Inmiddels weten we maar al te goed dat vliegen het klimaat belast. Toch nemen we er niet minder vaak het vliegtuig om. En dus zullen we de luchtvaart duurzamer moeten maken. Maar hoe?

Bijna werd het eind vorig jaar gekozen tot ‘woord van het jaar’: vliegschaamte. Uiteindelijk legde het neologisme het in de jaarlijkse verkiezing van het tijdschrift Onze Taal af tegen ‘laadpaalklever’ en ‘blokkeerfriezen’, maar wel is het nu opgenomen in de Van Dale. ‘Vliegschaamte’ heeft daarmee een formele definitie gekregen: de schaamte die iemand ervaart als hij of zij gebruikmaakt van een vliegtuig terwijl er minder milieubelastende alternatieven zijn om zich te verplaatsen.

Het besef dat vliegen het klimaat belast groeit dus, maar het bijbehorende gedrag laat nog op zich wachten. We blijven massaal in Boeings, Airbussen en andere straalvliegtuigen stappen voor zakentrips, familiebezoekjes en vakantiereizen. Wereldwijd nam het aantal gevlogen passagierskilometers in 2016 toe met 7,1 %, blijkt uit het recentste jaarverslag van de International Air Transport Association (IATA), de organisatie waarin de luchtvaartmaatschappijen samenwerken. In datzelfde jaar namen we wereldwijd 3,8 miljard keer het vliegtuig, een kwart miljard keer meer dan een jaar eerder.

We vliegen kennelijk zo graag dat we de belastende gevolgen voor het milieu uiteindelijk toch maar op de koop toenemen. Maar nu duidelijk is dat er drastische veranderingen nodig zijn om de opwarming te beperken tot ruim onder de 2 °C, zoals in 2015 in het Klimaatakkoord van Parijs afgesproken, groeit de roep om een duurzamere luchtvaart. Hoe kan die vorm krijgen?

Wilt u het volledige artikel over duurzamere luchtvaart lezen? Koop dan de digitale versie van het maartnummer van De Ingenieur voor € 7,50 of neem - met een flinke korting van 25 % - een digitaal jaarabonnement van 12 nummers voor € 69,-.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.