Artsen steken voor onderzoek of operaties lange holle naalden in organen als de lever. De naald raakt hierbij gemakkelijk uit koers. ‘Zacht en hard weefsel wisselen elkaar af, waardoor de naald plots kan afbuigen’, verklaart werktuigbouwkundige dr.ir. Nick van de Berg. In zijn promotie­onderzoek ontwikkelde hij daarom een mechanisme voor koers­correctie: een holle naald met een ­scharnierende tip in combinatie met echobeelden.

In de naald lopen draden die vastzitten aan de rand van de tip en met een joy­stick zijn aan te spannen. Als het echobeeld een afbuigende naald toont, is de tip door manipulatie van de joystick een bepaalde kant op te draaien. Het gevolg is dat de naald in die richting gaat bewegen, ‘ongeveer zoals de fiets het stuur volgt’.
 

Ingebouwde zwakte

Van de Berg is onlangs aangesteld als postdoc-onderzoeker bij de TU Delft. ­Samen met het Erasmus MC verricht hij preklinisch onderzoek naar zijn methode. Vraag is onder meer of het tipscharnier – in feite een ingebouwde zwakte – voldoende stijf is: het mag niet te vaak vanzelf gaan draaien als het op een hard stukje weefsel stuit. ‘Dat is een spannende vraag. We verwachten dat de aangespannen draden het scharnier voldoende stijf maken.’

De stuurbare holle naald komt onder meer van pas bij het verschroeien van weefsel. Een arts steekt hiervoor een elektrode door de naald. Van de Berg hoopt over twee jaar een systeem te presenteren dat klaar is voor klinische tests.