
Duurzame woonunit helpt slachtoffers aardbeving
Na een verwoestende aardbeving is er grote behoefte aan noodonderkomens. Stichting ART, voortgekomen uit een studententeam van de TU Delft, presenteerde vandaag een prototype van een snel produceerbare, aardbevingsbestendige woonunit, die later kan worden uitgebouwd tot een volwaardig nieuw huis.
Na elke desastreuze aardbeving laait de discussie weer op: waren de woningen in het getroffen gebied wel stevig en aardbevingsbestendig genoeg? De mensen van wie het huis in puin ligt, hebben op dat moment wel iets anders aan hun hoofd. Die hebben gewoon zo snel mogelijk een nieuw onderkomen nodig.
Daarom begon een studententeam van de TU Delft ruim twee jaar geleden aan de ontwikkeling van een transporteerbare, aardbevingsbestendige woning. Die bestaat uit een kernmodule (Core Unit) die als eerste onderdak kan fungeren, om er na verloop van tijd extra vertrekken (kamer-units) aan toe te voegen. De Core Unit wordt idealiter direct geproduceerd en naar het rampgebied verzonden. Eventuele uitbreiding ervan kunnen bewoners dan later zelf ter hand nemen, met lokaal beschikbare bouwmaterialen.
Vandaag presenteerde de Stichting ART (Architectural Recovery Team), het professionele team van architecten, stedenbouwkundigen en ingenieurs in Nederland en Turkije dat uit dit studententeam is voortgekomen, de eerste Core Unit aan journalisten en andere belangstellenden. In april gaat de unit naar de Turkse provincie Hatay, waar hij wordt uitgebouwd tot een woning voor een gezin van zeven personen.
Turkije
Aanleiding voor de oprichting van het studententeam van de TU Delft waren twee verwoestende aardbevingen op 6 februari 2023, die in Turkije en Syrië aan meer dan vijftigduizend mensen het leven kostten en grote delen van het enorme gebied in puin legden. Noodhulp is een eerste vereiste, realiseerden de studenten zich, maar daarna is het zaak om te focussen op wederopbouw voor de lange termijn.
‘We zijn een paar keer naar Turkije toegegaan in de periode vlak na de aardbeving’, vertelt Meriç Kessaf, mede-oprichter Stichting ART en destijds bouwkundestudent aan de TU Delft, die familie heeft in het getroffen gebied. ‘Daar zag je dat mensen hun leven weer probeerden op te pakken in het puin. Dan gebruikten ze bijvoorbeeld wat er nog overeind stond van de keuken of het toilet. Dat is behoorlijk gevaarlijk.’
Daarom is de Core Unit voorzien van basisvoorzieningen zoals elektriciteit, een douche en een keuken. ‘Dat wil zeggen dat de unit makkelijk aan een waterleiding te koppelen is, ervan uitgaand dat die al is hersteld’, zegt Kessaf. ‘Op het platteland is dat vaak makkelijker dan in de steden, en waarschijnlijk worden de units daar straks ook het meest ingezet.’ Voor de elektriciteit zijn er zonnepanelen.
De units
De kernmodule is gemaakt van kruislaaghout ofwel CLT (cross laminated timber). CLT-platen bestaan uit verschillende lagen hout, die kruislings op elkaar zijn gelijmd. Het materiaal is daardoor sterk en stabiel. Dit, in combinatie met de stalen verbindingen tussen de wand, de vloer en het dak, maakt de unit bestendig tegen nieuwe aardbevingen. De kernmodule is zo ontworpen dat er makkelijk kamers kunnen worden aangebouwd. Hiervoor levert ART desgewenst handleidingen en startmaterialen, maar het idee is dat er vooral lokaal beschikbaar bouwmateriaal voor wordt gebruikt.
De Core Unit is 2,45 meter bij 5,8 meter. Daarvan passen er twee op een containervrachtwagen, zegt Kessaf. Het eerste prototype, dat vandaag werd gepresenteerd, is gebouwd bij de circulaire bouwhub Urban Miner van Dura Vermeer in Gravendeel, vlakbij Dordrecht. Kessaf: ‘Maar het idee is dat ze in de toekomst snel in de buurt van het rampgebied worden geproduceerd, zodat ze geen lange reis hoeven te maken naar de plaats van bestemming.’

Tijd
Het bouwen kost van de Core Unit kost weinig tijd, vertelt Leyla van der Waarde, co-founder van Stichting ART. ‘Dat deden we bij Dura Vermeer in twee weken, waarvan we drie dagen hebben gewacht op de levering van een product. Het kan straks ook in één week.’
Dat het eerste prototype er nu pas is – en niet een jaar eerder, zoals de studenten eerst hoopten – komt vooral door de voorbereidingen. Die bestonden deels uit het nadenken over en testen van het beste ontwerp en de meest geschikte materialen. ‘We wilden een gedegen, wetenschappelijk onderbouwd product leveren’, zegt Kessaf, ‘niet zomaar een snel-klaar noodgebouw.’ Het andere deel van de voorbereidingen, dat minstens zoveel tijd kostte, betrof het verkrijgen van vergunningen voor de bouw en het transport, en het regelen van papieren voor de douane. Dat zal na een volgende ramp vast sneller gaan, denkt Kessaf. ‘Het product bestaat dan al, de veiligheid is bewezen.’
Hoe snel het product kan worden uitgerold, zodat het bij een volgende ramp snel kan worden ingezet, is deels afhankelijk van partners, zegt Kessaf. Voor dit prototype kreeg de stichting bijvoorbeeld hout van het bedrijf Derix, en aardbevingsbestendige connecties van het bedrijf Rothoblaas. Kessaf: ‘Daarmee zijn onze bouwplaten, compleet met deuren en gefreesde openingen voor elektriciteit en leidingen, in één dag klaar.’
Naar meer partners wordt op dit moment gezocht.
Beeldmateriaal: Stichting Architectural Recovery Team