Arup: Model, data en intelligentie
Digitale tweelingen zijn zeker waardevol, maar ze moeten wel drie componenten bevatten die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, stelt Gaby Abdalla, digital twin leader bij ingenieursbureau Arup.
Lees meer over Digital Twins in het speciale webdossier.
De eerste noodzakelijke component van een digital twin is een digitaal model van het bouwwerk. In de regel is dat een bouwwerkinformatiemodel (BIM), waarin alle gegevens van het bouwwerk zijn opgenomen en dat bij de oplevering kan worden meegeleverd. ‘Maar dat model is redelijk statisch van aard: het verandert niet van dag tot dag’, legt Abdalla uit.
Daar komt de tweede component van pas, de dynamische data die uit het bouwwerk volgt: hoeveel stroom wordt er op elk moment van de dag verbruikt, wat is de temperatuur, hoe gedragen technische systemen zich? Sensoren kunnen het registreren en sturen de data in real time door naar het model, dat op basis daarvan precies bijhoudt hoe het staat met het bouwwerk.
Heb je beide componenten op orde, dan is er nog een derde nodig om daadwerkelijk iets te kunnen aanvangen met alle data, stelt Abdalla: de intelligentie om te kunnen vaststellen wat er gebeurt, waarom dat gebeurt en wat er onder bepaalde omstandigheden kán gebeuren. ‘Een hoop is te automatiseren, dus vaak voldoet kunstmatige intelligentie. In andere gevallen kijkt een ingenieur mee.’
Digitale gebouwbeheerder
Behalve een beheerder moeten bijvoorbeeld kantoorgebouwen ook een digitale facility manager krijgen, stelt Abdalla. Die zou al vanaf het begin van de bouw moeten worden ingezet om te garanderen dat de juiste sensoren op de juiste plaats de juiste data verzamelen en die vervolgens in een toegankelijk digitaal platform opslaan.
‘Dan is aan het eind van de rit niet alleen een mooie brug of een mooi kantoorgebouw opgeleverd, maar ook meteen een digitale kopie ervan, waarin BIM- en andere data goed geïntegreerd zijn’, zegt Abdalla.
Dat platform is dan een ideale omgeving waar iedereen zijn voordeel mee kan doen. ‘Een bouwwerk staat zo vijftig jaar. BIM-modellen zijn dan normaal gesproken verouderd, maar een digital twin blijft actueel en kan helpen ook het BIM-model up-to-date te houden. ‘Een twin vergt een extra investering, maar is voor de lange termijn bruikbaarder.’
De twin kan bovendien meteen al resulteren in besparingen, zegt Abdalla. ‘Overengineering is een bekend probleem. Dan staan er installaties die groter zijn dan eigenlijk nodig is. De systeemprestaties zijn dan niet optimaal, wat zelfs tot storingen kan leiden. Een digital twin maakt dat meteen duidelijk als het gebouw eenmaal in gebruik is, waardoor dezelfde fout in een volgend, vergelijkbaar bouwproject kan worden vermeden.’
Beeld: Arup