Of de zandmotor voor de Zuid-Hollandse kust daadwerkelijk een betere manier is van suppletie weten we pas in 2030. Tot nu toe doet hij wat er van werd verwacht.

De zandmotor vanaf de noordkant, december 2013


‘De wijze waarop het zand zich verspreidt gaat vrijwel zoals verwacht’, zegt een opgetogen drs. Carola van Gelder, projectmanager Zandmotor van Rijkswaterstaat. ‘De kop aan de zeezijde erodeert, het meeste zand komt aan de noordkant langs het strand terecht, een deel in het zuiden en een deel verdwijnt buiten ons meetgebied richting zee.’

In het najaar van 2011 begon voor de Zuid-Hollandse kust bij Ter Heide een uniek experiment: daar werd 21,5 miljoen kubieke meter zand gedeponeerd, met het idee dat golven en wind zorgen voor de verspreiding langs de kust. ‘Tot nu toe moesten we tweejaarlijks in het gebied zand suppleren. Dat betekent elke keer weer pijpleidingen leggen, een zandopspuiter inhuren, de bodem verstoren. Vandaar het idee: kunnen we niet in één keer een zeer grote hoeveelheid zand neerleggen en het vervolgens aan de elementen overlaten om dat stand richting de kust te verspreiden.’ En dat is wat er nu gebeurt. Het gebied waar het extra zand op het strand ligt is in 2,5 jaar tijd verdubbeld. ‘En ik merk ook dat het duinfront door verstuiving extra zand krijgt.’

Tijdens de presentatie van deze resultaten van de zandmotor toonde programmadirecteur Hans Kleij van de provincie Zuid-Holland zich vooral enthousiast over de enorme aantrekkingskracht van de zandmotor voor recreanten en natuurliefhebbers. ‘Vanuit het hele mensen komen mensen speciaal om dit nieuwe waterstaatkundige werk te bewonderen.’ Als het aan hem ligt wordt er over vijf of tien jaar, wanneer de grootste dynamiek uit de zandmotor zal zijn verdwenen, weer extra zand bijgestort om de attractie in stand te houden.

Van Gelder van Rijkswaterstaat noemt het een slecht idee. ‘Het gaat om een proef waarbij we moeten aantonen dat het uit oogpunt van kosten, bodemleven, vogels, recreatie en dergelijke beter is om één keer heel veel te storten in plaats van veel vaker een beetje. Dat weten we pas wanneer de zandmotor zijn werk heeft gedaan, en dat is in 2030.’


De opeenvolgende stadia van de zandmotor, direct na de stort in 2011 en in februari 2014