
Economische gevolgen van de zeespiegelstijging
Op het stijgen van de zeespiegel door het opwarmende klimaat zijn verschillende reacties mogelijk. Wetenschappers van Deltares, VU Amsterdam en TU Delft onderzochten de economische gevolgen van geopperde scenarioâs voor Nederland.
De aarde warmt op en de zeespiegel stijgt. Hoe snel dat in de toekomst zal gaan, weet niemand exact. Volgens berekeningen van het KNMI kan de zeespiegelstijging in het jaar 2100 zijn opgelopen tot tussen de dertig centimeter en 1,2 meter. Als de uitstoot van CO2 onverminderd doorgaat én de gletsjers op Antarctica versneld afbrokkelen, kan het zelfs uitkomen op twee meter, schrijft het KNMI, al lijkt die kans niet zo groot.
Het is zaak om na te denken over deze toekomstscenarioâs, al is het maar omdat de zeespiegelstijging na 2100 niet opeens zal ophouden, en voor het jaar 2200 op enkele meters wordt geschat. Wat gaan we doen om ons tegen het opkomende water te beschermen? De dijken steeds hoger maken en met veel mensen in de Randstad blijven wonen? Ons langzaam maar zeker terugtrekken naar het oosten en het water zijn gang laten gaan? Of een soort combinatie van die twee uitersten?
Strategieën

Economische gevolgen
Veel wetenschappers, ingenieurs en beleidmakers hebben zich afgelopen jaren over deze vraag gebogen. Wat is wenselijk en wat is haalbaar?, vroegen zij zich af. In een nieuw onderzoek belichten wetenschappers van Deltares, de Vrije Universiteit Amsterdam en de TU Delft ook de economische gevolgen van de verschillende scenarioâs. Hun bevindingen verschenen eind september in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Climate Action.
Versterken
Het steeds maar blijven versterken en verhogen van de dijken tot een vicieuze cirkel, schrijft Deltares in een nieuwsbericht naar aanleiding van het wetenschappelijke artikel. Zolang het stedelijke westen van Nederland goed beschermd is, zal het immers mensen en economische activiteit blijven aantrekken â en hoe meer mensen en economische activiteit, hoe groter de schade als er tĂłch een dijk doorbreekt. Dat maakt extra versterkingen van de dijken nodig, waarna de mensen blijven komen.
Civieltechnisch is dit voorlopig nog wel vol te houden, schrijven de onderzoekers, en economisch biedt het scenario zeker voordelen. De concentratie van mensen, bedrijven en voorzieningen resulteert voor bedrijven dat afnemers, toeleveranciers en arbeidskrachten dichtbij zijn. Dat is economisch gunstig. Ook voor bewoners is de nabijheid van banen en voorzieningen een voordeel. Wel wordt het versterken van de dijken een steeds grotere opgave, en maakt het de financiĂ«le risicoâs bij een eventuele dijkdoorbraak steeds groter.
Meebewegen
De andere strategie bij een stijgende zeespiegel is âmeebewegenâ. Daarbij worden economische activiteiten geleidelijk steeds verder landinwaarts ontplooid, en komen ook nieuwe woningen en andere gebouwen steeds meer in het oosten te staan. Daar is meer ruimte, het land ligt er hoger, en de bodem is er nog steviger ook.
De vicieuze cirkel wordt dan doorbroken, de noodzaak tot steeds sterkere dijken neemt af. Met een betere verbinding tussen de Randstad en de verder gelegen gebieden, kan ook dit scenario economisch gunstig zijn. Wel leidt een dergelijke verplaatsing van activiteiten tot verstoring van de woningmarkt, met devaluatie van het onroerend goed in de Randstad tot gevolg.
Conclusie?
De onderzoekers baseerden hun analyse op literatuuronderzoek, aangevuld met interviews met veertien specialisten op het gebied van economie en de financiële sector, onder wie wetenschappers, bankiers, verzekeraars en beleggers.
Ze concluderen niet dat één van beide scenarioâs economisch of financieel gezien duidelijk gunstiger is dan het andere, maar komen met verschillende strategieĂ«n die de risicoâs beheersbaar maken. Zo is een betere verbinding tussen de Randstad en de hoger gelegen gebieden in beide scenarioâs een goed idee: die creĂ«ert nieuwe kansen buiten de kwetsbare regioâs en kan agglomeratievoordelen juist vergroten. Het belangrijkst is om nu al over deze kwestie na te denken, stellen ze.
Vertrouwen
âUiteindelijk is vooral het (internationale) vertrouwen in de aanpak belangrijkâ, benadrukt Deltares-onderzoeker Kees van Ginkel, die aan het onderzoek meewerkte, in het nieuwsbericht van Deltares. âNederland heeft momenteel een AAA-kredietrating, de hoogst mogelijke. Daarmee kunnen overheden goedkoop lenen.â
Dat vertrouwen kan Nederland behouden door transparant te zijn over de economische en financiĂ«le gevolgen van overstromingen, en te laten zien dat de risicoâs beheersbaar zijn, denkt hij. âHeldere, breed geĂŻnformeerde adaptatiestrategieĂ«n zijn hierbij onmisbaar.â
Deze noodzaak tot toekomstdenken geldt ook voor andere deltagebieden.
Openingsbeeld: Depositphotos







