‘Wij mensen innoveren en imiteren, we schaven en schuren en gaan net zo lang door tot we iets bijzonders weten te creëren.’

Zouden we een motto zoeken voor de verhalen in De Ingenieur, dan zou deze terloopse zin uit het jongste boek van de Zweedse auteur Johan Norberg een uitstekende kandidaat zijn. Want elke maand weer komt het in het blad aan op de ingenieurs – jong, oud, man vrouw – die door te schaven en te schuren iets maken wat er nog niet was, en zo de wereld een beetje beter maken.

Uitvinder-ondernemer Jan van der Tempel bijvoorbeeld. Hij staat in de schijnwerpers omdat hij is genomineerd voor een Europese uitvindersprijs. Dankzij de door hem uitgevonden stabiele loopplank kan buitengaats overstappen van schip op platform nu een stuk veiliger. Komende week hoort hij of hij de prijs heeft gewonnen. 

De mens moet het hebben van samenwerking

Een ander voorbeeld? Elon Musk. De topman van Tesla en SpaceX staat centraal in het juninummer van De Ingenieur, dat komende dinsdag op de deurmat valt. Weinig techondernemers hebben zoveel te weeg weten te brengen als de eigenzinnige, briljante, brutale, roekeloze Musk. In de maand dat hij zijn vijftigste verjaardag viert, belichten we in De Ingenieur zoveel mogelijk kanten van het fenomeen. Een uitgave om naar uit te kijken!

Aan de hand van talloze voorbeelden uit heden en verleden toont de liberale denker Norberg in zijn boek Open aan dat een samenleving pas innovatief kan zijn, als ze een werkelijk open karakter heeft. De mens moet het immers hebben van samenwerking.

De grootste economische coronaschade, zo meldde de Wereldbank onlangs, is het gevolg van de toegenomen angst om met anderen om te gaan. Laten we hopen dat de verschillende vaccins behalve ook tegen die angst een goede remedie blijken te zijn. Opdat we kunnen blijven innoveren.


Tekst: Pancras Dijk, hoofdredacteur van De Ingenieur
Portret: Robert Lagendijk