Vliegende auto
De Aeromobil ziet eruit als een straaljager op autowielen, waarbij de draaibare vleugels tijdens het rijden langszij achter de cabine liggen.
Al sinds de uitvinding van de auto en het vliegtuig dromen ingenieurs ervan om de twee succesvol samen te doen smelten. Enkele moderne varianten maakten de afgelopen tijd succesvolle proefvluchten, zoals de Aeromobil van de Slowaakse ingenieur Štefan Klein. Na ruim twintig jaar ontwikkeling heeft Klein nu een volledig functionerend prototype dat er spectaculair uitziet, maar weinig praktische toepassing heeft.
De Aeromobil ziet eruit als een straaljager op autowielen. De opbouw bestaat uit een stalen frame bekleedt met carrosseriedelen van met koolstofvezel versterkte kunststof. Hierdoor bedraagt het totaalgewicht slechts 450 kilogram. Ondanks zijn lengte van zes meter – wat parkeren in de stad niet makkelijk maakt – heeft het voertuig maar twee zitplaatsen. Veel ruimte wordt ingenomen door de draaibaar opgehangen vleugels, die tijdens het rijden in de lengterichting achter de cabine liggen. De carrosserie zelf is 1,6 meter breed en de spanwijdte tijdens het vliegen bedraagt 8,2 meter.
De Rotax 912 viercilinder boxermotor – afkomstig uit de sportvliegtuigindustrie – kan zowel de wielen als de duwpropeller in het staartstuk aandrijven. Op de weg haalt het gevaarte daarmee een snelheid van ruim 160 en in de lucht van meer dan tweehonderd kilometer per uur. Klein wist onlangs in Slowakije de eerste succesvolle testvluchten met het prototype uit te voeren.
www.aeromobil.com