Nederlandse techniek laat auto’s Zweden op zaagsel rijden
Het internationale bedrijf TechnipFMC gaat in Zweden een fabriek bouwen die olie produceert uit zaagsel en houtsnippers. De techniek is ontwikkeld door het Nederlandse bedrijf BTG-BTL, dat in Hengelo een proeffabriek runt.
De fabriek komt te staan naast de houtzagerij van het bedrijf Setra. Die bevindt zich in Gävle, ongeveer 170 kilometer ten noorden van de hoofdstad Stockholm. Deze zagerij produceert een constante stroom zaagsel, waardoor dat niet van verder weg hoeft te worden aangevoerd. De geproduceerde olie wordt vervolgens verwerkt tot voor auto's bruikbare brandstof in een raffinaderij van het bedrijf Preem in Lysekil aan de Zweedse westkust.
Zweden is een bosrijk land met een grote houtverwerkende industrie. Het sterke punt van bio-olie uit restproducten als zaagsel of houtsnippers is dat er geen kostbare landbouwgrond voor nodig is. Dat is wel het geval als je biobrandstof maakt uit bijvoorbeeld koolzaad, mais of suikerriet.
Interesse
BTG-BTL ziet de interesse in de nieuwe bio-olie snel toenemen. ‘Het feit dat Scandinavische landen, die heel ver zijn op het gebied van duurzaamheid, voor deze olie kiezen, geeft aan dat het product potentie heeft’, zegt managing director Gerhard Muggen van BTG-BTL in een persbericht. ‘Er zijn verschillende toepassingen en met alle nieuwe regelgeving die voorschrijft dat we steeds duurzamer en verantwoordelijker met energie om moeten gaan, ontdekken steeds meer bedrijven dat pyrolyse-olie een goed alternatief is.’
TechnipFMC werkt al langer samen met BTG-BTL. In Finland bouwt het momenteel een fabriek die ook zaagsel gaat omzetten in olie. Volgend jaar moet deze installatie al klaar zijn.
Organische stoffen omgezet in olie
BTG-BTL heeft een aan de Universiteit Twente bedachte methode doorontwikkeld tot een techniek die op industriële schaal bruikbaar is. Bij pyrolyse worden organische stoffen in een zuurstofarme omgeving omgezet in olie (zie de figuur hieronder). De lange ketens van onder meer cellulose breken op in verschillende koolwaterstoffen met kortere ketens. Dat proces moet zuurstofarm verlopen, want anders verbranden het zaagsel of de houtsnippers tot as en CO2.
In het proces wordt het organische materiaal snel verwarmd tot 500 graden Celsius door het in een roterend vat met heet zand te gooien. Deze verhittingsstap duurt maar enkele seconden; vervolgens zijn er nog verschillende stappen van nabehandeling nodig. In Hengelo draait al een paar jaar een proeffabriek die op kleine schaal olie produceert.
Aardolie
Eigenlijk is pyrolyse een versnelde variant van de manier waarop olie ontstaat in de natuur. Aardolie is het resultaat van plant- en dierenresten die miljoenen jaren onder de grond hebben gezeten. Chemische processen hebben deze resten omgezet in dikke olie, die na raffinage geschikt is voor verschillende toepassingen, zoals het verwarmen van gebouwen en het aandrijven van voertuigen (benzine) en vliegtuigen (kerosine).
Auto rijden
De geplande fabriek in Zweden gaat ongeveer 40.000 ton houtsnippers en zaagsel verwerken. Op de biobrandstof die dit oplevert, na raffinage, kunnen naar schatting 15.000 gezinnen een jaar lang hun auto rijden. Hierbij komt weliswaar CO2 in de lucht, maar dat was ook gebeurd als de houtresten waren verbrand of vergaan in de natuur. Nu wordt de energie in het hout nuttig gebruikt. Wat de nieuwe biobrandstof gaat kosten, is nog niet bekend.
De biobrandstof zal worden bijgemengd met gewone brandstof - uit fossiele bron - en met andere vormen van biobrandstof. Volgens Europese richtlijnen moet autobrandstof (benzine en diesel) vanaf 2020 voor een deel bestaan uit een duurzame component (bronnen die voortdurend worden aangevuld, zoals zon, wind en biomassa).
Foto's BTG-BTL