Vandaag heeft Connexxion op Schiphol een vloot van honderd volledig elektrisch aangedreven bussen gepresenteerd. De bussen rijden in de regio Amstelland-Meerlanden. Het is wereldwijd het ‘zero emission’-project met het grootste aantal elektrische bussen dat in één keer de weg op gaat.

Read this article in English

De busvloot werd vanmiddag op Schiphol officieel gepresenteerd in aanwezigheid van staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat, vertegenwoordigers van alle betrokken bedrijven en pers. De aanwezigen reden een rondje over het vliegveld in een van de bussen, waarbij onder meer een laadlocatie werd aangedaan.

Van de 100 bussen zijn er 51 gestationeerd op Schiphol. Deze zijn zilverkleurig. De overige 49 bussen van R-net zijn rood en hebben Amstelveen als uitvalsbasis. De bussen, geproduceerd door VDL, zijn in technisch opzicht helemaal hetzelfde, op de chauffeurscabine, de neus en het interieur na. Een bus is 18 m lang en in het midden voorzien van een harmonica. Hij weegt leeg 19 ton en heeft vier accu’s aan boord, die in het dak zijn verwerkt. De totale capaciteit van de accu's is 170 kWh. De accu’s voeden een elektromotor, die zijn krachten overdraagt op de achteras.
 

Schaal

Vervoerder Connexxion deed al ervaring op in Eindhoven, waar het sinds 2016 met 43 elektrische bussen door de stad rijdt. Met dit nieuwe project doet het busbedrijf daar een schepje bovenop. Het is al niet niks om in één keer met honderd nieuwe bussen te gaan rijden, het wordt nog complexer als dat honderd volledig elektrische voertuigen zijn die het gebied tussen Amsterdam, Amstelveen, Schiphol en Haarlem gaan bedienen. Dat is het - qua bussen - drukst bereden stukje Nederland.

Wat maakt het verder zo complex? Om te beginnen de planning. Als een bus eenmaal rijdt, dan rijdt-ie, maar de accu’s van de nieuwe elektrische bussen moeten tussen de vier en zes keer per dag worden opgeladen. Een bus kan op een volle accu minstens 80 km rijden. ‘Het was natuurlijk de uitdaging om die laadmomenten zoveel mogelijk te laten samenvallen met de pauzes van de chauffeurs’, zegt Frank Bleijlevens van Transdev, het moederbedrijf van het Nederlandse Connexxion.
 

Infrastructuur

Daarnaast is de infrastructuur een uitdaging. Om de vloot van honderd bussen goed te kunnen laten functioneren - op sommige trajecten wordt het klokje rond gereden, vanwege de bedrijvigheid op en rond Schiphol - zijn op vier locaties snellaadpunten aangelegd: drie op verschillende plekken op Schiphol (P30, Schiphol-Noord en Cateringweg) en één in Amstelveen. Op elk van die locaties kunnen tussen de vier en acht bussen tegelijk aan de snellader.


Laadproces

Het opladen van de accupakketten van de bussen kan op twee manieren gebeuren. Overdag gaat dat met snelladen. De chauffeur komt met zijn of haar bus bij een snellaadlocatie en parkeert hem precies op de juiste plek, zodat de pantograaf op de bus omhoog kan bewegen en in de contact hood (het dakvormige ding op de foto rechts) kan schieten. Dan begint het laden met een vermogen van 450 kW, waardoor de bus na een minuut of twintig weer verder kan. In Eindhoven duurt het snelladen nog veertig minuten. ‘Daaraan zie je hoeveel de techniek in die twee jaar al is voortgeschreden’, zegt Bleijlevens.


Nacht

’s Nachts, wanneer veel van de bussen stilstaan, gaan ze aan de langzame lader, die de accu’s met slechts 30 kW voedt. Dat lijkt weinig vermogen, maar er is toch tijd genoeg om de batterijen op te laden. Tijdens dit proces worden de accu’s ook gebalanceerd; dat wil zeggen dat de ladingsgraad van de cellen waaruit de accu’s bestaan, op een gelijk niveau wordt gebracht. ‘In de ochtend, vlak voor de start van de dienstregeling, wordt de bus dan 'wakkergemaakt'. Terwijl hij nog aan het laadstation hangt, worden bus én accu's voorverwarmd. Dit is nodig omdat een koude accu niet kan snelladen. Zijn de materialen in de accu heel koud, dan hebben ze geen zin in die grote vermogens’, vertelt manager Zero Emission Bart Kraaijvanger van Connexxion.
 




Rijgedrag

Vergeleken met een dieselbus heeft de elektrische bus een paar voordelen. Om te beginnen heeft hij natuurlijk geen uitstoot. Ook is hij stiller, wat zowel voor de passagiers als voor omwonenden positief is. Nadeel is dat hij aanzienlijk zwaarder is dan een dieselbus, waardoor de remweg langer wordt bij een noodstop.

De chauffeurs hebben een opleiding gehad om met de nieuwe bussen om te leren gaan. Bij het stuur zit bijvoorbeeld een hendel die de bus regeneratief laat remmen als je er aan trekt. Dat wil zeggen dat de remenergie voor een aanzienlijk deel terugvloeit naar de accu’s. Er zit ook nog een mechanisch rempedaal in de bus, maar het is de kunst om zoveel mogelijk elektrisch te remmen.

Een chauffeur die we toevallig tegen het lijf lopen, looft de rust waarmee de bus rijdt. ‘Hij ligt als een huis op de weg. Hij is wel wat trager, maar dat is voor passagiers alleen maar fijn denk ik.’ Vanwege de accupakketten die bovenop de bus zitten, doet hij het in de bochten rustig aan. ‘Je moet er niet aan denken dat de bus in een bocht op zijn kant gaat.’


Kosten

Een nieuwe elektrische bus is ongeveer twee keer zo duur in aanschaf als een conventionele dieselbus. Daar krijgen reizigers en omwonenden schonere lucht rond de busroutes voor terug. Voor Connexxion is de investering groter, maar de elektrische bussen zijn goedkoper in het onderhoud, gaan naar verwachting langer mee en de stroom is per gereden kilometer goedkoper dan diesel.

De afgelopen weken reden chauffeurs van Connexxion een testprogramma met een aantal van de bussen. Dat is enerzijds om het materieel te testen, op de weg en bij het opladen, maar ook om de chauffeurs aan het proces te laten wennen. Stapje voor stapje zijn ook al de eerste bussen in de dienstregeling opgenomen. ‘We zitten nu op 65 bussen; volgende week dinsdag moeten we compleet zijn’, zegt Eric Bavelaar van Connexxion.

Over twee jaar wil Connexxion nog 156 elektrische bussen extra invoeren in dezelfde regio. Het hoopt dan 90 % van de reizigers met zero emission-bussen te kunnen vervoeren.

Openingsfoto Connexxion