De lockdown-eerstejaars zijn inmiddels aan hun afstuderen toe. Ook zij blijken het denken als een ingenieur prima onder de knie te hebben gekregen, stelt columnist Rolf Hut vast. 
 

Omdat ik al veel te lang op sociale media zit, kreeg ik van de week de melding: ‘Weet je nog dat je vier jaar geleden deze video plaatste?’ Vier jaar geleden al weer, midden in de eerste corona-lockdown... Met kunst en vliegwerk hadden mijn eerste­jaars natuurkundestudenten het vak Design engineering voor fysici, dat ik toen pas voor de derde keer gaf, overeind weten te houden.

De studenten, opgesloten in studenten­kamer of het ouderlijk huis, waren boven zichzelf uitgestegen en hadden het ‘gestructureerd een oplossing ontwerpen en bouwen op basis van natuurkunde’ duidelijk onder de knie. Dat bleek wel uit de online kettingreactie van natuurkundeopstellingen die ze als eindproject maakten. Ik maakte er deze video van en schreef er deze column over.

De studenten van toen zijn nu bezig met hun afstudeerprojecten. Ik stond deze week te kijken naar de metershoge glasvezelkabelspoel die Tijn voor een kwart heeft ingegraven op onze meetlocatie bij Cabauw. Met slimme natuurkunde kunnen we in een glasvezel op elke 25 centimeter de temperatuur van de kabel meten. Door tweehonderd meter kabel slim op te winden en een constructie te ontwerpen die lucht doorlaat maar toch sterk is. Daarmee is Tijn in staat met een ongekende resolutie van millimeters temperatuurprofielen te meten vanuit de ondergrond door de graslaag heen, tot in het eerste stukje van de atmosfeer.

Daarmee is voor mij als docent de cirkel rond

Deze metingen geven ons nieuw inzicht in hoe de energie-uitwisseling tussen de lucht en de bodem precies in haar werk gaat en maakt uiteindelijk onze klimaat- en weermodellen beter. Werk dat een Delfts ingenieursdiploma waard is. 

Dat Tijn voor een spoel koos, is waarschijnlijk geen toeval. Ook vijf jaar geleden maakte hij een spoel. Toen van koper als onderdeel van een zelfgemaakte elektromotor. In Tijns afstudeerscriptie komen de stappen uit de ontwerpcyclus, die hij in zijn eerste jaar van mij leerde, terug als hoofdstukken: analyse, criteria, synthese, simulatie en evaluatie. 

Daarmee is voor mij als docent de cirkel rond. De studenten die ik vier jaar geleden les gaf, aan het einde van hun eerste jaar, beginnen nu zo’n beetje de arbeidsmarkt op te gaan. Toen we zeven jaar geleden begonnen met het vak Design engineering voor fysici was dat omdat we natuurkundigen betere ‘ontwerpvaardigheden’ wilden meegeven om hun kennis van natuurkunde gestructureerd en efficiënt in te zetten om ingenieursoplossingen te ontwerpen en te maken.

Tijns afstudeerwerk laat prachtig zien dat dat is gelukt.


Tekst: Rolf Hut, universitair hoofddocent aan de TU Delft, maker, spreker en schrijver
Portret: Robert Lagendijk

PS: Tevens ben ik van mening dat elektrische fietsen als brommers moeten worden gezien.