Impuls voor onderzoek TU Eindhoven
De Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) heeft 153 nieuwe promotieplaatsen gecreëerd met het programma Impuls 2. De universiteit financiert deze plekken fifty-fifty samen met bedrijven en andere kennisinstellingen. Data science en 3D-printen krijgen extra aandacht.
De samenwerking tussen de TU/e en bedrijven richt zich op lange-termijnonderzoeksprogramma’s binnen de sterke punten van de universiteit: gezondheidstechnologie, duurzame energie, mobiliteit, hightech systemen, materialen en data science. Onderwerpen die een extra zet in de rug krijgen zijn data science en additive manufacturing (3D-printen).
Fifty-fifty
In het programma financieren de TU/e en de partners steeds fifty-fifty een promotieplek, die grofweg 100 000 euro per jaar kost. Grote partners zijn onder andere Philips (zeventig promotieplaatsen), ASML en Océ. ‘Het is goed te zien dat ook kleine en middelgrote bedrijven ons weten te vinden. Soms met in kind bijdragen — een medewerker die bij ons gaat promoveren —soms in cash, of soms in een verband van verschillende bedrijven’, aldus drs. Steef Blok, directeur van het Innovation Lab van de TU/e.
Industriële partners
Op dit moment tekent de TU/e de laatste contracten met industriële partners voor de tweede ronde van het ‘Impulsprogramma’. Dit begon in 2013, als reactie op het feit dat de overheid de aardgasbaten weghaalde uit de financiering van het universitaire onderzoek. Bij elkaar opgeteld leveren de twee Impulsprogramma’s 278 onderzoeksplaatsen op, waarvan er volgens de universiteit zo’n 200 niet ontstaan zouden zijn zonder dit initiatief.
Goedkeuring van minister
Het model kan op de goedkeuring rekenen van minister Kamp van Economische zaken: ‘Het initiatief van de TU Eindhoven maakt duidelijk dat publiek-private samenwerking veel kan opleveren. Onderzoek zorgt voor innovatie en dat bevordert ons concurrentievermogen’, zo zegt hij in een persbericht. Ondanks deze lof is niet duidelijk of er een deel drie komt van het Eindhovense Impulsprogramma. De kleine universiteit heeft te maken met sterk groeiende studentenaantallen en gaat daarom eerst fors investeren in het onderwijs.