
De Nederlandse klassenstrijd
Vier experts delen hun inzichten in de technisch-maatschappelijke actualiteit. Deze maand: Vanessa Evers.
We staan tegenover elkaar. Of beter: we worden tegen elkaar uitgespeeld. De regering zegt hard in te zetten op het ‘oosten’ versus het ‘westen’ van Nederland, en in de retoriek is sprake van asielzoekers versus ‘de Nederlanders’, de buitenlandse versus de eigen student en ga zo maar door.
Youp van ’t Hek
Eerder al hield ik op deze plaats een tirade tegen de dwang van de overheid om universitaire opleidingen geheel in het Nederlands te geven en buitenlandse wetenschappers te weren, met alle gevolgen voor de kwaliteit van hoger onderwijs en wetenschap van dien. Op het risico af met mijn cynische gezeur de Youp van ’t Hek van de wetenschap te worden, mag iedereen weten dat ik ook de houding van de Nederlandse universiteiten maar niets vind. Ze proberen óf in hun uppie het op een akkoordje te gooien met de regering, of halfslachtig polderend schrappen ze eigenhandig opleidingen, in de hoop het kabinet zo gunstig te stemmen. Het eerste is geen toonbeeld van ‘samen sterk’; het tweede geen bewijs van zelfregie, maar juist van de kop in het zand steken en hopen dat het met een sisser afloopt.
Academische vrijheid is essentieel
Dit gaat niet met een sisser aflopen. Dit is een gevecht dat moet worden gewonnen. Academische vrijheid van universiteiten is essentieel. We kunnen de overheid niet laten bepalen welke studies weg kunnen of Nederlandstalig moeten worden, of welke wetenschappers we aantrekken. Dat het zo aantrekkelijk is voor buitenlandse studenten om bij ons te studeren, is een direct gevolg van het beleid van vorige kabinetten. Financiering voor universiteiten hing altijd af van groei. Er worden maar zoveel Nederlanders per jaar geboren, dus universiteiten moesten wel studenten uit het buitenland aantrekken om de gewenste groei te bereiken. Iedere wetenschapper zal beamen dat universitaire studies beter kleinschalig zijn, zeker de wetenschappelijke masteropleidingen. Laat de financiering dus niet afhangen van groei.
Oeroude tactiek
Denken de universiteiten serieus dat door zelf een aantal studies te schrappen het kabinet zal denken ‘Nou, dat hebben we mooi gedaan, succesje bereikt, we laten de universiteiten nu met rust’? Nee, die denken ‘Zo, dat ging makkelijk! Daar zijn nog wel een paar miljarden weg te slepen om de gaten in de voorjaarsnota mee te dichten.’ Het verdrietigste vind ik nog dat coalitiepartners een bericht laten rondgaan met een strekking als: ‘Die elitaire klojo’s van de universiteiten die maken al jullie geld op en dat gaat puur en alleen naar buitenlanders. Nederlandse studenten en de gewone man zijn het slachtoffer.’ Het is een oeroude tactiek, kijk maar naar de Verenigde Staten.
Neergezet als wereldvreemde randdebielen
Waarom maken wij het zo makkelijk voor het kabinet om ons academici neer te zetten als wereldvreemde randdebielen die geen idee hebben wat er in de samenleving speelt bij Ingrid en Henk? Waarom lukt het ons niet om aan de man, vrouw of non-binair op straat en in de polder uit te leggen waarom de wetenschap vragen beantwoordt die in de samenleving misschien nog niet echt spelen, en waarom sommige vragen een antwoord nodig hebben dat wordt gevonden met wetenschappelijke methoden?
‘We staan niet tegenover elkaar’
Om zeker te weten dat een medicijn werkt, moet een wetenschappelijke methode worden toegepast. Om het bewustzijn van mens en dier te kunnen begrijpen, te weten hoe stikstof is af te breken, te begrijpen hoe het leven werkt, om nieuwe bouwmaterialen te ontwikkelen, om de energietransitie voor elkaar te krijgen: daarvoor is wetenschap nodig. Het is oké dat er op verschillende plekken in de maatschappij andere manieren zijn om dezelfde problemen aan te pakken. We staan niet tegenover elkaar: de zelfingenomen intelligentsia tegenover het klootjesvolk. Ons wordt wijsgemaakt dat we elkaar niet kunnen vertrouwen, dat we het geld van de ander afpakken, dat we ieder aan één kant van hetzelfde touw staan te trekken. Langzamerhand gaat dat voelen alsof het waar is.
Populisten en het grootkapitaal lachen zich intussen een bult. Terwijl wij argwanend naar elkaar wijzen gaan zij ervandoor met de macht en het geld. Je hoeft maar naar onze buren aan de overkant van de oceaan te kijken hoe het uit de hand kan lopen. Kom op jongens, gaan we nog terugvechten met zijn allen of rollen we om met onze pootjes omhoog?
Deze column verscheen eerder in de editie mei 2025 van De Ingenieur.
Vanessa Evers is hoogleraar computerwetenschappen aan de Universiteit Twente.