Een Japans bedrijf ontwikkelt een opmerkelijke manier om duurzaam opgewekte elektriciteit van windmolens op zee aan land te brengen: met een vloot tankschepen vol batterijen.


PowerX ontwikkelt met de batterijtanker Power Ark 100 een alternatief voor onderzeese stroomkabels. In Japan zijn die namelijk minder voor de hand liggend vanwege diepe zeeën en aardbevingsgevoelige gebieden. Daardoor zijn kabels moeilijker te leggen en kunnen ze makkelijker beschadigd raken. 

Daarnaast is sabotage tegenwoordig een belangrijk aandachtspunt. PowerX zegt met de batterijtankers nieuwe, afgelegen locaties voor windmolens te kunnen ontsluiten.
 

Eureka is de rubriek voor 'productontwerpen voor morgen' uit het maandblad De Ingenieur.


Maritieme batterijpaketten

De Power Ark 100 is 140 meter lang en heeft 96 maritieme batterijpakketten aan boord. Die kunnen in totaal ruim 240 megawattuur aan stroom opslaan. Daarmee bieden de schepen een flexibele oplossing om op productiepiekmomenten stroomoverschotten op te slaan en weer vrij te geven wanneer er piekvraag is.

Opladen of ontladen van de batterijen duurt drie uur. PowerX voorziet een scenario waarin een vloot van deze schepen tussen wind­molenparken en opslag­systemen aan land varen die zijn aangesloten op het elektriciteitsnetwerk.



Elektrische batterijtanker

De batterijtanker wordt elektrisch aangedreven. De kruissnelheid bedraagt tien knopen en de maximumsnelheid veertien knopen. Om niet te veel stroom te verbruiken voor de aandrijving is het bereik beperkt tot driehonderd kilometer.

Naarmate de opslagcapaciteit van batterijen toeneemt, wordt  dit verder opgeschroefd zodat de schepen verder gelegen locaties kunnen bereiken.

De eerste prototypetanker moet in 2025 klaar zijn voor testdoeleinden. Uiteindelijk moet dit model flink worden opgeschaald naar een tanker van twee gigawattuur voorzien van zonnecellen om eigen stroom op te wekken voor de voort­stuwing.


Tekst: Paul Schilperoord
Beeld: PowerX