? Het duurde even voor ik het doorhad, maar nu ik steeds vaker mensen in vuilnisbakken zie gluren en graaien, snap ik het. Blikjes zijn geld waard geworden; flesjes waren het al. Een blikje doet vijftien cent wanneer je het bij de super inlevert. Verzamel er een zwikkie en het telt op tot een bedrag dat voor sommigen blijkbaar een welkome aanvulling is op het inkomen.

Andere aanwijzing: in de supermarkt zie ik steeds vaker mensen die niets kopen, maar alleen hun bonnetje komen verzilveren.

Statiegeld werkt dus, zou je kunnen zeggen. Via de stadsjutters komen lege blikjes terug bij de supermarkt, die ze verzamelt voor recyclingbedrijven. Alleen is het wat onhandig dat de verzamelaars hiervoor de gemeentelijke vuilnisbakken met geweld moeten openbreken. Zou hier nou niet iets op te verzinnen zijn?

Jawel. Sinds kort hangt in verschillende gemeenten een ‘innovatie’ aan vuilnisbakken: een metalen houder die aan de zijkant van de bak is bevestigd en waarin een stuk of tien blikjes passen. Mensen die hun lege blikje willen weggooien kunnen het daarin zetten, zodat anderen die het niet breed hebben, het eruit kunnen pakken en ermee naar de supermarkt gaan.

Wat mij betreft een goed voorbeeld van een geslaagde lowtech-innovatie. Een totaal niet ingewikkelde oplossing voor een redelijk complex probleem, namelijk: hoe krijg je zoveel mogelijk gebruikte drankblikjes terug naar de bron?

In de supermarkt zelf gaat het intussen steeds beter met het verwerken van de blikjes. In het begin worstelden de winkels door heel het land met kapotte machines. Ik trof vaker een papier met ‘Defect’ erop dan een werkende machine. Dan zat er niets anders op weer huiswaarts te keren met de plastic zak vol lekkend oud blik, met erbovenop de boodschappen die ik net had gedaan. Best onhandig.

Het lijkt erop dat de machinebouwers het inmiddels onder de knie hebben om betrouwbare blikkenslikkers te bouwen, want het gaat nu vaak goed. Bij de buurtsuper tref ik nu een machine aan die zowel plastic flesjes als blikjes aan kan. Een scanner en – onzichtbaar – een weegschaal bepalen wat voor type blikje of flesje het is en tellen alle statiegeldwaarden bij elkaar op.

Hoe de flesjes en blikjes verderop van elkaar worden gescheiden, ik heb geen idee. Waarschijnlijk nog altijd handmatig, door een bijklussende scholier met de blik op oneindig.
 

Dit artikel verscheen eerder in het aprilnummer 2024 van De Ingenieur. Neem eens een proefabonnement!
 

Openingsfoto: blikjeshouder van Grijsen, een producent van straatmeubilair. Foto: Grijsen