‘Wacht even’, zei iemand, toen ik het verhaal had verteld. ‘De waterafvoer van het schuifdak komt uit in de auto?’

Ik kon alleen maar knikken. Ja, twee rubber slangen lopen vanaf het schuifdak door de A-stijlen, naar de vloer en gaan daar door de wielkast naar buiten. Een recept voor ellende en dat is ook waarom ik al twee maanden met natte voeten rondrijdt.

Op het Landroverforum kwam ik een sliert aan medegetroffenen tegen. Het ontbrak er nog maar aan dat er pogingen werden ondernomen om een praatgroep op te zetten. Een van de forumleden wist dat er een officieel workshopmanual van driehonderd pagina’s was dat alleen ging over lekkages.

Het is iets typisch Brits om mooie techniek te ontwikkelen en die dan min of meer achteloos in een apparaat of auto te pleuren.

Ik heb een Dyson-stofzuiger en hoewel stofzuigen zonder snoer een dagelijkse opluchting is, voel ik ook scepsis, want het is algemeen bekend dat de accu de twee jaar niet haalt en een nieuwe kost honderd euro. Ik heb er een Chinese accu in gezet die twee keer zoveel capaciteit heeft en veel goedkoper is, maar toch: waarom kon dat niet in een keer goed?

Ik moest aan mijn auto en stofzuiger denken toen afgelopen maand sir Clive Sinclair overleed. Hij was de uitvinder van veel dat nieuw en zelfs revolutionair was, maar scheen op de een of andere manier nooit erg geïnteresseerd te zijn in betrouwbaarheid van zijn producten.

Neem de Black Watch. Ik houd niet van horloges, maar de Black Watch van Sinclair heb ik altijd begeerd: een zwart kunststof horloge met tijdsaanduiding in rood led die oplicht als je op de kast drukt. Ik had ‘m bijna dagelijks in mijn handen toen ik als werkstudent in de goud- en zilvershop van een weidewinkel werkte. Eind jaren zeventig was het en toen ik daar mijn dagen sleet werd het door niemand gekocht.

Ondanks het prachtige futuristische uiterlijk was er van alles mis met Sinclairs horloge. De elektronica was zeer gevoelig voor statische elektriciteit en het ding zoop stroom, zelfs als je niet het knopje indrukte voor de tijdsaanduiding, die trouwens niet erg accuraat was. De batterij hield het tien dagen uit en het was een toer om die te vervangen. Afhankelijk van de omgevingstemperatuur liep het ding sneller of langzamer.

Het grootste probleem was de prijs. Omgerekend naar hedendaagse valuta: pakweg 180 euro. Maar prachtig, en zeer exemplarisch voor alles wat Sinclair bedacht en produceerde. Gemankeerd is het woord.

Iets nieuws bedenken is een avontuur, spullen verkopen is saai.


In veel in memoria werd Sinclair geassocieerd met de spectaculair mislukte Sinclair C5, een soort elektrische scootmobiel die in de ogen van de uitvinder een mobiliteitsrevolutie kon veroorzaken. Dat gebeurde niet. De C5 zag er prachtig uit, maar werd voortgedreven door een elektromotor die zo zwak was dat de bestuurder bij de geringste helling zelf moest meetrappen, en dat was nog niet zo makkelijk in half liggende positie.

De Sunday Times omschreef de C5 als een ‘elektronisch zitbad’. Van de veertienduizend exemplaren die werden gemaakt voor het bedrijf failliet ging, werden er vijfduizend verkocht. De rest kwam terecht bij evenementenorganisaties of kreeg een bestemming als reclamegadget.

Het begon allemaal rooskleurig voor Sinclair. Hij produceerde de eerste kleine zakcalculator en had daarna enorm veel succes met zijn microcomputers, de Sinclair ZX 80, de Sinclair Spectrum en tenslotte de QL. Maar hij was een uitvinder van het klassieke soort geïnteresseerd in wat nog ontwikkeld moest worden. Ik snap dat. Iets nieuws bedenken is een avontuur, spullen verkopen is saai. In het geval van Sinclair liep dat laatste vaak uit op een flop.

In de garage piekerde ik over Sinclair terwijl de monteur een ritje met mijn auto maakte. Behalve de lekkage waren er ook nog de paniekerige mededelingen van ‘het systeem’ dat er iets mis was met de special programs. Ik dacht dat de luchtvering lekte, maar dat bleek niet toen de wagen was uitgelezen.

‘Het is de communicatie’, zei de monteur. ‘Voorin zit een joekel van een zekeringenkast, net als achterin. Dat moet allemaal met elkaar praten en daar gaat iets mis.’

Op dat moment maakte mijn gemijmer over Sinclair onmiddellijk plaats voor iets anders typisch Brits, Brexit, en dat al die krakkemikkige auto’s nu bij gebrek aan brandstof niet eens meer kunnen rijden.

Asterix zei het al: ‘Rare jongens, die Britten.’

Tekst: Marcel Möring
Fotografie: Harry Cock