In een gevaarlijke wereld kiest columnist Marcel Möring voor een gevoel van 'veilige onveiligheid'. 

De belangrijkste troef in ons overlevingspakket is de plek waar we wonen: in een dorp in het hoge noorden.

‘Want?’, zegt Patricia. ‘Je denkt dat Poetin daar niet komt?’

‘De pakjesbesteller kan het niet eens vinden’, zeg ik.

Soms zie ik dat ze op pad zijn gegaan: ‘Onderweg voor bezorging’. Maar de voortgangsbalk blijft ergens halverwege hangen en als de avond eindelijk is gevallen, kijken we elkaar hoofdschuddend aan. Het is weer niet gelukt. DPD is het ergst. Wat daar aan de hand is weet ik niet, maar die besteldienst is een kettingbotsing van mislukte pogingen. Vorig jaar raakten ze een bureaustoel kwijt, een paar weken geleden kwamen twee van de bestelde archiefkastjes weken te laat aan. De resterende drie waren wegens ‘een verpakkingsfout’ achtergebleven in Duitsland. Ik keek op een reviewsite of het aan mij lag, maar de lijst met woedende reacties was zo lang dat ik dat het me zinloos leek om er de mijne aan toe te voegen.

Gelukkig was concurrent DHL in staat om na slechts één mislukte poging ons dorp te bereiken en de noodradio af te leveren die ik had besteld.

‘Waarom een noodradio?’, zei Patricia.

‘Omdat het moet van de regering.’

Ze bekeek me met een blik die zei dat er zoveel moet, maar dat ik me daar nooit iets van aantrek. Wat waar is.

‘Gadgets…’, zei ze, op een ‘ik ken jou, mannetje’-toon.

‘Ik heb ook een survival knife besteld’, bekende ik.

Ze schudde haar hoofd.

‘Een noodradio?’, zei mijn vriend Bert. ‘Wat moet je daar mee? Denk je dat Hilversum wordt gespaard als de Russen binnenvallen en dat ze daar kranig blijven uitzenden? Hoe duur is zo’n ding?’

Drieëndertig euro. AM en FM, ingebouwde zaklamp, noodsignaal en kompas. Werkt op accu, zonnecel en handslinger.

‘Wat moet je met een kompas? Ben je van plan om autarkisch te overleven in het Drents-Friese Wold?’

Het kompas leek op het minikompasje dat in de hak van mijn padvindersschoenen zat. Die moest je, met het uniform, kopen in de scoutingwinkel. Het waren bruine leren schoenen, met in de zolen miniatuur-reliëfs van dierensporen en dat kompasje in de hak van de rechterschoen. Het leek mij als negenjarige aspirant-verkenner een onhandige configuratie. Moest je om het kompas te raadplegen je schoen uittrekken en dan op één schoen en een sok door de wildernis struinen? En hoe kon je trouwens dierensporen herkennen als er geen zachte ondergrond was om afdrukken in achter te laten? Lieten dieren zelf trouwens wel pootafdrukken achter op harde ondergronden? 

De padvinderij, vermoedde ik terwijl we mijn kloffie uitzochten in de scoutingwinkel, leek eerder een romantische dan een praktische kwestie. Hoewel ik moet bekennen dat ik enorm in mijn sas was met de gevlochten leren riem die ook bij de uitrusting hoorde. Het wemelt van de noodradio’s op Amazon, allemaal ongeveer gelijk, allemaal ongeveer even goedkoop. En allemaal uit China, dat blijkbaar geen bedreiging vormt voor onze democratische levensstijl. Mijn ‘Notfallradio’, zoals een bijgaand Duitstalig kaartje hem noemt, is van het merk Zpincsipo, vervaardigd door ShenZhen Qinmai. Hij ziet er exact hetzelfde uit als de noodradio’s van andere merken. Ze komen waarschijnlijk uit dezelfde fabriek en krijgen hier en daar een ander kleurtje en een andere naam.

‘Ga je nou ook een noodvoorraad aanleggen?’, vroeg Patricia toen het pakje zonder melding was bezorgd bij de drogisterij aan de overkant.

‘Wij hebben altijd al noodvoorraad’, zei ik. ‘Ik ben de zoon van mijn moeder.’

Met ‘de oorlog’ in gedachten legde mijn moeder voorraden aan die nooit werden aangesproken maar mijn zusters en mij doordrongen van een gevoel van veilige onveiligheid: de wereld was gevaarlijk, maar wij zouden altijd genoeg toiletpapier hebben.

Het multifunctie-mes kwam aan na drie bestelaankondigingen die niet wilden materialiseren.

Ik heb er al een, maar dat ligt in de auto om dienst te doen bij eventuele rampspoed. Dit mes was voor thuis. Eerlijk gezegd was ik vooral benieuwd hoe het huismerk van Amazon in staat was om voor vijftien euro zo’n mes te leveren. Er zat een piepklein kaartje bij, waarop in nog piepkleinere letters waarschuwingen waren afgedrukt. Risk of suffication!, was de eerste. Het mes is kleiner dan een pakje sigaretten en ik vroeg mij af wat het plastic zakje zou kunnen verstikken. 

Beware of cats!, was de tweede. Een glimlach verscheen op mijn gezicht. Als dat eens zou kunnen! Dat de aanschaf van dit mes er op onverklaarbare wijze toe zou leiden dat we ineens een kat kregen. Ik moest er mijn bril voor afzetten voor ik las dat er cuts stond. Waarna ik mij afvroeg waarom je in het geval van een mes voor snijden moest waarschuwen. Dat is alsof je een kraan een bordje hangt dat je er nat van kunt worden. De laatste waarschuwing was Risk of injury! Wat mij betreft werd dit risico al afgedekt door cuts, maar wie ben ik om de Amerikaanse letselschadecultuur te bekritiseren.

Het mes zit in een hoesje van gevlochten kunststof. Het is pakweg 3,5 centimeter lang en iets meer dan een centimeter dik. Er zit alles op, of beter: in, wat je ook aantreft in het betere Zwitserse zakmes en tot nu toe heb ik niet kunnen ontdekken wat er mis mee is. Eventuele gebreken of zwakten komen natuurlijk ook pas aan het licht in het gebruik en daarvoor moet er eerst een ramp plaatsvinden waarbij ik ons met mijn mes, de noodradio en een multipak gedroogde noedels de Drents-Friese bossen in leid om daar in vreedzame harmonie met een roedel wolven te overleven.

Tekst: Marcel Möring. Begin dit jaar verscheen Mordechai, zijn jongste roman over een schrijver met onstilbare honger naar vrijheid.
Portret: Harry Cock