Over hoe AI ons helpt, en niet uitroeit
Ook zo overweldigd door de golf aan negatieve berichten over kunstmatige intelligentie? Lees dan Slim, slimmer, slimst, een relativerend en zeer informatief boekje over AI.
We kunnen wel inpakken, de computers gaan van ons winnen. Geniet er nog een paar jaar van, maar dan zijn we allemaal onze baan kwijt en doet AI al ons werk voor ons. En met een beetje pech helpt AI over een paar decennia de ganse mensheid om zeep.
Dat is de teneur in talloze recente berichten in de media. Met AI is zo’n beetje van alles mis en als we nú niet hard op de rem trappen, zijn we het haasje.
Geen paniekvoetbal
Gelukkig loopt het zo’n vaart niet. Wie een beetje een realistische blik op AI wil ontwikkelen, doet er goed aan het boekje Slim, Slimmer, slimst te lezen, van wetenschapsjournalist Bennie Mols, die ook regelmatig voor De Ingenieur schrijft.
Daarin is van paniekvoetbal geen sprake. Integendeel, Mols schetst een realistisch beeld van hoe het staat met de ontwikkeling van AI, hoe AI ons kan gaan helpen en wat we voorlopig niet van AI hoeven te verwachten.
De diepte in over het onderwerp kunstmatige intelligentie (AI)? Luister dan ook eens naar onze podcast over dit onderwerp.
Uitleggen
Om te beginnen is het boek nuttig, omdat het nu eindelijk eens goed uitlegt wat wordt bedoeld met artificial intelligence, de term die te pas en te onpas wordt gebruikt in de brede media.
Mols weet van wanten – hij schrijft al jaren over het onderwerp – en legt uit waar de term vandaan komt, maar ook dat sommige wetenschappers hem niet zo gelukkig gekozen vinden. ‘IA’ zou wellicht beter zijn: intelligence augmentation, het uitbreiden van de menselijke intelligentie.
Assisteren
Want als er één boodschap beklijft van Mols’ boek, dan is het dat AI een verzamelterm is voor computerhulpjes die mensen kunnen assisteren bij het beter uitvoeren van hun taken. Of het nu het opstellen van teksten is, het zoeken op internet, het stellen van de diagnose kanker in het ziekenhuis of het besturen van een auto. AI zal dit werk niet van ons overnemen, maar maakt het werk wel veel makkelijker. De toekomst is niet aan AI, maar aan de mens ondersteund door AI.
Helpen bij wetenschappelijke uitdagingen
Dat gaat trouwens wel wat verder dan alleen een ‘handig computerhulpje’. AI belooft binnen afzienbare tijd ook te kunnen helpen bij echt lastige wetenschappelijke uitdagingen. Daarvan zijn de eerste contouren al te zien. Wetenschappers gebruiken AI in de natuurkunde, de wiskunde en de biochemie; Mols schrijft erover in een hoofdstuk met de titel 'Eurekaboost'.
Dat gaat bijvoorbeeld over eiwitten, lange moleculen die de werkpaarden van ons lichaam zijn. Die krijgen hun functie doordat ze zich op een bepaalde manier vouwen. Eiwitten die verkeerd vouwen, kunnen tot ziekten leiden. Biologen willen al heel lang kunnen voorspellen hoe een nieuw eiwit zich zal vouwen, maar daarvoor waren ze tot voor kort aangewezen op het lab: ze moesten het eiwit maken en dan met ingewikkelde instrumenten kijken welke vorm het aannam.
Eiwitten
Maar een paar jaar geleden introduceerde het bedrijf DeepMind software op basis van AI die de vorm van een nieuw eiwit kan voorspellen: AlphaFold. Inmiddels zijn over de hele wereld wetenschappers met AlphaFold aan de slag gegaan en zij hebben van meer dan tweehonderd miljoen eiwitten de vorm voorspeld. In het merendeel van de gevallen was de voorspelling goed genoeg voor praktische toepassing.
Gezond verstand
Dit is nog maar één voorbeeld van nuttige AI, het boek staat er verder vol mee. Maar misschien het belangrijkste punt dat Mols maakt, is dat AI op veel vlakken tekortschiet ten opzichte van de mens. AI kan geen beroep doen op ‘gezond verstand’, de verzameling impliciete kennis die een mens elke dag opdoet vanaf het moment dat-ie ter wereld komt. Hoe werken dingen, wat wil de ander, wat is oorzaak en gevolg?
AI mag dan krachtiger zijn op bepaalde deelgebieden, een general artificial intelligence is nog ver weg. Mols maakt dan ook korte metten met de mensen die geloven dat AI zo slim kan worden dat ze de mensheid zal overvleugelen. Die kans is niet nul, maar Mols beredeneert stap voor stap dat die kans wel heel erg klein is. Een geruststellende gedachte.
Boek
Slim, slimmer, slimst. Hoe kunstmatige intelligentie de mens een turboboost geeft
Bennie Mols | 120 Blz. | € 9,99
Openingsfoto: Shutterstock