Een tunnel onder de Fehmarnbelt tussen Duitsland en Denemarken heeft de voorkeur boven een tuibrug, concludeert de Deense opdrachtgever Femern. Bij het tunnelproject zijn drie Nederlandse ingenieursbureaus betrokken. De vaste oeververbinding tussen het Duitse Puttgarden en het Deense Rødbyhavn moet de reistijd tussen Hamburg en Kopenhagen met zo’n anderhalf uur verkorten tot drie uur.


De verbinding omvat een vierbaanssnelweg en twee sporen voor treinen, die met een snelheid van 200 km/h rijden. Twee opties waren in de race: een tunnel en een tuibrug. Op basis van de projectvoorstellen van de betrokken consortia geeft opdrachtgever Femern de voorkeur aan een tunnel. Deze heeft minder impact op het milieu en de omgeving, een grotere beschikbaarheid in verband met onderhoud en weersomstandigheden, en een goedkopere constructie. Het gaat om een bedrag in de orde van vijf miljard euro, waarvan de Europese Commissie een bedrag van circa een miljard euro beschikbaar stelt. De tunnel krijgt een lengte van 17,6 km.


Nederlands samenwerkingsverband

Het tunnelconsortium bestaat uit het Deense ingenieursbureau Ramboll, het Britse Arup en het Nederlandse samenwerkingsverband Tunnel Engineering Consultants (TEC) van DHV, Royal Haskoning en Witteveen+Bos. De uiteindelijke beslissing is aan de Deense regering en wordt rond april 2011 verwacht. ‘Dan krijgen we te horen wanneer de bouw kan beginnen’, aldus ir. Hans de Wit, directeur van TEC.

Openingsillustratie: Femern.