
Vragenvuur: Negen gewetensvragen aan Gerri Eickhof
Negen lastige vragen aan journalist Gerri Eickhof. Op 16 maart 2025 maakte hij zijn laatste reportage voor het NOS journaal.
Wat is het laatste dat u zelf heeft gerepareerd?
‘Een halogeenlamp in de keuken. Die zat op een stopcontact dat ik zelf ongeveer 25 jaar geleden heb omgebouwd tot schakelaar. Nu die schakelaar kapot ging, moest ik reconstrueren hoe ik dat ook alweer had gedaan. Dat is gelukt.’
Voor welk probleem zouden ze eindelijk eens iets slims moeten verzinnen?
‘De woningnood. Ze zouden iets moeten uitvinden waardoor je heel snel heel veel woningen kunt bouwen, zonder dat de stikstofnorm in gevaar komt.’
Waarvan denkt u: ik wou dat ík dat had uitgevonden?
‘Als kind leek het vliegtuig mij de mooiste uitvinding, later geld. Maar uiteindelijk ga ik voor de televisie, vanwege de fantasie die nodig was om deze te verzinnen. Vliegen is voorstelbaar, dat doen vogels ook. En wie een sigarenbandjesverzameling heeft, zoals ik vroeger, begrijpt al snel dat een algemeen ruilmiddel handiger is dan dubbele bandjes die een ander al heeft. Maar live kunnen meekijken bij iets waar je zelf niet bent – dat is next level verbeeldingskracht. Geniaal.’
Welke technologische ontwikkeling baart u zorgen?
‘AI, omdat dat moeilijk valt te overzien en te controleren, en er weinig mensen zijn die daar ook maar enigszins de implicaties van inzien. AI kan mooie dingen opleveren, maar ook worden misbruikt. Vergelijk het met dynamiet: Nobel dacht daar veel goeds mee te kunnen doen, en schrok zich het apelazarus toen bleek dat het vooral werd gebruikt om dood en verderf te zaaien. Met de huidige constellatie in de wereld baart dat extra zorgen. Het is nou niet zo dat we geopolitiek afhankelijk zijn van allemaal goedwillende krachten.’
‘In landen die het kunnen betalen zijn de dijken hoog genoeg. In andere landen niet.’
Gebruikt u een AI-assistent zoals ChatGPT?
‘Niet dat ik weet, maar zelfs dat weet ik niet zeker. Niet als assistent in elk geval, ik ben ijdel genoeg om te denken dat ik het zelf beter kan.’
Wat is het laatste non-fictieboek dat u las?
‘Blauwestad, van Karin Sitalsing, over een gloednieuw dorp aan een kunstmatig meer in Oost-Groningen. Interessant, en het leest als een trein.’
Zijn de dijken hoog genoeg?
‘In landen die het kunnen betalen wel. In landen die het niet kunnen betalen niet.’
Van welke fout heeft u veel geleerd?
‘In 1992 werd ik met een paar collega’s naar Roermond gestuurd, waar een aardbeving was geweest. Ik was de jongste en moest me nog bewijzen. Toen die collega’s met hun auto het kruispunt overstaken, reed ik er blindelings achteraan om de aansluiting niet te verliezen en raakte een fietser. Die was niet zwaargewond, ze was haast fitter na de val dan ervoor, maar ik was erg geschrokken. Het leerde me dat je niet blind achter het moment van de dag moet aanlopen, altijd moet blijven nadenken, je eigen beslissingen moet nemen en je eigen koers moet bepalen.’
Kunt u bewijzen dat u geen robot bent?
‘Als ik in mijn vinger prik, komt er bloed uit. En ik moet wel eens huilen. Niet vaak hoor, maar toevallig net nog wel. Ik kreeg opeens een cadeautje vanwege mijn pensioen, van collega’s van wie ik dat in het geheel niet had verwacht. Dat greep mij even aan.’
Portret: NOS