Koeling datacenters geen gevaar voor drinkwatervoorziening
Datacenters in Noord-Holland kunnen in hete perioden de drinkwaterlevering in gevaar brengen, meldde De Telegraaf vorige maand. Dat klopt niet, zegt zowel de Dutch Data Center Association als drinkwaterbedrijf PWN. Wel proberen datacenters hun drinkwatergebruik verder te reduceren.
‘Waterslurpende datacenters dreigen in Noord-Holland de levering van voldoende drinkwater aan huishoudens in gevaar te brengen’, schrijft De Telegraaf op 18 maart.
Een alarmerende zin, maar het nieuws blijkt niet te kloppen. De datacenters hebben weliswaar in sommige perioden water nodig voor koeling, maar de aangehaalde cijfers zijn veel te hoog. De krant rept van 4,6 miljoen kubieke meter water per jaar die door twee datacenters in de kop van Noord-Holland zouden worden opgesoupeerd.
Waterwet
Cijfers van het CBS laten daarentegen zien dat alle pakweg tweehonderd grote datacenters van Nederland samen maar ongeveer een miljoen kuub water per jaar gebruiken voor koeling. Dat is slechts 0,09 procent van al het leidingwatergebruik.
Daarnaast kan een datacenter nooit het drinkwater van burgers inpikken. Daarvoor is de zogeheten verdringingsreeks uit de Waterwet in het leven geroepen, mailt woordvoerder Jojanneke van Mourik van PWN. ‘Drinkwater zit in categorie 2 en is daarmee goed geborgd.’ Bij dreigend watertekort gaan huishoudens voor.
Rijen met rekken
Waarvoor gebruikt een datacenter eigenlijk water? Voor koeling, is het korte antwoord, maar lang niet op elk moment. Normaal gesproken koelt een datacenter zijn lange rijen met rekken vol computerservers met lucht.
‘Net zoals je computer thuis gebruikmaakt van een ventilator om zijn onderdelen te koelen, wordt in een datacenter lucht tussen de rijen servers door geblazen’, vertelt Erik Barentsen van de Dutch Data Center Association, de brancheorganisatie.
Deze lucht neemt de warmte van de servers op en voert deze af naar buiten. Dit gaat prima wanneer de lucht van buiten koel is. Maar als het buiten een graad of twintig wordt en de lucht droger, dan wordt het tijd om met leidingwater de aangezogen buitenlucht vochtig te maken, want vochtige lucht voert beter warmte af.
Besprenkelen met water
De modernste datacenters besprenkelen daarvoor een deel van een warmtewisselaar met water, dat vervolgens verdampt – zogeheten adiabatische koeling (Lees hierover het achtergrondverhaal 'Dampend datacenter' van enkele jaren terug, pdf-bestand). Zo wordt maximaal warmte onttrokken aan de lucht die langs de serverrekken stroomt.
Volgens Barentsen draaien de meeste datacenters in ons land zo’n 80 à 85 procent van de tijd op droge buitenlucht, en gebruiken dan geen water. ‘Bij de allernieuwste van Microsoft is dat zelfs 95 procent van de tijd.’
Paar graden hoger
Het watergebruik is dus te overzien, maar kan wel beter, erkent Barentsen. ‘Fabrikanten van chips en andere componenten geven een garantie op goed functioneren tot een bepaalde temperatuur. Daar zit rek in. Sommige datacenters laten daarom de binnentemperatuur een paar graden hoger oplopen.’ De koeling kost dan minder energie en minder water.
Industriewater
Daarnaast kijken de grotere datacenters naar duurzaam watergebruik. Barentsen: ‘Ze gebruiken steeds vaker industriewater, ofwel gezuiverd oppervlaktewater dat nog niet voor consumptie geschikt is.’ Ook het drinkwaterbedrijf PWN zit op deze lijn. Woordvoerder Van Mourik: ‘We willen in de toekomst geen water van drinkwaterkwaliteit meer leveren als dat voor een specifieke toepassing niet noodzakelijk is.’
Een slimme oplossing, ten slotte, is om een datacenter zijn warmte te laten afgeven aan een lokaal warmtenet in plaats van dit te lozen op de buitenlucht. Daar hebben beide kanten profijt van, want het datacenter krijgt daar koelte voor terug.
Openingsfoto Warmte van de koeling van de apparaten gaat het stadswarmtenet in bij dit ruim twee jaar oude datacenter van Bytesnet in Groningen. Foto: Sjaak Kempe / CC BY 2.0