Om vraag en aanbod van windenergie te balanceren, ontwikkelde CrossWind de Base Load Power Hub. Deze waterstofinstallatie is in oktober overgenomen door Delft Offshore Turbine en geldt nu als innovatief onderzoeksen onderwijsplatform.

Het moet er imposant hebben uitgezien, toen eind september de Base Load Power Hub (BLPH), met een oppervlakte van 23 bij 46 meter, een hoogte van 18 meter en een gewicht van 1800 ton de Groningse Eemshaven werd binnengesleept. De BLPH was ontwikkeld als oplossing voor de grilligheid van windenergie bij het windpark Hollandse Kust Noord vlakbij Egmond aan Zee. De hub bevat een elektrische batterij met een capaciteit van vijf megawattuur, een waterstofinstallatie met een vermogen van 2,5 megawatt die zowel overtollige stroom kan omzetten in waterstof als andersom, en enkele waterstofopslagtanks. Dat dit allemaal in één platform zit, is uniek.

Overname

Maar toen het geheel klaar was om te worden getest, waren de kosten van bouwen op zee dusdanig gestegen dat CrossWind – een samenwerking van Eneco en Shell – de BLPH tijdelijk op een zijspoor wilde zetten. Dat vonden offshore-ingenieurs Jan van der Tempel en David Molenaar van Delft Offshore Turbine (DOT) geen goed idee. ‘Er is geen tijd om te wachten’, zegt Molenaar. ‘Er is haast met de energietransitie en het is zaak niet achterop te raken bij andere landen.’ Daarom besloten Van der Tempel en Molenaar de installatie over te nemen en in de Eemshaven beschikbaar te maken voor onderzoek, voorlichting en educatie. Komende jaren is het een kenniscentrum voor ontwikkeling, opslag en gebruik van waterstof en het demonstreren van netcongestieoplossingen. De industrie schreeuwt om regelmaat in de uitrol van wind op zee, benadrukt Molenaar. ‘Waterstof kan tijdens de transitie helpen de balans tussen vraag en aanbod in stand te houden.’

Studenten

De BLPH wordt een speeltuin voor mbo, hbo en universiteitsstudenten, die alle opgedane kennis en ervaringen breed gaan delen. Mede om die reden kreeg DOT het platform – dat nu Phynix heet – voor een symbolisch bedrag. De eerste stagiairs zijn al aan de slag. Zij ontwikkelen een model dat voorspelt wanneer onderhoud aan de elektrolyser nodig is.

Phynix is onafhankelijk van perikelen op de windmarkt. ‘Wij hebben hiermee de rust gecreëerd die nodig is om de waterstoftechnologie te blijven doorontwikkelen’, zegt Molenaar. ‘Zo voorkomen we stilstand.’ Phynix wordt daarom wel de ‘waakvlam van de offshore waterstof ’ genoemd.

Dat de hub nu aan land ligt, is een voordeel. Bij innovatieve ontwerpen zijn kinderziekten te verwachten en voor de doorontwikkeling zullen aanpassingen nodig zijn. Molenaar: ‘Dan is het handig dat we niet met schepen heen en weer hoeven.’ 

 

Foto: David Molenaar